Robin-Hoodgedrag helpt niet
Lezer Alan Ralston vraagt mij (via Twitter) wat ik vind van het gegeven dat de topinkomens in de ouderenzorg blijven stijgen. Zelf is hij duidelijk: hiertegen moet worden ingegrepen, want de zorg is geen markt.
Die directe lijn tussen inkomens en markt (voor zover daarvan in de zorg al sprake is) vind ik discutabel. Ik denk dat die inkomensstijging meer te maken heeft met het gegeven dat de ouderenzorg complexer is geworden: door een beter geïnformeerde en mondiger cliënt door het beschikbaar komen van vergelijkingsinformatie, en door de combinatie van een stijgende vraag en de roep om een efficiencyslag. Dit vraagt om betere managers dan in het verleden nodig waren. Leg je hun inkomen aan banden, dan loop je het risico dat ze weglopen naar het bedrijfsleven.
Natuurlijk valt er wat te zeggen voor het argument dat je dan de goede overhoudt, die niet voor de centen werken maar omdat ze hart voor de zorg hebben. Maar dan vraag ik me wel af of je er genoeg overhoudt. In de huidige situatie van groeiende vraag naar ouderenzorg vind ik dat een gevaarlijke gok.
Francis Bolle (woordvoerder V&VN) stelt op Twitter dat een andere koers nodig is: investeren in personeel in plaats van top. Dat vind ik te kort door de bocht. Je kunt de inkomens van de bestuurders van de 1200 tot 1400 aanbieders in de ouderenzorg wel afromen tot de Balkenendenorm en het geld verdelen onder de medewerkers in de ouderenzorg, maar dat zal hen per persoon niet heel veel opleveren. Bovendien los je dan het probleem van de weglopende bestuurders niet op. Ik denk dat de juiste weg is: investeren in personeel én top. Maar dit vraagt wel om een kabinet dat het licht ziet.
17 reacties
En toch, hè, als de ouderenzorg zoveel complexer is geworden dat dit hogere salarissen van de topbestuurders rechtvaardigt, dan zouden de verzorgenden en verpleegkundigen toch ook recht hebben op ruim 5% salarisverhoging, want zij worden misschien nog wel meer en intensiver geconfronteerd met de complexere zorg. Maar daar is geen geld voor. Ergo: ook niet voor de topbestuurders!
Hedwig Vos
20 juni 2012 / 10:22Je hebt gelijk als je stelt dat de verzorgenden en verplegenden ook meer verdienen Hedwig. Maar je stelt de zaak te simpel voor als je stelt dat het uitblijven van een salarisverhoging voor hen betekent dat er dús ook geen sprake mag zijn van topbestuurders. Aanbieders die er niet in slagen in te spelen op de veranderende wet- en regelgeving en de veranderende en toegenomen cliëntvraag, redden het niet. Waar blijven die medewerkers dan? En kijk ook eens naar de vraag hoeveel van die topverdieners onder de bestuurders interimmers waren die goed betaald werden voor een half jaar puinruimen in een organisatie waarin dit heel erg nodig was. Die verdwenen vervolgens weer, om plaats te maken voor nieuwe bestuurders, die hoogstwaarschijnlijk wel een salaris binnen de Balkenendenorm verdienen. Hoe ziet het lijstje van topverdieners eruit als je die interimmers eruit filtert?
Frank van Wijck
20 juni 2012 / 10:35Uiteraard zitten er interimmers bij. Overigens ook mensen met een ontslagvergoeding. Dan heb je het volgens mij niet zo goed gedaan.
Maar goed, natuurlijk is er enige nuance aan te brengen. Eigenlijk ben ik vooral benieuwd of de instellingen waar deze topbestuurders werken ook echt beter zijn. Ik zie als huisarts echt hele slechte instellingen en ook wel minder slechte en heel soms een goede.
Maar ik blijf erbij dat als je niet tevreden bent met de Balkenende norm dat er dan serieus een steekje los zit en dat je dan gewoon niet thuis hoort in de zorg. Hoe goed je ook bent.
Hedwig Vos
20 juni 2012 / 10:52Wat je wilt weten – de relatie tussen de beloning van de bestuurder en de kwaliteit van de organisatie – is een interessant onderwerp voor promotieonderzoek. Daarnaast is het zeker ook een onderwerp waarnaar de zorgverzekeraar of het zorgkantoor mogen kijken in het traject van zorginkoop.
Maar dat er een steekje los is aan mensen die veel geld willen verdienen vind ik een onhoudbare redenering. Alle mensen zijn nu eenmaal ongelijk. Dus het feit dat jij niet zo in elkaar zit, geeft je nog niet het recht om iemand met andere opvattingen voor gek te verklaren. Of mensen met een grotere inkomensbehoefte in de zorg thuishoren is vers twee. Mijn opvatting is dat de zorg ook maar gewoon een bedrijfstak is. En als je de beloning in de ene bedrijfstak wel beperkt en in de andere niet, krijg je de bestuurders die je verdient (of kunt betalen).
