Spelbederf

Het razend populaire online spelletje Wordfeud wordt bedreigd. Voor wie het nog niet heeft gezien in de wachtkamer of op de bushalte: Wordfeud is de telefoonvariant van Scrabble, met alleen al in Nederland honderdduizenden spelers (www.wordfeud.com voor iPhone en Android). Maar sommige spelers bedriegen hun tegenstanders nu met hulpsoftware die de gekste woorden kan aanleggen (bijvoorbeeld www.scrabulizer.com). Waar blijf je dan, als eerlijke speler?

Computers bederven ook andere online spellen. Spelers van online schaak kunnen soms de verleiding niet weerstaan om hun eigen hersenkracht stiekem aan te vullen met de adviezen van schaakcomputers. Met software van een paar tientjes speel je mee op hoog niveau. Op populaire schaaksites zoals de Free Internet Chess Server (www.freechess.org) is dat verboden, maar de organisatie kan het niet echt controleren.

Toch komt het bedrog vaak uit. Computers schaken namelijk anders dan mensen. In de eerste tien beurten zijn ze ijzersterk door de grote database van openingszetten die ze aan boord hebben. Maar zodra het op improviseren aankomt, wordt het lastiger. Zo verraden computers zichzelf. En dat geldt voor alle spelletjes. Ook een speler van Wordfeud weet direct dat hij wordt bedrogen door zijn tegenstander.

De intelligentie van computers zit ’m niet in het perfect imiteren van menselijk denkwerk. Dat was wel het ideaal van de uitvinders van de computer. De grondlegger van de computerwetenschap, de Brit Alan Turing, formuleerde in 1950 zijn beroemde intelligentietest: ‘Als we geen verschil merken tussen een mens en een computer, mogen we de computer ‘intelligent’ noemen.’

Maar het liep anders. Computers gingen taken overnemen waarin mensen slecht zijn, zoals routes plannen, woorden opzoeken en getallen optellen. De mens bleef doen waar hij goed in is: associëren, dwarsverbanden zien en strategisch denken. Mens en computer werden een ijzersterk duo, ieder met zijn eigen sterke kanten. Zo kun je nog steeds het werk van de computer onderscheiden van mensenwerk. Daarom ben ik niet zo bang voor spelbederf bij Wordfeud.

Delen