Vier doden
De dood wordt meestal tussen zijn en niet-zijn geplaatst. Maar is dat juist? Van drie van de vier mensen die zijn overleden en waarnaar nu mijn gedachten gaan, ken ik de namen: Dora Bruder, Luke Workoff en Stacy Paul. Van de vierde is mij geen naam bekend.
Dora Bruder werd op 25 februari 1925 in Parijs geboren. Op 18 september 1942 werd zij samen met haar vader gedeporteerd naar Auschwitz. Volgens mij is niet bekend wanneer Dora aldaar is overleden.
Luke Workoff is op 24 februari 1987 in South Huntington, een voorstad van New York, geboren en overleed ook alhier op 4 april 2020. Via negen woorden maak ik kennis met Luke: “his relentless passion was for his family and friends.”
Stacy Paul werd op 19 september 1972 geboren. Haar sterfdatum is onbekend. Op 1 april 2009 werd ze als vermist opgegeven. Op 4 januari 2009 werd zij voor het laatst gezien in Kenosha, een plaats in de Amerikaanse staat Wisconsin.
De vierde is een jongeman. Zijn geboortedatum heb ik niet kunnen achterhalen. Hij stierf in 1991. Kort na zijn overlijden werd de jongen gefotografeerd. Hij ligt op een matras in een vertrek dat een verwaarloosde indruk maakt. Het lijkt of hij slaapt.
Dora Bruder is vrijwel zeker vergast, Luke Workoff overleed aan COVID-19, Stacy Paul pleegde vermoedelijk zelfmoord door met haar wagen in een meer te rijden, en de onbekende jongen bezweek aan aids.
De Tweede Wereldoorlog kostte naar schatting 55 miljoen mensen het leven. Wereldwijd zijn er jaarlijks circa 800.000 zelfdodingen. Tot eind 2016 zijn aan hiv en aids meer dan 35 miljoen mensen gestorven. Hoeveel slachtoffers COVID-19 zal eisen, is onbekend omdat de pandemie nog niet is gestopt.
Wat zeggen cijfers? Op 24 mei 2020 stonden op de cover en pagina’s 12 t/m 14 van The New York Times circa duizend namen van mensen die aan COVID-19 zijn overleden. Louter naar zo’n pagina kijken doet al pijn. En dan te weten dat dit slechts 1 procent is van álle doden door COVID-19 op dat moment in de VS.
De lijst begint met de woorden: “They Were Not Simply Names on a List. They Were Us.” En om dat te beklemtonen staat achter elke naam iets over die persoon. In de derde kolom van rechts staat op de vierde plaats Luke Workoff. Op internet tref ik een foto en meer informatie over hem.
In 1994 verschijnt ‘Le mémorial des enfants juifs déportés de France’ met circa 1500 foto’s van uit Frankrijk gedeporteerde joodse kinderen. Op pagina 534 van de editie van 2001 staat Dora Bruder met haar ouders. De Nobelprijswinnaar Patrick Modiano publiceerde in 1997 zijn zoektocht naar wat er nog over haar bekend was en wekt Dora voor even weer tot leven. Een Parijse straat draagt haar naam.
Een kort portret van Staci Paul treffen we in het vuistdikke boek The Complete Lexicon of Crisis Relates Suicides, Vol.1 (2014). Het boek gaat over mensen die tijdens de economische crisis van 2008 – 2013 een eind aan hun leven maakten. Op internet staan een foto en meer informatie over deze alleenstaande serveerster, die behalve een schuld ook een zoon van 10 jaar achterliet.
De foto van de onbekende jongen staat in het boek Art AIDS America (2015) maar zou dat ook zijn geweest wanneer deze niet was gemaakt door Duane Michals? Deze bekende Amerikaanse fotograaf voorzag zijn beelden vaak van een toelichting. De aangrijpende, handgeschreven tekst bij de foto van de onbekende jongen gaat over de vader die zijn zoon voor de begrafenis verzorgde.
Niet in cijfers maar in verhalen blijven doden leven. Voor hoelang? Eén, twee, drie generaties? Daarna zullen de vier doden vergeten zijn net zoals ook onze namen vergeten zullen worden. Maar er is een troost: ook vergeten zijn is een vorm van zijn.
1 reactie
Naar aanleiding van een te schrijven boek (Meisjes uit vervlogen dagen, uitgekomen in 2015) was ik vaste gast in het ECAL (erfgoedcentrum Achterhoek/Liemers). Ik doorzocht er alles dat iets te melden hadden over Doetinchem want daar speelde het verhaal zich af.
Zo zag ik een geschiedenis voorbijtrekken vol met vergeten namen. Eén daarvan bleef hangen. Ik keek naar het intens blije gezicht van een jonge vrouw, Eva Berlijn. Ze was net moeder geworden en op weg naar haar schoonouders in Dinxperlo om haar dochtertje te laten zien. Natuurlijk lopend (ruim 19 kilometer) achter de kinderwagen, want anno 1941 was openbaar vervoer allang verboden voor Joden.
Ik las over haar leven en haar familie. Dat van haar, haar man Leo en dochtertje Julia eindigde amper een jaar later op 28 mei 1943. Sobibor was hun eindstation. Maar dat blije gezicht bleef me bij. Of ik daarom haar naam noemde tijdens de 4 mei toespraak van 2015? De gemeente had mij gevraagd. Ik eindigde mijn toespraak met ‘wellicht kan herdenken een bijdrage leveren aan het daadwerkelijk nadenken’.
En dan rolt het toeval over elkaar. Natuurlijk kende ik de naam Berlijn, ik had een klasgenoot die zo heette. Jaren was hij uit beeld, net als zijn zus vertrokken uit Nederland tot ze eind 2018 samen met hun families naar hun geboorteplaats kwamen. Zij uit Tel Aviv en hij uit de VS. Het werd een bijzondere middag. Op een rustig moment praatte hij me bij; verdorie, ook hij kende Eva Berlijn slechts van foto’s en verhalen. Ze was een van de zussen van zijn vader. Die had als enige van de familie de oorlog overleefd.
Natuurlijk worden we ooit allemaal een keer vergeten, maar wat blijft is dat de aanblik van een oprecht blij gezicht, zomaar even roet in het eten kan gooien van het definitieve vergeten. Het had dit jaar al moeten gebeuren, maar corona… Nu is het verschoven naar eind juni 2021 en wel de opvoering van de Rockopera Freyheyt in het Amphion theater te Doetinchem. Het gaat over het maken van keuzes en haar naam en persoon speelt daarin een rol.
Joep Scholten
16 juli 2020 / 12:14