Ver van huis

Juul Kramer (20) reist en is freelance tekstschrijver. Ze levert geregeld bijdragen voor Arts en Auto (Student). Momenteel vanuit een Grieks vluchtelingenkamp waar ze als vrijwilliger werkt en verblijft.

 

 

Het is pas drie weken geleden dat ik aankwam in het vluchtelingenkamp Oinofyta in Griekenland, maar telkens als een van onze families vertrekt, schiet ik toch een beetje vol. Het is inmiddels midden in de nacht en de ‘lieve familie uit tent 71’ staat buiten het hek te wachten. Ze wachten op een smokkelaar die ze te voet, met de bus en door vier verschillende landen naar Duitsland zal brengen. Voor mij en de rest van de vrijwilligers is het bijna niet te bevatten, maar we doen wat we kunnen om ze te helpen. Waterdichte schoenen uit het warenhuis, een extra dikke jas, paracetamol voor de baby met influenza en natuurlijk last-minute afscheidsfoto’s.

Ontroerend om te zien hoe weinig deze mensen hebben en hoeveel ze ons geven

We hebben genoeg verhalen gehoord om te weten dat smokkelaars niet altijd eerlijk zijn en de reis verre van makkelijk is. Het is vooral lastig om je te realiseren dat deze smokkelaars vaak een betere kans hebben om onze ‘vrienden’ te helpen dan wij. Wij kunnen ze helpen hier te overleven, maar we kunnen ze niet helpen om vooruit te komen, en dat is moeilijk. Omdat de bevolking van Oinofyta voornamelijk bestaat uit Afghanen, is de situatie nog ingewikkelder. Ondanks de blijvende, ernstige dreiging van de Taliban, heeft de VN Afghanistan veilig verklaard. Hierdoor is de kans dat deze mensen via een legale route asiel krijgen vrijwel nihil. Ze zitten hier vast en alles wat wij kunnen doen, is proberen ze wat waardigheid terug te geven tijdens hun verblijf hier.

De bewoners van Oinofyta werken nauw met ons samen; ze helpen ons in het warenhuis en ze werken als vertalers voor de dokters en paramedici van Adventist Help, de NGO die de medische zorg in het kamp op zich neemt. Daarnaast delen ze hun verhalen met ons. Samen met documentairemaakster en mede-vrijwilliger Brenda ben ik een paar dagen geleden uitgenodigd door de zanger van het kamp. Hij zong zijn gedicht voor ons (“Mijn lichaam is nog in mijn thuisland, ik ben op de vlucht als een vogel ver van huis.”) en deelde zijn maaltijd. Het is ontroerend om te zien hoe weinig deze mensen hebben en hoeveel ze ons geven. De gastvrijheid heeft me geraakt en als er iets is wat ik straks mee naar huis zal nemen, is het wel dat we altijd moeten blijven zoeken naar manieren om dichter bij elkaar te komen. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde.

Delen