Tandartsdialogen

spiegel / Sholeh Rezazadeh

Beeld Afra Afrasiabi

Sholeh Rezazadeh (1989) is schrijver en dichter. Zij studeerde in Iran af in de geneeskunde en verhuisde in 2015 naar Nederland. Begin 2022 won ze de Debutantenprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde met haar roman De hemel is altijd paars.

Voor het eerst, sinds mijn verhuizing naar Nederland, hoefde ik van mijn tandarts niet al over zes maanden maar pas over een jaar terug te komen.

‘Alles ziet er perfect uit. Je tandvlees straalt gezondheid uit en heeft een hele mooie kleur,’ zei hij met dezelfde glans in zijn ogen als waarmee hij altijd iedereen vriendelijk aankijkt. Zijn patiënten, stagiairs, assistenten. Ik wil hem een dikke knuffel geven, maar zeg zo naturel mogelijk: ‘Dat is goed nieuws. Ow, niet dat ik blij ben dat ik je minder zal gaan zien, maar omdat het goed met mijn tanden gaat’.

Wat flauw, denk ik, kon je niet iets originelers bedenken? Hij lacht weer, deze keer breder en knikt. Zijn zachte huid, grote Romeinse neus en donkerbruine ogen lijken op een olijfgaard. Had ik dít niet kunnen zeggen: ‘Je lijkt op een tuin vol olijfbomen net voor de herfst’.

Gelukkig weet hij niet eens dat ik schrijver ben en bij hem hoef ik nauwelijks te praten. Bij een tandarts kan niemand je bombarderen met vragen waarvan de antwoorden niet eens belangrijk zijn, over je werk, je kinderen, waar je woont. Je mag alleen maar achteroverleunen en luisteren naar de ander.

‘Naar andere mensen luisteren terwijl ze achteloos over hun dagelijkse leven spraken’

Mijn tandarts vertelt vaak lachend iets aan zijn assistent, over die leuke avond met zijn date, over zijn vakantie, soms gaat het ook minder prettige zaken als zijn nek en rugpijn, maar nooit wordt er gezeurd. Het was voor mij ideaal om in zo’n situatie, als een onzichtbaar spook, naar andere mensen te kunnen luisteren terwijl ze achteloos over hun dagelijkse leven spraken. Soms hoorde ik een onbeduidend detail waar ik opeens dagen lang aan bleef denken, om het vervolgens later ergens in mijn verhalen of gedichten te verstoppen.

Aan het begin van mijn leven in Nederland was een afspraak maken met mijn tandarts een van de dingen waar ik het meest tegenop keek. Dat ik minimaal twee keer per jaar gebeld werd en dat ik, hoewel ik nooit ergens last van had, naar hem toe moest en er dan bijna altijd ook wel iets behandeld moest worden.

‘Gelukkig weet hij niet eens dat ik schrijver ben’

Het was nooit fijn om zo dichtbij iemand te zijn, zijn adem te horen, de pupillen van zijn ogen te zien bewegen terwijl hij zijn handen in je mond stopte en naar je tanden keek.

‘Rook je soms?’ ‘Nee.’ ‘Te veel alcohol of suiker?’ ‘Ook niet.’ ‘En je bent geboren in …’

Dit was een van onze eerste dialogen. Ik was bang dat er meer vragen zouden volgen, maar hij vroeg verder niets. Een volgende keer, terwijl ik mijn mond met een doekje dat ik van hem had gekregen schoon aan het vegen was, vroeg hij aan zijn assistent of hij iets voor hem zou willen pakken en sloot de deur achter hem.

De olijfgaard stond voor mij. Hij trok een tasje uit een lade en gaf het mij. Voor mij getuigt het van goede manieren om een cadeau niet direct uit te pakken, maar de Nederlandse etiquette verlangt dat ik dat wel doe. ‘Je mag het ook thuis uitpakken’, zei hij. Zodra ik de praktijk had verlaten, pakte ik mijn cadeautje snel uit. Een tube tandpasta, flosdraad, een paar merksuggesties en wat poetsinstructies. En een briefje: ‘Vergeet de elektrische tandenborstel niet!’.

Meer info: sholehrezazadeh.nl

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor. Eerdere afleveringen vindt u hier.

Delen