Studententijd

Naar jaarlijkse traditie mocht ik mezelf weer eens uitlaten met mijn vriendinnen. De vriendinnen die ik ken vanuit mijn studententijd. Toendertijd (dat klinkt al heel oud) was de opleiding geneeskunde zeven jaar, het waren zeven intense jaren.

Die studententijd, die vooral leuk en memorabel was, is toch een belangrijke fase in in je leven. Het is de tijd waarin je vaak je partner vindt, of besluit dat die het toch niet is, maar ook de tijd waarin je je professionele ambities verfijnt en bepaalt.

De acht vriendinnen en ik hebben uiteindelijk allemaal het pad van clinicus gekozen. Vier waren er initieel huisarts. Daarvan zijn er twee nog steeds huisarts en de rest is medisch specialist geworden.

Het blijft interessant om te horen hoe het bij iedereen geregeld is. De ene is een eigen oogkliniek begonnen, de ander zit weer midden in de vorming van een ziekenhuisnetwerk. Sommigen zijn in loondienst en anderen vinden dat ze zelfstandig ondernemer zijn. Na een aperol, rosé of pomton besloten we dat iedereen wel zijn ditjes en datjes op het werk heeft. Er bestaat blijkbaar geen heilige graal, in welke werkconstructie je ook zit. Gelukkig was ons werk maar een klein onderdeel van onze gesprekken.


‘Er bestaat blijkbaar geen heilige graal, in welke werkconstructie je ook zit’


We hebben samen veel gelachen, gedanst en soms ook een beetje geweend, want ja, we zijn ook maar gewone mensen met dilemma’s en gedoe. Het mooie aan een lang bestaande vriendschapsband is dat je elkaar zo door en door kent, dat je er niet eens over moet nadenken of je je wel kwetsbaar kan opstellen. Nee, bij echte vriendschap gaat dat gewoon vanzelf.  We zijn verre van perfect en het doet deugd dat bij een ander ook te zien. Herkenbaarheid maakt draaglijk. Wat waarschijnlijk ook helpt is dat we geen twintigers meer zijn; en dat we milder zijn geworden in ons oordeel, hoewel we nog fameus kattig uit de hoek kunnen komen als het moet. 

Hoe mooi was het daar in dat pittoreske Franse dorpje. Hier zou ik dus echt wel schrijfster kunnen zijn, denk ik dan. ’s Ochtends koffietje en croissantje op het marktplein, het dorp zien ontwaken en de oude mannetjes zien jeu-de-boulen. Ik trek me dan, in gedachten, na mijn ochtendloopje terug in een prachtig verbouwd Frans landhuis waar ik achter mijn bureau duik. Even weg van de zorg, weg van de soms lastige patiënten en het te veel vergaderingen.

Maar mijn vergaderfrequentie gaat drastisch dalen, want mijn termijn als stafbestuurslid zit er op. Die 3 jaar zijn voorbijgevlogen.

Ooit, aan het begin van mijn doktercarrière heb ik weleens geroepen dat ik later baas van een ziekenhuis zou willen zijn. Dit was een te naïeve en te rooskleurige gedachte, want bij een ziekenhuis besturen komt heel veel kijken en je bent de hoogste boom, dus je krijgt wind van alle kanten.

Ik kijk in elk geval terug op een mooie tijd waarin ik te maken kreeg met het reilen en zeilen van een ziekenhuis en haar medische staf.


‘Mijn termijn als stafbestuurslid zit er op. Die 3 jaar zijn voorbijgevlogen’


Maar, het was zeker niet altijd leuk en bij momenten ook ongelooflijk traag. Aangezien geduld niet mijn beste eigenschap is, vond ik het wachten en parkeren erg lastig. Maar ik heb geleerd dat traagheid kan werken, alleen moet je het goed timen. Soms lossen problemen zich uiteindelijk vanzelf op, maar andere problemen moeten echt van alle kanten (en dat zijn er soms heel veel) goed bekeken worden en dat kost tijd en planning.

Ik ben echter geen fan van deze logistieke traagheid en die momenten dat het me tegenzat kon men dat vast zo van mijn gezicht aflezen. Gelukkig hadden we een gemêleerd bestuur en was er een goede mix van persoonlijkheden, dat werkte prima.  Het mocht iets diverser qua geslacht en huidskleur. Als Belg kon ik gelukkig wel bijdragen aan de factor allochtoniciteit.  Ik was van de kritische kant en kon vaker de kont tegen de krib gooien. Dit kreeg ik ook te horen bij mijn afscheid. Toen ik thuis vertelde dat mijn  kritische blik niet onopgemerkt was gebleven, was het thuisfront helemaal niet verbaasd. Hij kent me natuurlijk al sinds onze studententijd.

Delen