Slaap door de ogen van kunstenaars

kunst / slaap

Slapen is door de eeuwen heen een geliefd onderwerp in de beeldende kunst. De komende maanden is in Kunsthal KAdE te zien hoe het onderwerp slaap de creatieve verbeelding van hedendaagse kunstenaars prikkelt.

Beeld | Bekhbaatar Enkhtur, Untitled (detail), 2023, hooi, touw, bijenwas, courtesy de kunstenaar en Matèria, Roma. Beeld: Roberto Apa

Weinig hedendaagse kunstwerken hebben zulke heftige reacties opgeroepen als de installatie waarmee Tracey Emin in 1999 werd genomineerd voor de prestigieuze Turner Prize. My Bed bestaat uit het tweepersoonsbed waar de Britse kunstenaar gedurende een depressieve periode vier dagen lang in doorbracht. Critici vonden het gemakzuchtig om een onopgemaakte slaapplek bezaaid met tissues, sigarettenpeuken, lege drankflessen en pillenstrips als kunst te presenteren. Het grote publiek vond het vooral exhibitionistisch.

Het was ook schaamteloos hoe Emin een kijkje bood in haar privéleven, op de plek waar ze huilde, zoop en masturbeerde, met alle sporen van dien. Maar hier lag ze ook etmalen lang in een comateuze slaap, ver weg van haar eigen problemen en ongrijpbaar voor kritiek van de buitenwereld, autonoom op een
manier die anders ondenkbaar is.

Emin is niet de eerste kunstenaar die slaap tot onderwerp van kunst maakt. In Botticelli’s Venus en Mars is de ronkende oorlogsgod een makkelijke prooi voor kleine saters, terwijl Venus goedkeurend toekijkt. Vermeer schilderde een dienstmeid wegdommelend aan de keukentafel. En Van Gogh schilderde boeren die in de schaduw een middagdutje doen.

Cognitief niemandsland

De tentoonstelling Slaap! in de Amersfoortse kunsthal KAdE voegt daar een lange lijst hedendaagse kunstenaars aan toe. Dat zij slaap als inspiratiebron zien, is niet zo vreemd. Slapen doen we allemaal, het is een eerste levensbehoefte. Als we te weinig slaap krijgen, is dat meteen te merken aan ons humeur en zijn we met het verkeerde been uit bed gestapt. We kunnen het fenomeen bij anderen observeren maar nooit rechtstreeks bij onszelf.

Zoiets prikkelt de artistieke verbeelding die op niet-wetenschappelijke wijze het onbekende en onkenbare, het cognitieve niemandsland van het onderbewuste, probeert in te vullen.

De tentoonstelling in KAdE is geordend volgens de vier stadia van slaap. Te beginnen met de sluimertoestand, als de ogen zwaar worden en we, zoals het beeldje van Franz Xaver Messerschmidt, onbedaarlijk gapen. Dit gebeurt meestal op het einde van de dag, als het zonlicht langzaam versterft. In het Frans wordt dit tijdstip l’heure bleue genoemd, omdat de schemerende wereld wordt ondergedompeld in een blauwe tint voordat de duisternis invalt.

Yasmijn en Merel Karhof laten bezoekers die kleurervaring op een direct lichamelijke manier ondergaan door ze onder een schemerblauwe plaid te laten liggen. Na deze inleidende, kalmerende fase zakt de hartslag en is het tijd om weer wat verder af te dalen naar de lichte slaap.

Tijdsbesef wordt tijdens de slaap buitenspel gezet

Dat is nog steeds een breekbare staat, zo illustreert Leiko Ikemura’s transparant glazen hoofdje dat al half door de concrete ondergrond van de wakende wereld lijkt te zijn gezakt, maar nog niet helemaal kopje onder is. De ogen zijn wel dicht, waardoor de andere zintuigen tijdelijk zijn aangescherpt.

De bijenwasgeur van Bekhbaatar Enkhtur roept allerlei herinneringen en associaties op. Zijn beeld van een slapende figuur is een kopie van het monument in de Mongoolse hoofdstad Ulan Bator dat door Russische troepen is vernield. Door het opnieuw te maken, en ook nog eens in extreem vergankelijk materiaal, benadrukt de kunstenaar hoe het tijdsbesef gedurende de slaap buitenspel wordt gezet en het verleden ongedaan kan worden gemaakt.

