Uit de oude doos XXXII

Als je jaargangen Arts en Auto van de jaren vijftig doorbladert, valt op dat daarin veel aandacht is voor vakantie in Zwitserland, ’s winters én ’s zomers. Blijkbaar doet de bestemming het goed bij lezers. Maar voor sommigen nog niet goed genoeg. Begin jaren vijftig overwegen de Zwitsers de aanleg van een kabelbaan naar het ‘symbool van Zwitserland’, de Matterhorn. Maar er is lokaal verzet, het is ‘slecht voor het landschap’.

Zwitserland

In een ingezonden brief in 1952 meldt een lezer zijn ongenoegen over de tegenstand. ‘Waarom moet het schitterend uitzicht vanaf de Matterhorn, alleen maar bereikbaar blijven voor hen die klimmen kunnen?’, vraagt hij zich af. ‘Het landschap wordt geenszins verstoord daar andere stations smaakvol tegen de bergen zijn gebouwd’. Het ‘betrokken V.v.A.A.-lid’ correspondeert ook met de ‘Verkeersbond’ over de kwestie.

Een andere lezer reageert later op de brief. Hij neemt het op voor de Zwitserse tegenstanders. ‘Ik vind zulke apparaten in deze verheven natuur naar en lelijk en ik haat ze… ook al ga ik er weleens in zitten als ze er toch eenmaal zijn.’ Inmiddels bezoeken jaarlijks gemiddeld 560.000 toeristen de Matterhorn per kabelbaan.

In deze Arts en Auto aandacht voor een mooie plek in Zwitserland, het Lötschental. Mocht er onverhoopt iets in het landschap niet naar uw wens zijn, dan kunt u ons of het Zwitsers verkeersbureau natuurlijk altijd een brief schrijven.

Delen