Razend
De woede die Herre Kingma, bestuurder van Medisch Spectrum Twente, voelt over de tuchtklacht die vijf ex-patiënten van neuroloog Ernst Jansen Steur tegen hem hebben ingediend, stuit op onbegrip. De reacties op zijn uitlating dat hij ‘razend’ is over die tuchtklacht zijn veelal weinig positief. En dat lijkt Kingma dan op zijn beurt weer niet te begrijpen. “Dacht vandaag voor het eerst aan pensioen”, twitterde hij afgelopen vrijdag.
De tuchtrechter mag zich buigen over de vraag hoe terecht de klacht is die tegen Kingma is ingediend, en welke gevolgen er eventueel uit dienen voort te vloeien. Wat dat betreft wil ik niet op de zaken vooruitlopen. Wel verbaas ik mij over één uitlating die Kingma in relatie tot de zaak deed in het tv-programma Pauw en Witteman. Toen een gedupeerde patiënt zich meldde, kwam hij niet direct in actie omdat zijn vrouw een zwaar herseninfarct had gehad. “Daardoor was ik drie maanden uit de running”, zei hij.
Zo’n ziektegeval is een grote persoonlijke tragedie voor het gezin Kingma. Maar is zijn opmerking daarmee geldig als verweer? Dat lijkt me toch niet, en uitgerekend Kingma – eerder in zijn carrière inspecteur-generaal voor de volksgezondheid bij het ministerie van VWS – zou beter moeten weten. De continuïteit van het ziekenhuisbestuur mag niet staan of vallen met de inzetbaarheid van een bestuurder. In zijn hoedanigheid als inspecteur-generaal moet Kingma toch weleens tegenover een bestuurder hebben gezeten die aan de tand gevoeld werd over zijn bestuurlijk functioneren. En ik kan me helemaal de vraag voorstellen die hij in dat geval zou hebben gesteld: ‘Hoe hebt u ervoor gezorgd dat tijdens uw drie maanden afwezigheid de bestuurlijke taken geborgd waren?’ De achterliggende implicatie is ook duidelijk: ‘Want als u dat niet gedaan hebt, hebt u wel een probleem hoor.’
3 reacties
Dat hij het aanvoert als excuus impliceert dat hij het niet goed geregeld had.
Wim Aalbers
29 januari 2013 / 09:11Misschien moet je het een vlucht voorwaarts noemen; roepen ‘razend’ te zijn wanneer gedupeerden van een falend systeem, waar je aan weerskanten verantwoordelijk voor was, zich verenigen en je ter verantwoording willen roepen.
Ik herinner me de man, leeftijdgenoot, en vers cardioloog te Nieuwegein. ‘Wil jij er eens heen, want hij is belangrijk en lastig benaderbaar,’ was het verzoek van een collega. Dat lastig benaderbaar viel wel mee, maar zijn blik bleef me bij. Die hield het midden tussen verveeld wegkijken en zich superieur wanen.
Jaren later kwamen we elkaar nog eens tegen. Een andere firma, een andere collega met wie hij goede contacten onderhield. Daar werden we even een kleine ruimte ingeleid waar meerdere CRA’s, bijna zittend op elkaars schoot, patiëntendossiers zaten te controleren in verband met daar lopende studies op cardiovasculair gebied. Op zijn gezicht plooide een glimlach. Een waas van trots?. In ieder geval kreeg de maatschap dat fors betaald. Jammer dat Kingma geen boodschap had aan een van de voorwaarden van de GCP code; een CRA hoort dat screeningswerk namelijk in afzondering te doen.
Een paar jaar later begon de carrière van Inspecteur Generaal en nu, bijna directeur af op de valreep van zijn pensioen, is hij razend.
Joep Scholten
29 januari 2013 / 10:04Ook zorgbestuurders zullen zich toetsbaar op moeten stellen. Vermenging van trots op je organisatie met eigen ego lijkt mij een garantie op een erg vervelende tijd, want de spreuk ‘iedere arts heeft zijn eigen kerkhof’ zal waarschijnlijk altijd waar blijven.
Rob Posthumus
9 februari 2013 / 01:24