Langslapers

Dat geldt zeker voor het stadium waarin je een spreekwoordelijk kanon kunt afschieten: de diepe slaap. Bij de Zevenslapers van Efeze, de hoofdrolspelers op een vroeg 19e-eeuws icoon, duurde die bijzonder lang. Deze vroege Christenen werden door de Romeinse keizer in een grot ingemetseld. Pas 196 jaar later werd de grot herontdekt en geopend. De zeven geloofsbroeders die in de veronderstelling waren slechts één nacht in het donker te hebben doorgebracht, kwamen fris en fruitig naar buiten. De aanwezigheid van een aureool was aanleiding om hen meteen uit te roepen tot martelaren.

Slaap!

De tentoonstelling Slaap! is te zien vanaf 24 augustus t/m 5 januari 2025 in Kunsthal KAdE in Amersfoort. Meer informatie: kunsthalkade.nl

Ook iconisch maar op een andere manier, is Sleep (1964) van Andy Warhol. Voor een van zijn eerste filmexperimenten richtte de koning van de popart zijn camera op zijn toenmalige geliefde John Giorno terwijl hij lag te slapen. Het leverde een zwart-witfilm op van 5 uur en 21 minuten waar vrij weinig in gebeurt. Van de negen mensen die aanwezig waren bij de première verlieten twee al binnen een uur de zaal. Bij een verrassingsvertoning van Warhols ‘antifilm’ later dat jaar in Los Angeles kwam het publiek zelfs in opstand en werd de zaal afgebroken.

Een slapende René Margritte

Slapende mensen lenen zich niet voor de registrerende blik van de filmcamera, maar als de kunstenaar in het hoofd van slapers kruipt, is het een ander verhaal. Zeker als die het stadium van de REMslaap en dromen hebben bereikt. Op dit punt van de tentoonstelling verwacht je natuurlijk de surrealisten, voor wie dromen een belangrijke inspiratiebron waren. Maar dat zou binnen de kortste keren een complete tentoonstelling in z’n eigen recht hebben opgeleverd, dus beperkt KAdE zich tot een foto van een slapende René Magritte, de surrealist die een hallucinante wereld vol bolhoeden, appels en theaterdecors bij elkaar schilderde.

In plaats van de geijkte representanten van het droomdomein biedt de tentoonstelling Mladen Stilinović. De Kroatische kunstenaar brak in 1978 door met een performance waarbij hij lag te pitten op een bankje in een galerie.

De titel Artist at Work kan worden opgevat als ironische provocatie, maar heeft ook een serieuze ondertoon. Want precies in de uren dat een kunstenaar zijn ogen sluit, daalt hij af in zijn onderbewuste om onderwerpen voor zijn kunst op te dreggen. Zoals wielrenners vaak zeggen ‘de Tour de France win je in bed’, geldt voor kunstenaars net zo goed dat rust en herstel minstens zo belangrijk zijn als keihard doorknallen in het atelier.

Toevluchtsoord

Dat slaap niet alleen maar positieve kanten heeft, blijkt uit de portretten die Aalt van de Glind maakte van een vrouw die door ziekte permanent oververmoeid is en bijna de hele dag in bed ligt. Dat bed komt in allerlei verschijningsvormen terug in de grote zaal op het einde. Minimaal comfort bieden de kartonnen dozen waar Teun Hocks het in zijn geënsceneerde zelfportret mee moet doen. Het Earthquake Bed dat bij een bepaalde intensiteit aan trillingen als een oester dichtklapt, is veel meer een toevluchtsoord. Dat lijkt Hans van Bentems glazen hemelbed ook, maar projecties van vreselijke nieuwsbeelden maken duidelijk: ook hier ontkom je niet aan de boze buitenwereld.

Natuurlijk had hier ook My Bed van Emin moeten staan, maar een bruikleen bleek niet te regelen. Emin won de Turner Prize niet, maar haar succès de scandale werd in 2014 geveild voor bijna drie miljoen euro. In het filmpje dat KAdE wel laat zien, vertelt ze: “Als ik het nu weer installeer voor tentoonstellingen moet ik er even in gaan liggen, anders ziet het er niet authentiek uit. Maar dan ruik ik de geur van toen en
ben ik weer terug in die tijd.”

Delen