Frank van Wijck
20 juni 2012 / 10:59Misschien geldt dat steekje los dan voor iedereen die met collectief geld betaald wordt. Maar het zou heel goed kunnen dat deze mening met mijn linkse aard te maken heeft. Ik vind dat een kleine 2 ton echt genoeg is om de dingen te kunnen doen die een mens nodig heeft om gelukkig van te worden. Met minder ook trouwens. Maar goed, ik hoop dat er iemand is die een onderzoek wil doen naar de samenhang tussen kwaliteit en hoogte van de beloningen in de publieke sector, in het bijzonder de zorg.
Hedwig Vos
20 juni 2012 / 11:17Er valt genoeg te bezuinigen.
De artsen en specialisten hebben weinig te klagen; de wachtkamers zitten overvol.
Hun inkomsten zijn gegarandeerd; hier valt dus best wel het een en ander te ‘halen’; de patient hoeft de tweede Range Rover en minares echt niet te betalen.
Dokter, ga voor uw vak en jank niet zo. In uw beroepsgroep zijn overigens veel alcoholisten.
Geert Haak
20 juni 2012 / 11:19Met dat “in het bijzonder de zorg” blijf ik moeite houden. Wat is de meerwaarde van het verbijzonderen van de zorg?
Frank van Wijck
20 juni 2012 / 11:20Geert Haak: Met zulk zwart-wit denken helpt u de discussie geen steek verder.
Frank van Wijck
20 juni 2012 / 11:22Dankjewel Frank voor je blog en de referentie. Ik heb een uitgebreidere reactie geschreven op de blog van GGZ Laat Zich Horen (http://ggzlaatzichhoren.wordpress.com/), hier in het kort: de redenering ‘beloning is gelegitimeerd vanwege goede kwaliteit bestuurders bij toenemende complexiteit dus betere resultaten’ zou ook buiten de zorg moeten gelden volgens dit argument. Maar juist in de afgelopen jaren is o.a. bij financiële instellingen gebleken dat de uitkomsten buitengewoon averechts hebben gewerkt: de prikkel in het marktsysteem om individueel gewin te prioriteren boven algemeen belang wint te vaak. En we weten al, op basis van de OESO vergelijking tussen zorgsystemen, dat er geen aanwijzingen zijn dat een (meer) privaat stelsel tot betere resultaten leidt dan een (meer) publiek stelsel. Dat betekent dat we morele overwegingen een rol mogen laten spelen bij deze discussies. Mooiste citaat vind ik nog steeds van Engelhardt: ‘A health care system is the realisation of a moral vision.’ En dan zeg ik: ik zie graag een bestuurder die het doet vanwege zijn betrokkenheid bij publieke waarden, niet voor het geld. De kans op weglopen naar het bedrijfsleven schat ik erg laag in, daar is weinig verkeer tussen. In welke sector had je ze gedacht?
Onderzoek doen naar resultaten is prima al zal dat mogelijk tot WC-eend taferelen gaan leiden. Beter is denk ik als zorgmedewerkers zelf samen met hun patiënten het bestuur het vuur aan de schenen leggen. En ja, de Balkenendenorm dus wel graag.
Alan Ralston
20 juni 2012 / 13:07Medewerkers die samen met patiënten de bestuurder het vuur aan de schenen leggen is een mooi ideaal Alan. En het zou waarschijnlijk ook de meest democratische oplossing zijn. Maar grote veranderingen komen zelden van onderaf tot stand, met uitzondering misschien van landen waar dictaturen omver worden geworpen. Maar ook daar geldt dan doorgaans dat sprake is van enorme druk van buitenaf om te luisteren naar de stem van het volk. En van wie zou in jouw voorstel die druk van buitenaf moeten komen? Voor de politiek is dat werk met een veel te lange adem. Kijk maar hoe snel verkiezingen elkaar tegenwoordig opvolgen.
