Titus Brandsma

Dit jaar wordt de voormalige Nijmeegse hoogleraar en rector magnificus Titus Brandsma (1881-1942) heilig verklaard. Zijn leven eindigde in concentratiekamp Dachau. “Op 26 juli, ’s middags om twee uur, maakt een kamparts hem met een injectie af”, schrijft de historicus dr. Loe de Jong in zijn 24 banden omvattende standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, waarin dertien pagina’s aan Brandsma worden gewijd. Wikipedia voegt hieraan toe, dat bij de toen al bewusteloze verzetsheld fenol werd geïnjecteerd. Op de site titusbrandsmateksten.nl treft men een groot aantal teksten van hem. Vorig jaar verscheen een boeiend artikel over Titus Brandsma in het tijdschrift Impressie, Tijdschrift voor Katholiek Erfgoed.

In het hierna verschenen nummer schreef Jeffry Huntjes, medewerker van het aan de Radboud Universiteit verbonden Katholiek Documentatie Centrum over het wonder dat als ‘een absolute voorwaarde’ geldt voor de heiligverklaring van Brandsma: “Dit wonder kwam in 2004, toen de Amerikaanse pater Michael Driscoli op miraculeuze wijze zou zijn genezen van huidkanker. Driscoli had tijdens zijn ziekbed dagelijks gebeden tot Brandsma en hij had een stukje van diens habijt onder zijn hoed gedragen. (…) Een team van medische specialisten stelde in 2019 vast dat Driscoli ondanks zijn operaties en bestralingen niet meer te genezen was en dat zijn herstel wetenschappelijk gezien onverklaarbaar was.”

‘Dokters en wonderen vormen geen gelukkig paar. Wat meer verwondering zou al heel mooi zijn’

Ik meld mij bij prof. dr. Inigo Bocken, wetenschappelijk medewerker van het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen, die samen met zijn collega dr. Ineke Cornet werkt aan een intellectuele biografie van Titus Brandsma; deze zal in 2023 ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van de Radboud Universiteit verschijnen.

Wat onderscheidt Titus Brandsma van andere, even dappere, al dan niet gelovige verzetshelden?
Wat bijzonder is aan Titus Brandsma is het feit dat hij zelfs in de donkerste en meest uitzichtloze omstandigheden toch rechtop bleef, de moed had om in het lijden toch de ‘stralende kracht’ van het leven (een lievelingswoord van Brandsma) te zoeken. (…) De grootsheid van zijn daden heeft met hun ‘kleinheid’ te maken, bijna onzichtbaar, maar die een oneindig verschil maken voor wie in het donker verkeert.

Wat zijn exact de feiten rond zijn levenseinde en wat maakt dat hij als martelaar is overleden?
Die omstandigheden zijn niet geheel duidelijk. Er zijn wat getuigenissen over. Zijn gezondheid was totaal ondermijnd door de ontberingen – en zijn gezondheid was sowieso altijd al een probleem geweest. Zijn martelaarschap heeft te maken met het feit dat hij geen compromis wilde sluiten – het nationaalsocialisme was voor hem onverenigbaar met een katholieke wereldvisie – hem daarvoor alles werd afgenomen, ook zijn leven. Het gaat om een gewelddadige dood als gevolg van zijn geweten dat hem geen compromis liet sluiten.

Waarom is een wonder noodzakelijk voor iemand die als een heilige heeft geleefd?

Voorwaar een ingewikkelde kwestie – die hele procedure met wonderen komt enigszins gedateerd over en is het wellicht ook. Ook iemand als Peter Gumpel, jarenlang één van de hoogste rechters inzake heiligverklaring, heeft in interviews vaker gezegd dat over die procedure opnieuw nagedacht zou moeten worden. Maar hier is ook een dilemma. De katholieke kerk houdt vast aan een procedure waarin zaken zo veel als kan geobjectiveerd worden. Dit is dan in feite weer heel modern. Om willekeur uit te sluiten. Verering is mooi, maar kan, zo heeft de geschiedenis geleerd, ook helemaal verkeerd gaan.

Hoe kwam de miraculeus genezen Michael Driscoll op het idee om zich dagelijks in zijn gebed tot Titus Brandsma te wenden, en aan het stukje habijt dat hij onder zijn hoed droeg?

Hier moet ik u echt ontgoochelen, want ik weet het gewoon niet. Mocht u geen contact krijgen met Father Driscoll, kunt u altijd contact opnemen met mijn collega Anne-Marie Bos van de Karmel. Zij weet hiervan veel meer dan ik.

Klik op de afbeelding om de tekst te vergroten

In 1986 publiceerde de Amsterdamse gynaecoloog prof. dr. Frits Lammes in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een artikel over Wondergenezing. Ik citeer: “Spontane regressie komt soms voor. Van het melanosarcoom is bekend dat er spontane genezing voorkomt, zelfs als er reeds metastases zijn. (…) Tot nu onbekende immunologische factoren spelen hierbij een rol.”

Was er bij Michael Dricoll misschien geen sprake van een melanoom (de enige vorm van huidkanker die uitzaaiingen kan geven) maar van een melanosarcoom? Ach, wat zou het? Dokters en wonderen vormen geen gelukkig paar. Wat meer verwondering zou al heel mooi zijn.

Hierbij wil prof. dr. Inigo Bocken en mevrouw dr. Anne-Marie Bos hartelijk dankzeggen voor hun medewerking.

Delen