U bent te oud!

Eigenlijk ben ik te oud voor deze tijd. Natuurlijk heeft informatietechnologie veel goeds voortgebracht, maar op de keeper beschouwd speculeert deze sector vooral op de gemakzucht van mensen. Wie zich eenmaal overlevert aan de grillen van deze cyber-loverboy ontkomt niet aan terreur: je mag nooit meer tevreden zijn met wat je hebt en móet blind met alle ontwikkelingen meemarcheren.

Als afgekeurde pensionado, die zich niet laat vloeren door de hectiek van alledag maar juist dagelijks de strijd moet aanbinden tegen de verveling, dood ik mijn tijd met het foppen van digitale systemen of beter gezegd: met het foppen van mensen en organisaties die zich hiervan bedienen. Daarvoor hoef je geen hacker te zijn. Eigenlijk gaat het kinderlijk eenvoudig en ik maak mij dan ook geen enkele illusie over de vermeende veiligheid van digitale patiëntendossiers.

Natuurlijk ga ik u niet alles verklappen, want voor je het weet is er een of andere malloot die mij van cybercriminaliteit beschuldigt. Maar u mag wel meegenieten van een experimentje. Ik woon op de Populierenlaan; wanneer ik echter op mijn computers adresgegevens moet invullen, voeg ik aan mijn straatnaam graag iets aan toe: Korte Populierenlaan, Lange Populierenlaan, Groene Populierenlaan, Hoge Populierenlaan, Lage Populierenlaan, Dikke Populierenlaan en Antarctische Populierenlaan.

Het wordt vaak keurig door het systeem geregistreerd. Dus ben ik wat verder gegaan: Ronde Populierenlaan, Donkere Populierenlaan, Ingekorte Populierenlaan, Kromme Populierenlaan, Plastic Populierenlaan, Frisse Populierenlaan, Rijke Populierenlaan, Opgewonden Populierenlaan, Verborgen Populierenlaan, Verlegen Populierenlaan, Verdwenen Populierenlaan… Misschien vindt u dit een flauwe grap omdat de computer alles slikt en niemand dit corrigeert. Toch kreeg ik laatst een zending met hierop in keurig handschrift het adres ‘Omgekeerde Populierenlaan’.

In Coach, Cure & Care 2025, een gezamenlijke toekomstvisie van de nieuwe generatie zorgprofessionals op het zorglandschap in Nederland, figureert een bijna-leeftijdsgenoot – de 62-jarige meneer van Dijk – met wie ik in medisch opzicht wel enige verwantschap voel: de man is bekend met suikerziekte, nierfalen, een hartinfarct, hartfalen, jicht, alcoholmisbruik en overgewicht. Mede dankzij het “elektronisch MDO” (multidisciplinair overleg) is de zorg rond hem uitstekend geregeld, al blijft in het ongewisse of meneer 2025 zal halen.

De opstellers van deze toekomstvisie verdienen alle lof omdat zij verder kijken dan eigen belangen, maar de geneugten van de ICT worden wel erg opgehemeld. Bij kritiek op het elektronisch patiëntendossier ligt sterk het accent op de privacy van de gegevens. Zolang aan het begin en het eindpunt van elk dossier een mens staat die iets moet invoeren en uitlezen maak ik mij vooral zorgen over het lot van onjuist ingevoerde informatie; deze gaat als ‘de waarheid’ een eigen digitaal bestaan leiden. Hoe kritisch zijn gebruikers van door de computer uitgespuwde informatie, die vaak als ‘zoete koek’ wordt geaccepteerd?

Veel kritiek óp het systeem betreft niet het systeem maar de mensen die hiermee omgaan. Het systeem zelf treft doorgaans geen blaam. Toen ik onlangs in het Stadsarchief van Amsterdam twee cijfers van mijn geboortejaar verwisselde en mijzelf geboren liet worden in 1592 kreeg ik direct de waarheid te horen: “U bent te oud!”

Delen