Van collega naar meneer

Waarnaar verwijst de afkorting GC? Wikipedia presenteert een lijstje met maar liefst acht opties:

  • Garbage collection: een vorm van automatisch geheugenbeheer op computers
  • Geocoaching: een wereldspel waarbij je via een gps-toestel schatten kan ontdekken
  • Games Convention: een jaarlijks evenement in Leipzig
  • Gaschromatografie: een scheidingstechniek uit de analytische scheikunde
  • Geweldloze communicatie: een communicatiemodel van Marshall B. Rosenberg
  • Good Charlotte: een Amerikaanse punkband uit Waldorf
  • Grasshopper Club Zürich: een Zwitserse voetbalclub
  • Nintendo GameCube: door Ninendo uitgebrachte spelcomputer

Wikipedia vergeet echter te vermelden dat GC in de medische branche Geachte Collega betekent. Hoe geacht de betreffende collega is, doet overigens niet ter zake en over de veronderstelde collegialiteit heb ik mij nooit illusies gemaakt. Je merkt pas wat het woord collega inhoudt, wanneer je uit het BIG-register wordt geknikkerd en geen deel meer uitmaakt van het medisch bedrijf. Het is dan alsof je tegelijk met de beschermde beroepstitel arts ook jouw rugzak met medische kennis, vakmanschap en ervaringen moet inleveren.

Een bevriende voormalige huisarts die met zijn gezondheid kwakkelt, blijft zijn behandelaars consequent met Geachte Collega aanschrijven. Wanneer zijn medische beslommeringen ter sprake komen, heeft hij het ook altijd over collega A, collega B en collega C. Toen ik hem vroeg, waarom hij dit deed, luidde zijn antwoord: ‘Ik wil laten zien dat ik nog altijd over voldoende medische kennis beschik.’ Uit eigen ervaring weet ik dat dokters een voormálige collega in de rol van patiënt inderdaad niet altijd (meer) serieus nemen. Toen ik nog als huisarts praktiseerde was dat anders; soms kreeg je zelfs een voorkeursbehandeling, waarmee ik overigens moeite had.

Uit eigen ervaring weet ik dat dokters een voormálige collega in de rol van patiënt niet altijd (meer) serieus nemen

Het BIG-register is ontstaan nadat de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) in 1997 in werking was getreden. In deze wet is vastgelegd welke opleidingstitels beschermd zijn. Dat zijn er 27, waarvan er 12 verplicht geregistreerd moeten worden voordat men de beroepstitel mag voeren: apotheker, arts, fysiotherapeut, gezondheidszorgpsycholoog, klinisch technoloog, orthopedagoog-generalist, physician assistent, psychotherapeut, tandarts, verpleegkundige en verloskundige. Sinds 1 juli 2020 worden onder bepaalde voorwaarden ook mondhygiënisten als ‘experimenteerberoep’ tijdelijk opgenomen in het BIG-register.

Verworven medische titels mogen nog wel worden vermeld, wanneer hieraan niet praktiserend wordt toegevoegd; dit mag beslist níet worden afgekort tot np. Hiermee moet duidelijk worden gemaakt dat de betreffende persoon niet meer bevoegd is om handelingen te verrichten die verbonden zijn aan de beroepstitel. Met deze negatieve afbakening verdwijnt een gigantische schat aan medische vakkennis en ervaringen op de vuilnisbelt. En dat terwijl iedereen zich wel (natuur)genezer mag noemen. Navraag bij het CIBG leert mij overigens dat een arts (niet praktiserend) zich tot de laatste snik nog wel medicus mag of zou mogen (blijven) noemen. Misschien is dat een pleister op de wond.

Sinds mijn naam niet meer in het BIG-register staat, durf ik artsen niet meer als collega aan te spreken

Wat er tussen mensen gebeurt, is complexer dan wat regels voorschrijven. Je vindt elkaar aardig of niet. Zolang je jezelf maar kunt verschuilen achter wat op papier staat, hoef je gevoelens niet te etaleren. Sinds mijn naam niet meer in het BIG-register staat, durf ik artsen niet meer als collega aan te spreken of aan te schrijven. Ook dat niet-praktiserend hoeft van mij niet meer, behalve wanneer ik voor anderen zoals vluchtelingen opkom. Alleen in die situatie werp ik mijn verleden nog wel in de strijd. Betreft het een brief aan een huisarts of specialist, dan word je vrijwel altijd afgestraft met Geachte meneer Schretlen. Over wat dat geacht echt inhoudt, maak ik mij geen enkele illusie.

Delen