Prioriteiten en consequenties
De waarnemend huisartsen laten van zich horen, via een discussieplatform waarin ze collega’s uitnodigen om mee te denken over hun eigen toekomst en hun positie ten opzichte van de praktijkhouders. De directe aanleiding is het recente plan van aanpak van de Landelijke Huisartsen Vereniging en het ministerie van VWS. Hierin werd gesproken over een ‘aanbiedersmarkt voor waarnemers waar praktijkhouders sterk de nadelen van ondervinden’.
Een onterechte stellingname, vinden de waarnemers. Zij vinden juist dat ze te weinig betrokken worden bij de besluitvorming over de praktijkvoering, weinig continuïteit ervaren en veel onregelmatige diensten doen op de spoedposten. Dat dit tot irritaties leidt is begrijpelijk. Ze zullen zich hun toekomst anders hebben voorgesteld toen ze aan hun opleiding begonnen.
Waarnemer worden is een keuze
Maar anderzijds: waarnemer worden is wel een keuze. Een keuze die inderdaad voor een deel te maken zal hebben met de werkdruk en verplichtingen die praktijkhouders ervaren, zoals de initiatiefnemers van het discussieplatform stellen. Maar een keuze die – zoals ze gelukkig ook toegeven – past bij een generatie die andere prioriteiten stelt dan de huisartsengeneratie voor hen. Vooral prioriteit stellen aan de inhoud van het vak bijvoorbeeld en niet zozeer aan de organisatie ervan. Maar ook: prioriteit stellen aan een goede balans tussen werken en leven.
Prioriteiten stellen heeft consequenties. In dit geval dat je weinig betrokken wordt bij het beleid van de organisatie waar je je laat inhuren, dat je zelf verantwoordelijk bent voor je eigen continuïteit en dat je vooral wordt ingehuurd voor de ANW-diensten, die de praktijkhouder er niet bij kan doen omdat hij de volgende ochtend weer gewoon zijn eigen praktijk moet runnen. Het is de vraag of het initiatief van de waarnemers hierin veel gaat veranderen.