Russische roulette

Vorige maand zagen we Sandra* nog op een thuisexpositie van een kunstenares uit de wijk. Zij kwam net toen wij vertrokken, we knikten naar elkaar maar hebben elkaar niet gesproken. En nu is ze dood. Wat ik mij van onze korte ontmoeting herinner is dat zij niet ziek oogde. Ze zou onverwachts zijn overleden. Ik hoorde het van iemand die haar voornaam noemde en vertelde dat zij zich inzette voor de wijk. Dat kon niet anders dan de betreffende Sandra zijn. Ik schrok!

Het woordje ‘kennis’ kan zowel op personen als op datgene wat iemand weet slaan, maar in beide gevallen is het een tamelijk vaag begrip. Wanneer iemand buiten kennis is, weten we dat het om bewusteloosheid gaat. Komt iemand na een hersencontusie weer bij, dan zeggen wij dat hij of zij weer ‘bij bewustzijn’ of ‘bij kennis’ komt. Veel woorden klinken concreter dan dat ze zijn.

Door de jaren heen heb ik Sandra een aantal keren gezien. Mag ik stellen dat zij een kennis is?

Met een kleine groep wijkgenoten zette Sandra zich in voor mensen uit de buurt. Dat deed zij volgens mij met enorme inzet als stille kracht; doorgaans zijn het juist stille krachten die het sterkst zijn. Toen ik een paar maanden geleden een beroep op haar deed, gaf zij mij direct alle benodigde informatie. Nu Sandra is overleden, spijt het mij dat ik nooit echt mijn waardering voor haar heb geuit.

Ik voel daarom des te meer de behoefte om mijn medeleven te tonen door iets op papier te zetten. Maar naar wie moet ik een kaartje sturen? Nergens vind ik een overlijdensannonce met een adres. Het lijkt mij beter om haar collegae van het groepje actieve wijkgenoten aan te schrijven, want die ken ik tenminste van naam en het kan niet anders of zij zullen hun spil Sandra zeer zeker missen.

‘Ja, door hét vaccin’, zegt Erwin gedecideerd

Van slechts één collega van Sandra ken ik gelukkig het adres. Zijn naam is Erwin, een misschien wat minder stille maar eveneens zeer gedreven, sympathieke man met het hart op de juiste plaats. Op de poort van zijn huis tref ik echter een bronzen plaat met een naam van een of andere officiële instantie. Zou hij hier nog wel wonen? Ik bel aan en gelukkig doet Erwin zelf open. Ik reik hem mijn kaartje aan en zeg dat wij erg zijn geschrokken door het plotse overlijden van Sandra.

‘Ja, door hét vaccin,’ zegt Erwin gedecideerd en hierna volgt een gepassioneerd betoog over de ravage die het COVID-vaccin heeft aangericht. Ik voel mij allengs dommer en dommer dat ik nota bene als voormalig huisarts niets weet van de honderden wetenschappelijke onderzoeken, die dat hebben aangetoond. En dat ik ook niet heb gehoord van de toespraak die de Amerikaanse cardioloog Peter A. McCullough op 13 september jl. voor het Europees Parlement hield?

Erwin is een respectabel man met een goed stel hersens. Er is geen enkele reden om hem niet serieus te nemen, maar zijn betoog begon bij het spike-eiwit van het coronavirus, waarvan kleine deeltjes in het vaccin zitten, en eindigde met een bijna apocalyptisch verhaal. Ik durfde het bijna niet de bekennen, maar iets geheimhouden lukt mij nooit zo goed: net anderhalf uur tevoren waren vrouwlief en ik voor de zesde keer gevaccineerd tegen COVID.

‘Mensen die zich laten vaccineren spelen Russische roulette,’ verzekert Erwin mij. Ik herinner mij een scène uit ‘The Deer Hunter’ (1978) waarbij tijdens de Vietnamoorlog bewakers in een krijgsgevangenenkamp wedden of een gevangene die Russische roulette moest spelen zich met een revolver al dan niet door het hoofd zou schieten. ‘Ambulances rijden af en aan,’ vervolgt Erwin. Inderdaad hoorden we recentelijk tweemaal een ambulancesirene in onze wijk.

Zouden vrouwlief en ik ons hebben laten vaccineren wanneer ik Erwin een dag eerder had ontmoet? Zijn verhaal neigt sterk naar dat van een complotdenker, maar is tegelijk zo overtuigend dat het ons niet lekker zit. Met toch wel wat angst in de schoenen zijn we gisteren naar bed gegaan. Het lot is ons gelukkig gunstig gezind, want vanochtend stonden we gezond en wel op, nog blijer dan anders dat wij zonder klachten de nieuwe dag tegemoet konden gaan.

* Om redenen van privacy zijn de namen gefingeerd

Delen