Spiegeltje, spiegeltje

Voor een deel van de mensen die in, aan, voor of in de buurt van de zorg werken is het bijna een volkssport om de manier waarop we in ons land de zorg hebben georganiseerd af te kraken.

Vooral sinds 2006 – het jaar waarin ons huidige zorgstelsel werd geïntroduceerd – een sport die sterk aan populariteit heeft gewonnen.

Voor iedereen die deze sport beoefent, is het goed om kennis te nemen van het recente onderzoek van The Commonwealth Fund. Hierin wordt in kaart gebracht hoe de zorgsystemen van een aantal hoge-inkomenslanden zich verhouden tot het zorgsysteem van de Verenigde Staten.

‘Het is bijna een volkssport om de manier waarop we in ons land de zorg hebben georganiseerd af te kraken’

Daarbij komen de Verenigde Staten er niet best vanaf. Die lopen ver achter op de andere onderzochte landen met een hoog inkomen op het gebied van de betaalbaarheid van de gezondheidszorg, de administratieve efficiëntie, de gelijkheid (in de zin van inkomensgerelateerde ongelijkheid) en de resultaten.”

Maar minstens even belangrijk is dat naast Noorwegen en Australië ook Nederland tot de landen behoort met de best presterende zorgstelsels. In ‘toegang tot zorg’ scoort Nederland zelfs het best van de elf onderzochte landen. Alleen in ‘administratieve efficiency’ doen we het maar middelmatig.

Dat laatste horen we natuurlijk veelvuldig van zorgaanbieders, en daarin hebben ze ook onmiskenbaar een punt. Maar afgaand op de hier gepresenteerde resultaten zou het geen kwaad kunnen om achter de komma van dat geklaag ook eens te zeggen: “Toch hebben we het hier écht wel goed met onze zorg hoor”.

Al ligt wél klagen wellicht meer in de Nederlandse volksaard.

Delen