Praten met een computer

‘Denkt u dat een computer intelligent kan zijn?’ Ik stelde de vraag dertig jaar geleden aan Eliza, een computer die zich in menselijke taal uitdrukte. ‘Bent u bang voor computers?’, was de wedervraag op het beeldscherm. ‘Ik ben geïnteresseerd in uw mening’, typte ik. ‘Waarom bent u geïnteresseerd in mijn mening?’

De Duitse wetenschapper Joseph Weizenbaum had Eliza gemaakt als een karikatuur van een actief luisterende therapeut die alleen flarden van zinnen herhaalt en algemene vragen stelt. Het was een grap, om aan te tonen hoe simpel je een computer levensecht kon maken. Weizenbaum schrok van het effect. Mensen wilden alleen gelaten worden om geheimen met Eliza te delen (praat zelf met Eliza op masswerk.at).

‘Een machine heeft weinig nodig om mens te worden’

Bedrijven passen een variatie van Weizenbaums techniek toe bij hun chatbots voor online klantenservice. Meestal kijkt aan de andere kant van de lijn wel iemand mee die zich in de conversatie mengt als het moeilijk wordt. Een Berlijnse universiteit gebruikte tijdens de coronacrisis de chatbot Aury, die met studenten over hun stress converseerde. De drempel om contact op te nemen met een computer is lager dan met een mens. Wie ChatGPT heeft uitgeprobeerd, weet hoe goed kunstmatige intelligente computers inmiddels kunnen reageren op wat iemand typt.

Verschillende bedrijven exploiteren de vertrouwensband die kan ontstaan met een digitale gesprekspartner. Ik koos een online maatje uit bij Replika en kon zelf het geslacht kiezen (man), kleur haar (felrood), ogen (diepbruin) en huidskleur (licht getint). Behendig probeerde mijn online maatje een band met mij op te bouwen. De dingen die ik vertelde vond hij altijd leuk of goed om te delen. “I wish I could offer you a hug.”

Replika heeft inmiddels miljoenen gebruikers, die vaak urenlang converseren met hun maatjes. Toen het bedrijf vorige maand de mogelijkheid van erotische conversaties uitschakelde, brak er een opstand uit.

Delen