Soevereiniteit burger op het spel

In het voorstel van minister Schippers verliest de Nederlandse burger het vanzelfsprekende recht op een verzekeraarsonafhankelijk medisch advies en indirect zijn zelfbeschikkingsrecht. De minister lijkt een onbegrensd vertrouwen te hebben in het sociale en liefdadigheidskarakter van de zorgverzekeraar en draagt met haar voorstel indirect een groot deel van de soevereiniteit van de burger over aan zorgverzekeringsmaatschappijen. Voor de burger zonder dit absolute vertrouwen raakt het hele voorgestelde beleid echter kant noch wal. Is dit offer overigens gegrond?

Verzekeraars kunnen de zorg nu sturen via budget- of naturapolissen (goedkopere premie), machtigingsvereisten en cessieverboden. Het nieuwe voorstel van de minister vergroot deze financiële sturingsmacht. Dit gebeurt middels de selectieve aanpassing van de vereveningsbijdragen en van het verplichte eigen risico ten gunste van de naturapolis, en door de mogelijkheid voor zorgverzekeraars om de zorg bij zichzelf in te kopen.

Door maximale aanscherping van het beleid van het markttoezicht wordt de positie van zorgverleners verzwakt, juist nu zorginstellingen zich in navolging van verzekeraars genoodzaakt zien te fuseren. Ook het gerichter inzetten van het macro budgettair beheersinstrument werkt in het nadeel van de zorgverlener. Met het laatste worden landelijke overschrijdingen onevenredig teruggehaald bij de kleine groep niet-gecontracteerde zorgverleners. Zo wordt het contractvrij werken in de kiem gesmoord en de zorgverlener volledig afhankelijk gemaakt van de gunst van de verzekeraar.

Voor de patiënt is het van groot belang dat het medisch advies van een zorgverlener onafhankelijk is van het belang van een derde partij, de zorgverzekeraar. Met de nieuwe voorstellen van minister Schippers wordt deze onafhankelijkheid nu via twee wegen verder bedreigd: via de verzekering door verzekerden financieel te ontmoedigen om een verzekering met vrije artsenkeuze (restitutiepolis) te nemen (en de verzekeraar te ontmoedigen het aan te bieden); en via de zorgverleners door hen volledig afhankelijk te maken van het verkrijgen van een contract met de verzekeraar, waardoor de verzekeraarsonafhankelijke zorgverlener verdwijnt.

De minister baseert haar beleid echter op twee foute aannames: ten eerste dat de regierol van de verzekeraar tot een betere zorg en een betere prijs-kwaliteits-beschikbaarheid leidt; en ten tweede dat de ziekenhuizen een betere onderhandelingspositie ten opzichte van de verzekeraar hebben.

Het door minister Schipper zelf aangehaalde rapport van de European Health Consumer Index bestrijdt de eerste aanname. Het rapport geeft aan dat Nederland zo hoog scoorde in internationale kwaliteitsvergelijkingen, omdat de besluiten merendeels niet door een financier (verzekeraars en politici) worden genomen, maar door de zorgverleners samen met de patiënten. Met het overdragen van de regie naar de verzekeraar wordt een strategische fout begaan.

De aanname van een betere onderhandelingspositie van de ziekenhuizen is op zijn zachtst gezegd discutabel te noemen. Ziekenhuizen hebben veelal moeite om financieel het hoofd boven water te houden, terwijl de verzekeraars miljarden overhouden. Wanneer ziekenhuizen daadwerkelijk de betere onderhandelingspositie hadden, zouden de ziekenhuizen in een veel positievere financiële situatie verkeren in verhouding tot de verzekeraars.

Van oudsher maakte de overheid afspraken over kwaliteit en prijs met de zorgaanbieders via de IGZ respectievelijk de NZa. Selectieve contractering door verzekeraars is pas sinds kort echt operationeel. Te laat ingezet om de werkelijke effecten hiervan op kwaliteit en betaalbaarheid te overzien in het kader van de afgesproken evaluatie van het zorgstelsel in 2016. We weten inmiddels wel waartoe een dergelijk beleid in de VS heeft geleid. De verzekeraar is immers geen filantropische instelling en is van oudsher gericht op het behalen van financiële winst. Omdat de overheid de zorg aan de burgers behoort te waarborgen, moet de zorg vooral een zaak blijven tussen overheid, patiënt en zorgverleners.

Wanneer de restitutiepolis c.q. de vrije artsenkeuze financieel niet meer bereikbaar is voor de meeste burgers en men ook niet meer bij een verzekeraarsonafhankelijke zorgverlener terecht kan, dan kan men niet meer verwachten dat het medisch advies wel vrij zal zijn van het belang van de zorgverzekeraar. Dit betekent het einde van het verzekeraarsonafhankelijk medisch advies in Nederland. De verzekeraar bepaalt hoe en wat, en zo verliest de Nederlandse burger zijn soevereiniteit…

Delen