Streng
Patiëntenfederatie Nederland heeft zeker een punt met de stelling dat de aanpak van de wachttijden in Nederland beter moet. Want: ‘door wachttijden leven patiënten langer met pijn, klachten verergeren en patiënten kunnen langer hun werk en/of hobby (zoals bijvoorbeeld sporten) niet (goed) uitvoeren. Te lange wachttijden kunnen er zelfs toe leiden dat klachten niet meer verholpen kunnen worden’.
Maar de patiëntenfederatie laat het niet bij ‘beter’ alleen, want ze stelt ook dat de wachttijden ‘strenger’ moeten worden aangepakt. En daar begint het toch een beetje problematisch te worden, want de vraag is: hoe dan? De Patiëntenfederatie stelt dat zorgaanbieders die niet voldoen aan de Treeknormen en die niet kunnen aantonen hoe ze dat proberen te verbeteren veel strenger moeten worden aangepakt ‘met waarschuwingen en uiteindelijk sancties’.
‘Is een ‘strenge’ aanpak ook oplossingsgericht?’
Het lastige punt hierbij is dat die Treeknormen, de afspraken over aanvaardbare wachttijden in de zorg, zijn gemaakt in 2005. In de tussenliggende negentien jaar is de vergrijzing voortgeschreden, is het aantal chronisch zieken gegroeid en zijn nieuwe behandelmogelijkheden ontwikkeld. Maar als de ontwikkeling van het voor de zorg beschikbare budget daarmee geen gelijke tred houdt en sprake is van een steeds nijpender personeelstekort in de zorg, wat zijn dan die negentien jaar geleden opgestelde Treeknormen in 2024 nog waard?
Strenger handhaven op die Treeknormen is dweilen met de kraan open. Wat nodig is, is het indammen van de zorgvraag. Door te doen wat Sjaak Wijma recent voorstelde bijvoorbeeld. Ook iets wat ‘streng’ moet worden aangepakt. Maar wel meer oplossingsgericht.