Praktijkhouder of niet

Een op de vijf tandartsen gaat de komende zeven jaar met pensioen, stelt ABN AMRO in haar rapport Mondzorg in beeld 2024. En dat is een probleem, want de jaarlijkse instroom van nieuwe tandartsen blijft steken op driekwart van de uitstroom.

Het Capaciteitsorgaan adviseert daarom om de instroom van studenten tandheelkunde te verhogen. De KNMT roept de politiek op om dit advies te ondersteunen. Maar de verwachting van het Capaciteitsorgaan dat daarmee het evenwicht tussen vraag en aanbod pas in 2042 is hersteld, laat wel zien dat dit geen oplossing is die op de korte termijn de huidige situatie structureel verandert. Nog afgezien van de vraag natuurlijk of een verhoogde instroom daadwerkelijk meer jongeren aanspoort om te kiezen voor de opleiding tandheelkunde.

Daarnaast is er de vraag hoe die jonge tandartsen na hun studie invulling gaan geven aan het vak

Daarnaast is er de vraag hoe die jonge tandartsen vervolgens na hun studie invulling gaan geven aan het vak. Het feit dat een aantal van hen blijkt te kiezen voor oprichting van een nul-praktijk is positief. Maar er is wel een tegenbeweging. De meeste tandartsen rollen na hun opleiding vrijwel automatisch in een zzp-constructie, meldt Dental Tribune.

Sterker nog: financieel adviseurs raden die zzp-constructie aan omdat de tandarts daar netto meer aan overhoudt. De stap naar praktijkhouderschap wordt daar niet aantrekkelijker mee. Een probleem dat we maar al te goed kennen uit de huisartsenzorg.

Delen