Suiker

“De klus is klaar. Ja, een bakje koffie kan er nu wel in.”

“Gaat u carnaval vieren?”

“Nee, dit jaar voor het eerst niet. Ik heb een zoon van zestien met diabetes en die gaat natuurlijk deze dagen wel stappen. Wanneer hem wat overkomt, moet ik naar hem toe.”

“Da’s een hele zorg voor u als vader.”

“Ach, wat heet ‘zorg’ … Ik beschouw het gewoon als mijn plicht!”

“Heeft hij allang diabetes?”

“Nee, afgelopen zomer is het pas bij Tim ontdekt. Hij moest alsmaar drinken en drinken. En natuurlijk ook steeds naar het toilet. Ook wanneer we ergens naar toe reden. Ik werd er kriegelig van. Dan zei ik dat hij wat minder moest drinken.”

“Maar het lag dus aan de suiker.”

“Na onze vakantie ging Tim naar de huisarts en toen is hij direct een week in het ziekenhuis opgenomen. Het schijnt een gevolg te zijn van een virusinfectie.”

“Een virusinfectie?”

“Dat was het eerste wat ze hem vroegen. Een virus zou zijn alvleesklier hebben aangetast. Kijk bij ons schommelt het suikergehalte tussen de 5 en de 7. Dat gaat allemaal automatisch vanuit de alvleesklier. Bij hem werkt dat regelmechanisme niet meer.”

“En daar kunnen ze niets aan doen…”

‘Wanneer je vroeger diabetes kreeg, ging je dood. Zo simpel lag dat’

“Ze zijn bezig met medicijnen maar het is allemaal handel. Fabrikanten verdienen nu miljoenen aan pompjes en spuiten. En rijke mensen willen nu eenmaal steeds rijker worden. Wanneer iemand een geneesmiddel uitvindt tegen suikerziekte worden al die pompjes en spuiten overbodig. Dus voor die fabrikanten hoeft zo’n nieuw geneesmiddel er niet te komen.”

“En lukt het Tim om er mee om te gaan?”

“Hij zal wel moeten. Wanneer mijn zoon een frietje of een pizza eet moet hij direct een schatting maken van het aantal calorieën en dat intoetsen. Het pompje levert dan de benodigde hoeveelheid insuline. Dat vereist dus nogal wat discipline. Nu heeft hij ons nog maar ik ben 48 en er komt natuurlijk een tijd dat hij zonder ouders verder moet, want met diabetes kun je tegenwoordig even oud worden als zonder diabetes.”

“En heeft Tim verder geen problemen met zijn ogen of zijn nieren?”

“Ja, dat kan allemaal nog komen. Die problemen ontstaan pas wanneer hij volwassen wordt. Dan kan hij blind worden en kunnen zijn armen en benen ervanaf vallen. Maar het schijnt dat er binnen tien jaar een middel op de markt komt om dat te voorkomen. Wanneer je vroeger diabetes kreeg, ging je dood. Zo simpel lag dat.”

“Dankzij dat pompje heeft Tim dus nu geen hinder meer van zijn suiker.”

“Hij is af en toe lusteloos maar dat hoort erbij. Eens per drie dagen wordt dat pompje vernieuwd.”

“En levert sporten geen problemen op?”

“Tim voetbalt op behoorlijk hoog niveau maar met diabetes kun je geen echte topprestaties meer leveren. Kijk maar eens naar de profs. Misschien zitten er één of twee bij die ook diabetes hebben.”

“Dus nu bent u stand-by voor het geval Tim wat overkomt.”

“Tja, maar er zijn ergere dingen in het leven! Bedankt voor de koffie. Ik moet nu opstappen en snel naar de volgende klant.”

Delen