Vakantiesouvenirs

Boven onze slaapkamerdeur staat sinds mensenheugenis een vuurtoren met een lengte van circa 25 centimeter. Het gaat echter wel om een zeer primitieve uitvoering van hetgeen je je bij een vuurtoren voorstelt. Het ‘lijf’ bestaat uit drie blauwe en twee witte balken, in de ‘hals’ moeten dertien vierkantjes ramen voorstellen, en onder een blauwe pet straalt het ‘hoofd’ aan alle kanten geel licht uit. De vuurtoren is eigenlijk een kaars en zit nog in plastic verpakking. Bovenop bevindt zich zo’n dikke laag stof dat het blauw nauwelijks meer zichtbaar is.

Wat ik zojuist heb beschreven is een vakantiesouvenir. Deze vuurtoren is een herinnering aan een vakantie in Zeeland. De hoeveelheid stof doet vermoeden dat het ding misschien wel vijftien jaar geleden is gekocht. Als kind mocht ik van mijn ouders op de laatste dag van onze vakantie voor een luttel bedrag een souveniertje uitzoeken. Die was voor jezelf bestemd. Onder een vakantiesouvenir wordt echter ook een presentje voor familie en vrienden verstaan. Ik kan mij niet voorstellen dat ik voor mijzelf zo’n foeilelijke vuurtorenkaars zou kopen. Dus zal het wel een cadeautje zijn, dat ik blijmoedig en met verschuldigde dank heb aanvaard.

Bij een vakantiesouvenir gaat men uit van een link met de vakantiebestemming. Ik herinner mij echter een vakantie in Bretagne, waarbij in een souvenirshop de vuurtorenkaars uit Zeeland stond. Alleen al de gedachte dat in Taiwan een dergelijk vakantieherinnering wordt geproduceerd die in misschien wel meer dan tweehonderd kustplaatsen wordt verkocht, leidde bij mij tot een groeiende aversie tegen de gewoonte om iets dergelijks aan te schaffen. Anderen krijgen van mij nog steeds een cadeautje maar sinds enkele jaren neem ik voor mijzelf steentjes of iets dergelijks van mijn vakantieplek mee. Alles wordt netjes gedocumenteerd. Eindelijk zijn de jaren van wijsheid aangebroken!

Eindelijk zijn de jaren van wijsheid aangebroken!

De vuurtoren boven de slaapkamerdeur mag zich gelukkig prijzen. Hij staat er, we zien hem, maar slaan er geen acht op. Het gaat om typisch zo’n plek in huis waar stof met rust wordt gelaten. Ik ben niet iemand die gemakkelijk iets weggooit en zeker geen vakantiesouvenir: een fraaie herinnering aan een mooie vakantie gun je een eeuwig leven en een cadeautje van een dierbaar persoon hoor je te koesteren. Ergens in mijn inboedel houden zich dus meer dan honderd vakantiesouvenirs schuil.

Gelukkig hoef ik mij dit jaar niet te bekommeren om het probleem ‘wat nemen wij van vakantie mee’ omdat tot driemaal toe mijn vakantie geannuleerd moest worden. Precies drie weken geleden werd ons bericht dat medio september onze opgeslagen inboedel moet verkassen. Eindelijk zou ik dus bij het doorsnuffelen van onze bezittingen weer volop kunnen genieten van een arsenaal aan vergaarde vakantiesouvenirs.

Een wezenlijk deel van onze opgeslagen goederen bestaat uit bezittingen die sinds de vorige verhuizing nooit zijn uitgepakt. Sommige spullen hebben zelfs twee of drie verhuizingen overleefd. Om torenhoge huurkosten van een opslagruimte te voorkomen, ga je dus een race tegen de klok aan waarin je strijdlustig tussen het inpakken van nieuwe dingen ook aan het uitpakken, sorteren en weggooien van oude spullen bent.

Ik deed een wonderlijke ontdekking: de wijze waarop ik tegenwoordig inpak en etiketteer blijkt exact hetzelfde als bij de vorige verhuizing bijna een kwart eeuw geleden en zelfs als bij de verhuizing daarvoor toen ik nog geen dertig was. In dat opzicht ben ik dus geen snars veranderd.

De veronderstelde vangst van vakantiesouvenirs valt bitter tegen. Het spijt mij voor degenen die ooit iets voor mij van vakantie hebben meegebracht. Daarentegen kon ik wel een gat in de lucht springen toen ik gisteren een prachtige houten kist met wel dertig vakjes terugvond die mijn ouders speciaal voor mij hebben laten maken ter gelegenheid van mijn achttiende verjaardag. In elk vakje zitten zowaar nog steentjes en schelpen die ik als herinnering heb meegenomen van vakanties uit die tijd.

Delen