Voorlopers en achterhoedevechters

De Amerikaanse econoom Michael Porter zei het recent nog: Nederland kan leidend worden op het gebied van value based healthcare. ‘Start met value based financiering’, luidt zijn boodschap. Maar daarvoor moet die ‘value’, de waarde van de zorg dus, wel transparant zijn. Op dit moment scoort Nederland in die transparantie nog niet heel best, concludeert adviesbureau KPMG in een advies. We bezetten wereldwijd een gedeelde zevende positie als het gaat om de mate waarin ons zorgsysteem inzicht biedt in de kwaliteit en kosten van de zorg en de ervaring van de patiënt.

Het is dan ook goed dat Bas van der Dungen, directeur-generaal curatieve zorg van VWS, nu een duidelijke doelstelling neerlegt: binnen nu en vijf jaar moet 50 procent van het behandelaanbod in de curatieve zorg transparant zijn. En hij heeft natuurlijk gelijk als hij stelt dat Nederland hiervoor helemaal niet het wiel opnieuw hoeft uit te vinden, maar gewoon gebruik kan maken van internationaal beschikbare standaarden.

Zorgaanbieders moeten wel de bereidheid tonen om de kwaliteit van hun werk transparant te maken

Wat hij er niet bij zegt, maar wat even belangrijk is, is dat zorgaanbieders de bereidheid moeten tonen om de kwaliteit van hun werk transparant te maken. We zien hier heel mooie voorbeelden van, denk aan DICA, Keurmerk Fysiotherapie of het hart- en vaatcentrum van het Catharina Ziekenhuis. Maar we zien ook nog steeds tegenwerking van zorgaanbieders die stellen dat het onmogelijk is om kwaliteit te meten of die andere barrières opwerpen. Naarmate meer zorgaanbieders wél bereid zijn tot transparantie over de uitkomsten van de zorg die zij leveren, zullen de zorgaanbieders die dit niet doen meer en meer een achterhoedegevecht gaan voeren met hun pogingen op de rem te trappen. Het is een mooie ambitie hen binnen nu en vijf jaar naar die achterhoede manoeuvreren.

Delen