Voorbeeldige uitkomst

In de interviews die ik al een aantal jaren voor oncologische vakbladen doe, klinkt de laatste paar jaar één credo steeds vaker terug: ‘dichtbij als het kan, verder weg als het moet’. Het oncologische veld is flink opgeschud, iets waarin de discussie over het getalscriterium (het aantal ingrepen binnen een oncologische discipline dat een team minimaal per jaar moet doen) een belangrijke rol heeft gespeeld. Een gevolg is dat de patiënt voor de verschillende stadia van zijn kankerbehandeling in diverse ziekenhuizen terecht kan komen: dichtbij voor de minder complexe zorg en verder weg als het complexer wordt, en als het dus om zorg gaat die geconcentreerd is in een beperkt aantal centra.

Op zich een goede ontwikkeling, maar het is wel terecht dat de Santeon-ziekenhuizen nu aan de bel trekken. “Als een patiënt voor een deel van de behandeling naar een ander ziekenhuis moet, dan heeft het verwijzende ziekenhuis naderhand geen beschikking over de data van dit deel van het behandeltraject”, lezen we in een nieuwsbericht over Santeon dat Skipr gisteren plaatste. Het bericht staat stil bij de presentatie van het derde Santeon Uitkomstenboek, verschenen in het kader van het programma ‘Zorg voor Uitkomst’ waarin de Santeon ziekenhuizen hun behandeluitkomsten vergelijken en gezamenlijk zoeken naar een verklaring voor eventuele verschillen.

Registratie en opslag van uitkomstdata is nogal eens versnipperd

De deelnemende ziekenhuizen lopen daarbij op tegen de huidige praktijk, waarin de registratie en opslag van uitkomstdata nogal eens versnipperd is. “Voor vergelijking tussen ziekenhuizen hebben we meer nodig dan wat op dit moment in de landelijke database beschikbaar is”, zegt woordvoerder Laura van den Boogaard. De betrokken ziekenhuizen hebben daarom voor de aandoeningen die ze onderzoeken (long-, prostaat-, borst- en darmkanker) de koppeling zelf tot stand gebracht.

Hier schuilt een les in die andere ziekenhuizen niet mogen negeren.

 

Delen