Taart van Damocles
Op woensdag hebben wij grote visite. Zelfs na drie jaar co-schappen blijft die vertoning mij verbazen. De ‘bazen’ die vooraan bij de tafel zitten, de assistenten ernaast; en in een hoekje de co-assistenten, alsof ze er eigenlijk nog niet bijhoren. Als semi-arts weet ik dan helemaal niet meer waar ik terecht moet. Met mijn stoel halverwege tafel en hoekje hoop ik dat niemand mij opmerkt. Want de grote visite is de gelegenheid bij uitstek voor lastige vragen.
Een goede voorbereiding kan de semi-arts veel leed besparen. Als ik een patiënt moet presenteren – wat zo ongeveer elke week wel het geval is – zorg ik dat ik me van tevoren in het verhaal verdiep. Het liefst stel ik al een dag eerder een uitgebreide differentiaal diagnose op, compleet met mogelijke onderzoeken en eventuele behandeling. Zo ontduik ik de meest voor de hand liggende opmerkingen.
Maar er is altijd wel een specialist die nóg moeilijker vragen kan verzinnen. En als ik het antwoord (na veel gehaspel en gebloos) niet op kan dreunen, wordt de vraag doorgespeeld aan de andere co-assistenten, of de specialisten-in-opleiding. Zoiets wordt je natuurlijk niet in dank afgenomen.
Een perfecte visite vergt dus nog een andere voorbereiding.
Specialisten zijn welopgevoede mensen; ze praten nooit met volle mond. Van dat gegeven kunnen assistenten en co-assistenten dankbaar gebruik maken. Iedere week zorgen wij dat er iets lekkers op de visitetafel staat: koekjes, taart of chocola. Het liefst zelfgebakken. Mocht een arts dan onverhoopt wat te snel hebben gegeten, zodat het taartbordje leeg is vóór de presentatie is afgerond, dan weet je in ieder geval dat de vragen mee zullen vallen. Immers, wie wil nu de bakker van zo’n heerlijke cheesecake aan een kruisverhoor onderwerpen?
Het probleem is wel dat, naarmate het co-schap vordert, de lat ook steeds hoger komt te liggen. De één na de ander weet met steeds grotere en mooiere taarten op de proppen te komen. Natuurlijk wil niemand voor de anderen onder doen; het zou maar eens schelen op je beoordeling!
Als ik op dinsdag om half twaalf ’s avonds nog in de keuken sta te zwoegen op een chocoladetaart met drie verschillende laagjes, dringt de waanzin van dit alles opeens tot me door.
De volgende week eten we koekjes, gewoon uit de verpakking van de supermarkt. Het presenteren gaat van een leien dakje; ik heb me de afgelopen weken zo druk gemaakt om andere zaken, dat dát me nu geen angst meer aanjaagt.