Schaam je dood

Wat zou u tegen een 63-jarige patiënt zeggen die zich rot schaamt voor zijn leeftijd? U denkt ‘wat belachelijk’, maar als medisch professional laat u hiervan uiteraard niets blijken. U vraagt dus keurig waarvoor meneer zich schaamt. “Voor mijzelf,” zegt hij eer de vraag helemaal is gesteld. Dan valt er een stilte. Wat moet je met zo’n mafkees? Moet je hier serieus op ingaan en met vraagverheldering de beerput openen? Er is geen enkele reden waarom de man zich voor zijn leeftijd zou moeten schamen. Het is jammer dat dokters niet eerlijk mogen zijn, want anders zou u hem recht in zijn gezicht zeggen dat hij een grote aansteller is.

Nu ben ik die man en van die schaamte kan ik inderdaad niet meer zeggen dan dat deze heel diep zit. Niemand kan begrijpen waarom ik mij voor mijn leeftijd schaam en ik zelf ook niet. In de trein valt mij direct op dat de meeste medereizigers aanzienlijk jonger zijn dan ik; vaak ben ik de oudste en bekruipt mij het gevoel dat ik hier niet thuis hoor. Daarom maak ik ook niet graag gebruik van het openbaar vervoer.

Ofschoon deze schaamtegevoelens diep in mij zijn geworteld, bestaan ze nog niet erg lang. Na drie decennia parttime voor een omroep te hebben gewerkt, ben ik zeven jaar geleden aan de kant gezet. Zomaar en zonder reden. De WW bracht een sollicitatieplicht met zich mee: ruim tweehonderd keer kreeg ik ‘nee’ te horen. Iedereen zei dat het aan mijn leeftijd lag.

De anamnese die ik als co-assistent in mijn kop moest stampen omvatte minstens dertig vragen. Daarmee moest ik op de polikliniek interne geneeskunde elke patiënt te lijf gaan. Zowel aan de twintigjarige student met opgezwollen klieren als de tachtigjarige dame met pijn in haar rechter been diende ik dus te vragen of er ooit sprake was geweest van een ‘bloedspuwing’. Tegenover obligate vragen stonden vragen die nooit werden gesteld en misschien ook niet gesteld mochten worden. Praten over schaamte – zelfs voor de geneeskunde een te teer thema ­– deed je niet.

Tijdens mijn beroepsopleiding tot huisarts moest je net zolang de patiënt op de pijnbank leggen tot er een trauma werd opgehoest. Nu kennen alle dokters die met patiënten werken het frustrerende fenomeen van een klacht waarvoor geen of geen goede verklaring wordt gevonden. Daarvoor zijn allerlei dure termen met hieraan ontleende afkortingen bedacht, maar ik kan mij niet herinneringen dat er ooit op een bijscholing het advies is gegeven om naar gevoelens van schaamte te vragen. Achteraf had ik dat veel vaker moeten doen. Denk dus hieraan wanneer u er niet uitkomt!

Ooit vertrouwde een goede kennis van rond de zeventig mij toe, dat zijn echtgenote zichzelf altijd met de rug naar hem toe uit- en aankleedde. Puur uit schaamte! Ik heb mijn ouders nooit in hun ondergoed – laat staan naakt – gezien. Mijn kinderen weten wel hoe ik er in T-shirt en boxershort uit zie maar ik vertoon mij aan hen niet naakt. In mijn gezin heerst – zeker wanneer het om de buitenwereld gaat ­– een cultuur van schaamte. Die heeft vooral betrekking op kleding en gedrag. Ik vind dat verbazingwekkend, omdat ik naar iedereen toe en zeker ook naar mijn gezinsleden uitdraag dat je vooral jezelf moet zijn. Maar blijkbaar zijn er krachten die mijn goedbedoelde levensfilosofie wegwuiven en zich ongegeneerd aan ieder van ons opdringen. De ironie wil dat dit dan ook nog eens gebeurd onder de noemer van ‘goed fatsoen’.

In mijn huisartspraktijk waren twee of drie patiënten die zich bij het verzoek om zich even uit te kleden inderdaad álle kleren uitdeden en die ik in hun nakie mocht onderzoeken. Dat irriteerde mij niet minder dan hoestende patiënten die voor een longonderzoek louter de trui uittrokken. Onze tolerantie voor mensen die anders met schaamtegevoelens omgaan, lijkt aanzienlijk beperkter dan de tolerantie voor mensen met andere voorkeuren, smaken en denkbeelden. Nog sterker: wanneer anderen in onze ogen ‘onfatsoenlijk’ gedrag vertonen, voelen wij plaatsvervangende schaamte. Het is alsof schaamte een eigen wereld creëert die ons beteugelt en in bedwang houdt.

In de spreekkamer van mijn eigen huisarts valt de schaamte niet van mij af. Ik vind het vervelend om hem lastig te vallen met kwaaltjes die met de leeftijd samenhangen. Onbedoeld word ik daarin door hem bevestigd. Toen ik niet aan de verleiding ontkwam om een gratis gehoortest te laten doen en hierbij volgens de medewerkster van de hoorwinkel sprake was van een verontrustend verschil in gehoorsverlies tussen links en rechts, stelde de huisarts mij gerust: dat komt wel vaker bij ouderen voor. Uit schaamte durf je dan natuurlijk helemaal niet meer over je schaamtegevoelens te praten. Misschien horen die ook wel bij jouw leeftijd.

Soms denk ik: hoe zou ik als huisarts reageren wanneer er voor mij een 63-jarige patiënt zit die zich schaamt voor zijn leeftijd en die ook na enig doorvragen niet veel verder komt dan dat. “Beste meneer, u ziet er jonger oud dan die 63-jaar, heeft nog nauwelijks grijs haar en kunt nog volop van het leven genieten; waar maakt u zich in hemelsnaam zorgen om?” En ik zou denken: schaam je dood! Gelukkig had ik maar weinig van dit soort zeurpieten in mijn praktijk.

Op 11 maart 2016 wijdt het Museum Dr. Guislain te Gent (Be) een symposium aan het fenomeen schaamte. Tot 29 mei is hieraan onder de titel Schaamte een expositie gewijd. Voor meer informatie: http://www.museumdrguislain.be/ 

Delen