Shame and scandal

‘Wil je alsjeblieft geen namen noemen,’ vroeg hij mij. ‘Ik bedoel – vervolgde hij – niet alleen mijn naam maar überhaupt geen namen. En ook geen aanduidingen die ongeacht op welke wijze herleidbaar zijn tot levende of overleden personen.’ Ik beloofde hem dat ik dit niet zou doen.

Hij moest zijn ei kwijt. Ongeveer halverwege het gesprek vroeg ik hem of zijn vrouw ervan afwist. ‘Ja en nee, wat mij is overkomen heb ik haar meerdere keren verteld en van één geval in de familie is zij eveneens op de hoogte.’ ‘Waarom vertel je haar ook niet over de rest?’ ‘Omdat ik mij schaam… ze kent de mensen om wie het gaat.’

Zijn vrouw wist van drie of vier voorvallen die hem als jongen waren overkomen. Het waren wrange herinneringen maar vier decennia waren deze aan de blik onttrokken. Hij wilde er geen stampij om maken, zo erg – dacht hij – was het ook weer niet, de impact mocht zeker niet overdreven worden.

Hij had geen stampij willen maken, zo erg was het ook weer niet

Jaren geleden kwam hij wegens nekklachten bij een fysiotherapeut. Dat was voor het eerst in zijn leven. Al tijdens het onderzoek ging het mis. Hij kon zich niet ontspannen. Het had geen zin om zo door te gaan. Dus bleef het bij een half consult. Hoe kwam het dat hij zo spastisch reageerde? En toen kwam onverwacht één van die nare herinneringen bovendrijven.

‘Iedereen heeft het erover maar het komt steeds dichterbij. Ik hoor verhalen over…’ ‘Waarom wil je er met mij over spreken,’ vroeg ik hem. ‘Omdat ik niemand anders ken, aan wie ik dit durf toe te vertrouwen. De enige met wie ik hierover zou durven spreken, is niet zolang geleden overleden.’

Hij vroeg mijn iPad en liet mij een grappig liedje uit het midden van de jaren zestig horen: Shame and scandal in the family van Shawn Elliott. Even verscheen er een glimlach op zijn lippen. ‘Telkens wanneer dit nummer op de radio klonk, werd ik er vrolijk van. Nu de verhalen die ik hoor zich niet ver van mij hebben afgespeeld, ga ik het liedje hiermee associëren en krijg ik er de pest aan.’  

Ik durfde niet te vragen of hij ooit wel eens twijfelde aan het waarheidsgehalte van ‘de verhalen’. Maar wat zou ik daarmee bereiken? Hij zat erover in omdat het om uiterst respectabele mensen ging, die hij goed kende of had gekend en van wie hij ‘dat’ absoluut niet verwachtte. Van twee van hen, die al waren overleden, had hij nog nooit eerder iets negatiefs gehoord.

Waarom hadden de verhalen zolang een sluimerend bestaan geleid? ‘Die vraag stel ik mijzelf ook,’ zei hij kortaf. En waarom kreeg uitgerekend hij die verhalen te horen? ‘Omdat ze mij vertrouwen… Misschien was ik wel de enige aan wie zij dit durfden te vertellen… Waarom vertel ik dit alles nu aan jou? Het is toch een last die je van jou af wilt schudden of in elk geval wil delen.’

‘Ik zal geen namen noemen en ook geen toespelingen maken. Ik ga niet schrijven wat je mij allemaal hebt toevertrouwd. Dát het is gebeurd is misschien nog erger dan wát er is gebeurd. De levenslange last die mensen na een dergelijk gebeuren met zich meedragen drukt niet alleen op hen maar ook op degenen met wie zij het erover hebben en voor jou geldt beide.’ ‘Ik had er eigenlijk liever niet over willen praten,’ zei hij zachtjes. ‘En ik had er liever niet over willen schrijven,’ reageerde ik.

Delen