Veilig
Het ziekenhuis hoort een veilige plek te zijn. Daarom zijn we als medici – als het goed is – zo op het vóórkomen en voorkómen van fouten gebrand. Ook ik heb, in de paar maanden dat ik nu aan de slag ben, mijn eerste MIP al bij de daartoe aangestelde commissie mogen indienen.
Patiëntenveiligheid.
Over de andere kant wordt zelden gesproken. Toch ben ik me al te goed bewust van de risico’s als ik met een patiënt alleen een kamer oploop. Zeker in de nachtdienst, als ik als enige arts op de spoedeisende hulp de dronken en gedrogeerde feestgangers uit de nabijgelegen kroegen op mag vangen. Meestal zijn de patiënten (met snijwondjes, verstuikte enkels en een enkele boksersfractuur) door de pijn van hun verwondingen alweer redelijk nuchter, maar ik zal nooit die enorme kerel vergeten aan wie ik nietsvermoedend vroeg hoe hij aan zijn snijwond was gekomen. Met bloeddoorlopen ogen keek hij me aan. ‘Gaat je niks aan!’ bulderde hij. ‘Hechten, nu!’ Trillende handen maken slechte hechtingen. Zou dat ook te mippen zijn?
Gelukkig hebben we een beveiliger rondlopen, die bij calamiteiten oproepbaar is. Ik heb hem voor het eerst nodig als een psychiatrische patiënt na een overdosis ervandoor wil gaan. Terwijl we wachten op hulp proberen de verpleegkundige en ik tevergeefs onze patiënt de weg te versperren; hij is twee meter in het vierkant en wij… niet. Tijdens mijn co-schap psychiatrie had ik tenminste nog een alarmpieper bij me. Als ik die activeerde, kwamen er direct van alle kanten mensen aanrennen…
Maar daar komt reeds onze beveiliger; een jongen van negentien, nog smaller dan ik en welgeteld twee centimeter langer. Ik denk niet dat hij zich al hoeft te scheren. Met één blik op zijn gezicht werpen de verpleegkundige en ik ons opnieuw tussen hem en de patiënt in. ‘Laten we eerst even een kopje koffie drinken,’ probeert de verpleegkundige, ‘dan kijken we daarna of en hoe je naar huis kunt.’
Wonder boven wonder luistert de patiënt.
Buiten hoor ik de auto van de crisisdienst. Even later stapt een forse psychiater met warrig grijs haar de spoedeisende hulp binnen. En ik heb me nog nooit zo veilig gevoeld.