Samenwerken

Gezondheidseconoom Jochen Mierau zei het recent al: het huidige zorgstelsel loopt op zijn laatste benen. En Menzis bestuursvoorzitter Wouter Bos zegt nu ook dat we de discussie over een nieuw zorgstelsel niet uit de weg moeten gaan.

Bos voegt er alleen wel een belangrijke kanttekening aan toe: een nieuw stelsel optuigen gaat heel veel tijd kosten. En die tijd is er niet. Er is nú schaarste, in termen van zowel personeel als geld. En de oplossing voor de problemen die daarmee samenhangen, kan niet wachten. Hij pleit daarom voor meer regionale samenwerking tussen financiers en aanbieders, tussen aanbieders onderling en tussen zorgverzekeraars.

‘Een nieuw zorgstelsel optuigen gaat heel veel tijd kosten. En die tijd is er niet; er is nú schaarste’

De Autoriteit Consument en Markt moet dat dan wel goed vinden, zegt Bos. Dat zal op zich wel lukken. De ACM stelt zich immers op het standpunt dat samenwerken in de zorg best mag, vooropgesteld dat die samenwerking in het belang is van de consument in zijn rol als patiënt en verzekerde. Of ze daarbij zo ver zal gaan dat ze de Mededingingswet voor de zorgsector tijdelijk buiten werking stelt, zoals NVZ-voorzitter Ad Melkert voorstelt, valt echter te bezien. Het is ook de vraag in hoeverre dit bijdraagt aan de oplossing. Samenwerking in de zorg zal betekenen dat zorgaanbod verschuift (denk aan spreiding en concentratie, denk aan substitutie) en dat brengt met zich mee dat er ook partijen zijn die zorgaanbod kwijtraken. Dat is een gedachte die zorgaanbieders toch nog steeds slecht blijken te kunnen verdragen.

Delen