Verdeelsleutel

Gemeenten hebben veel taken op hun bordje, zoals taken die voortvloeien uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Participatie. Bij de recente decentralisaties werden gelden voor de uitvoering van het Wmo beleid toegekend aan gemeenten. Wanneer gelden vanuit de overheid verdeeld moeten worden over alle gemeenten in Nederland, is het van cruciaal belang dat goed gekeken wordt welke parameters hierbij gehanteerd worden. Gemeenten moeten het namelijk met hun inwoners daarmee doen. Maar hoe wordt er eigenlijk bekeken op welke bedragen gemeenten kunnen rekenen? Want als er landelijk een bepaald budget voor is, moet dit op een zo eerlijk mogelijke manier worden verdeeld.

Ik hoor kritiek op de manier waarop de verdeelsleutel gehanteerd wordt. Bij de verdeling van de Wmo gelden wordt gekeken naar gegevens over het medicijngebruik van de populatie van een bepaalde gemeente. Het ministerie van VWS hanteert hiervoor de parameter FKG: Farmaceutische Kosten Groep.

Wat gebeurt er nu als in een gemeente een zeer goed prescriptiebeleid wordt gehanteerd? In goede samenwerking met artsen en apothekers worden er minder medicijnen voorgeschreven. Er kan sprake zijn van hoge ziektelast in die gemeente maar dat komt dan niet tot uiting in de lage cijfers van het medicijngebruik. We weten dat er hoge kosten en gevaren voor de gezondheid kleven aan polifarmacie. Waarom gaat er dan minder financiering naar de gemeente die daar goed op let dan naar een vergelijkbare gemeente waar veel meer wordt voorgeschreven? Het lijkt me dan eerder wenselijk dat je een gemeente daarvoor belóónt dan dat die gekort wordt.

Medicijngebruik hanteren als verdeelsleutel voor Wmo-gelden is achterhaald

Er schijnt vanuit het RIVM een rekenmethode te zijn waarin per gemeente gekeken kan worden naar de ziektes die de inwoners hebben. Dat de mate van ziektelast niet correleert met het medicijngebruik is in cijfers aantoonbaar. Waarom dan toch de verdeelsleutel van medicijngebruik hanteren en niet die van ziektelast of leeftijd? Wil je voorkomen dat een gemeente ten onrechte een veel lager Wmo-budget krijgt, dan moet je dit aanpassen.

Op een studiedag over taal hoorde ik iemand van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten spreken. Er werd aangegeven dat een gemeente ook taken heeft op het gebied van jeugdgezondheidszorg, kinderopvang en peuterspeelzalen. De indicator van de overheid voor het budget voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE),  is gestoeld op de opleiding van de ouders. Deze indicator is in 2009 bepaald en daarna niet meer bijgesteld.

De spreekster stelde dat bij het bepalen van gelden voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid echter ook rekening gehouden moest worden met herkomst, omgeving en financiën. Klopt de huidige gewichtenregeling nog wel, vroeg de spreekster zich af. Door het speerpunt van de overheid voor een steeds hogere opleiding, is er een scheefgroei ontstaan in de verdeling van de gelden.

Of een verdeelsleutel nog maar enkele jaren gehanteerd wordt of al vele jaren: het is van belang goed te kijken naar de uitwerking ervan en bij onwenselijkheden er nog eens aan te sleutelen.

 

 

Delen