Tesla Model Y
We moesten geduld hebben, maar Tesla’s Model Y wordt uitgeleverd: de SUV-versie van Model 3.
Tekst: Bart van den Acker | Beeld: Tesla
Model Y lijkt sterk op de ‘kleine’ Model 3, maar dan wat hoger. Het basisontwerp is al acht jaar oud en bepaald niet spannend meer. De Y is wel lekker ruim. Vier volwassenen hebben ruimte genoeg. De bolle daklijn, met glazen panoramadak, vergroot het ruimtelijke gevoel. De voorstoelen zijn prettig en volop verstelbaar.
Tesla doet geen opgave van de inhoud van de bagageruimte. Die is behoorlijk groot, rond de 500 liter, met nog een flink vak voor bijvoorbeeld de laadkabels. Het is wel een misser dat er geen hoedenplank is. Die is ook niet alsnog te bevestigen. Een andere omissie is de afwezigheid van een achterruitwisser; het uitzicht naar achteren is al beperkt. De sfeer in het interieur is veel meer ‘sci-fi’ dan het uiterlijk doet vermoeden. Alles zit in een groot centraal display, knoppen en schakelaars ontbreken, op twee stengels aan de stuurkolom na. Voor diverse functies is even een zoektocht nodig, bijvoorbeeld in de handleiding, maar ook die zit in dat scherm. Het navigatiesysteem lijkt meer op het beeld vanuit een helikopter: schitterend! Daarbij is een deel van dat scherm steeds in gebruik voor de radarcamera’s die om de auto heen kijken. Het is knap wat die zien en hoe het werkt, maar leidt onder het rijden te veel af.
Tesla geeft al jaren hoog op over hun Autopilot en zegt dat ze klaar zijn voor autonoom rijden. Model Y bewijst eerder het tegendeel. Rijstrookbegeleiding en adaptieve cruise-control werken prima, maar op de raarste momenten gaat Model Y in de remmen voor een niet-bestaand obstakel. Dat is irritant en zelfs gevaarlijk voor achteropkomend verkeer. Soms ‘ziet’ het systeem een snelheidsbord dat er niet staat en past de snelheid aan, terwijl matrixborden worden genegeerd.
‘De schokdemping is zo hard, dat inzittenden ook op een prima snelweg steeds stuiteren’
Op weg vind ik de afstemming van het onderstel nog het meest storend. De schokdemping is zo hard, dat inzittenden ook op een prima snelweg steeds stuiteren, omdat oneffenheden niet worden verwerkt. Dat is vooral op langere ritten een serieuze beperking in het rijcomfort.
Er zijn nu twee versies van Model Y, het wachten is op eenvoudiger varianten. Ik reed de Long Range (de andere is Performance) met een 75 kWh-accu en twee elektromotoren, samen goed voor 258 kW/351 pk. De helft was ook genoeg geweest. Het stroomverbruik is zeer acceptabel, maar ietsje meer dan bij Model 3. Tesla belooft 15 kWh/100 km, ik reed moeiteloos tussen 16 en 17 kWh. Tesla belooft ook 502 km actieradius: deel 75 door 17, dat is 4,41, dus maximaal 441 km. Hou het in de praktijk maar op zo’n 425 kilometer, zeker geen slechte score. En Tesla’s eigen superchargers werken fantastisch.
Conclusie: Tesla’s vierde model is in uiterlijk bepaald niet de modernste. Technisch is Model Y ook niet superieur. Ooit was Tesla de grote pionier in elektrisch rijden. Die positie is achterhaald.