Frank van Wijck
20 juni 2012 / 13:30Mooi dat de discussie zich verdiept Frank. Op jouw vraag zou ik antwoorden, dat de goede representatie van publieke waarden in een zorgstelsel een dynamisch proces is, en misschien moeilijk maar niet onmogelijk te ‘pakken’. En inderdaad meer evolutie dan revolutie. Druk komt uit alle geledingen en lagen. De overheid heeft minimaal de plicht om die representatie centraal of decentraal een plaats te geven. Bijvoorbeeld door te garanderen dat cliëntenraden hun volwaardige plaats aan de onderhandelingstafel kunnen innemen (in plaats van te snoeien in hun subsidies) en ook mogelijkheden krijgen de informatie-asymmetrie ongedaan te maken. Dat is een decentrale mogelijkheid. De Balkenendenorm voor zorgbestuurders verplichten is een centrale en m.i. een wenselijke. In tijden van crisis en ‘exploderende zorgkosten’ zou ik de bewijslast willen omdraaien: bewijs eerst maar een dat je dat meergeld waard bent (dus graag eerst dat onderzoek), en dan pas betalen. Het gewonnen geld kan mooi ingezet worden voor meerdere promotietrajecten en inderdaad een aantal handen aan het bed. Als psychiater op een gesloten afdeling waar de druk soms hoog is, kan ik je zeggen dat elk paar handen (maar vooral hun glimlach) meer dan welkom is.
Alan Ralston
20 juni 2012 / 14:47Uit het feit dat de overheid snoeit in de subsidies van cliëntraden blijkt dat ze voor zichzelf niet de plicht weggelegd ziet om de representatie van publieke waarden centraal of decentraal een plaats te geven. Dat ze die plicht niet ziet blijkt voor mij ook al uit het gegeven dat ze de Wet cliëntrechten zorg (net als de komst van het Kwaliteitsinstituut) als een sluitpost van de stelselherziening ziet in plaats van die als het uitgangspunt ervoor te beschouwen. Cliëntenperspectief en kwaliteitsdenken hadden mijns inziens de pilaren moeten zijn waarop het stelsel gebouwd werd, in plaats van pas vanaf 2013 of nog later gewaarborgd te zijn. Dat dit niet is gebeurd, is een weeffout.
Het omkeren van de bewijslast – eerst bewijzen wat je waard bent en er dan pas naar beloond worden – vind ik zeker geen slecht idee. Maar dan geldt voor mij wel wat ik ook al tegen Hedwig zei, namelijk dat ik geen reden zie om de gezondheidszorg een uitzonderingspositie te geven ten opzichte van het bedrijfsleven of de banken. Het idee dat je oppert zou in ieder geval een mooi afgeleide zijn van het uit de markering bekende “Be good and tell it”: “Be good and be rewarded for it”.
Frank van Wijck
20 juni 2012 / 17:04“grote veranderingen komen zelden van onderaf tot stand, met uitzondering misschien van landen waar dictaturen omver worden geworpen.”
Het is wel boeiend om te zien dat Frank in hoog en laag lijkt te denken en impliciet die verhouding beaamt als factor in veranderingen. Het gaat m.i. eigenlijk om de organisatie van Macht en veranderingen komen helmaal niet tot stand door een soort veranderde verhouding in hoog en laag. Dat is een wel erg simpele voorstelling.
G Mitrasing,huisarts
20 juni 2012 / 22:36De lonen van topbestuurders moeten echt binnen de perken van de Balkenende norm blijven. Wat is er mis met iets inleveren ten gunste van het uitvoerende proces? Dan raak je maar bestuurders kwijt aan het bedrijfsleven; indien ze financieel gedreven zijn zullen ze ook minder waarde toevoegen aan de organisatie. Het lijkt wel of in het bedrijfsleven de zachte kant; oog voor de medewerkers, creëren van netwerkgroepen in organisaties en meer ruimte voor het combineren van werk en privé, meer opkomt in de profitsector en het Angelsaksische model meer vorm krijgt in non-profit organisaties. Terug naar de bevlogen bestuurder die gewoon goed beloond wordt maar zodanig dat het ook uit te leggen is aan de cliënten, medewerkers en verzekeraars.
Katinka Kramer
20 juni 2012 / 23:05Frank, even een reactie op je vraag waarom ik vind dat de zorg een uitzonderingspositie zou moeten hebben. Dat vind ik eigenlijk voor elke sector doe betaald wordt met publieke middelen, dus ook bijvoorbeeld onderwijs. Het geld kan maar één keer worden uitgegeven en geld naar een bestuurder kan niet naar een verzorgende. Slechtere zorg dus. En wees eerlijk: in de ouderenzorg is nauwelijks concurrentie, bestuurders kunnen door te benchmarken bij elkaar in de keuken kijken. Dus hoeveel goede en (dus?) superdure topbestuurders heb je nodig in ons kleine landje? Toch geen 50?
Hedwig Vos
21 juni 2012 / 15:45Er is juist heel veel ontwikkeling in kleinschalig aanbod voor specifieke groepen. En op 1200 tot 1400 aanbieders totaal vind ik vijftig uitschieters (pakweg vier procent) nu niet bepaald veel.
Webredactie
21 juni 2012 / 16:13