Voorspelbaar
De reactie van minister Edith Schippers op het voorstel van de Landelijke Huisartsen Vereniging, om huisartsen niet langer onder de Mededingingswet te laten vallen, was volledig voorspelbaar. Ze zei dat ze de nu bestaande problemen van de huisartsen binnen de huidige wetgeving wil oplossen. Logisch, want als ze akkoord zou gaan met het voorstel de huisartsenzorg uit te zonderen van de Mededingingswet, zouden andere beroepsgroepen in de zorg direct opstaan en roepen: “En wij dan?” Het zou het einde betekenen van het huidige zorgstelsel.
De reactie hierop van Renske Leijten, Tweede Kamerlid voor de SP (op Twitter) was even voorspelbaar: “Ja dat is ook de bedoeling.” Háár bedoeling wel inderdaad, haar partij is immers van de ‘zorg geen markt’-ideologie. In een reactie op de berichtgeving op Medisch Contact stelt bedrijfsarts W.J. Duits dat je de minister niet kunt verwijten dat ze haar eigen lijn vasthoudt, om daar vervolgens de conclusie aan te verbinden dat ze maar snel het veld moet ruimen.
Dit laatste kan zomaar gebeuren, en de uitslag van de Eerste Kamerverkiezing maakt het risico erop alleen maar groter. De kans dat Schippers dan in een volgend kabinet zou terugkeren als minister van VWS is uiterst klein. Maar de kans dat die functie in handen komt van een van de partijen die uitgesproken tegenstander van het huidige stelsel zijn, of dat die partijen samen een Kamermeerderheid zouden behalen, is niet veel groter. Daarvoor is het politieke veld veel te versplinterd. De vraag of dat erg is, mag ieder voor zich beantwoorden. Feit is wel dat nostalgie vooral leuk is als borreltafelpraat.
12 reacties
Inderdaad is de reactie voorspelbaar, maar dat is geen reden om dit statement niet te maken natuurlijk. Het is namelijk goed om te laten zien dat het verbod op samenwerking slecht is voor de zorg door de huisarts – en andere zorgprofessional- geleverd. Samenwerken en concurreren tegelijk van het veld verlangen is vreemd, en dat onder het voetlicht brengen is de verdienste van het statement van de huisartsenvereniging.
Alberts
28 mei 2015 / 10:11Samenwerken en concurreren tegelijk is van alle tijden. Autofabrikanten betrekken onderdelen voor hun auto’s van concurrerende autofabrikanten. Als freelance journalist werk ik voor projecten samen met andere freelance journalisten die voor andere projecten mijn concurrenten zijn. Ziekenhuizen werken samen in wetenschappelijk onderzoek en zijn tegelijkertijd concurrenten van elkaar op dezelfde patiëntenpopulaties.
Frank van Wijck
28 mei 2015 / 10:17Als het gaat om de zorg van de patiënt moet diens belang voorop staan. Dat is het beste gegarandeerd wanneer er geen andere belangen een rol spelen. Die worden bij marktwerking wel geïntroduceerd en dan kan situaties opleveren waarbij het niet om de patiënt gaat.
Ik vind dat wat anders dan samenwerkende journalisten of autofabrikanten…
Alberts
28 mei 2015 / 12:54Ook in de zorg kan concurrentie je ertoe aanzetten om het beste uit jezelf te halen. Wat verklaart toch die gedachte dat de zorg zo bijzonder zou zijn dat daarvoor andere regels moeten gelden dan in alle andere sectoren? Ik zie daar geen enkel geldig argument voor.
Frank van Wijck
28 mei 2015 / 13:06Daar is veel over te zeggen, ik vind het juist vreemd dat mensen denken dat de zorg vergelijkbaar is met overige sectoren.
Mocht je dit artikel nog niet kennen is het wellicht de moeite waard:
http://medischcontact.artsennet.nl/archief-6/Tijdschriftartikel/13649/Markt-en-zorg-onverenigbaar.htm
Alberts
28 mei 2015 / 13:33Ja dit artikel ken ik nog wel, het wordt vaker aangehaald door ‘zorg geen markt’-denkers. Ik kan mij niet vinden in de strekking van dit verhaal, maar dat zal je niet verbazen. Artsen zijn wel degelijk leveranciers van producten.
Frank van Wijck
28 mei 2015 / 13:54Onzin taalspelletje van FvW;
http://nl.wikipedia.org/wiki/Dienst_(economie)
Dienst (economie)
Onder een dienst verstaat men in de economie niet-fysieke goederen. Dit onderscheid tussen goederen en diensten wordt wel gemaakt in het dagelijks spraakgebruik of in statistieken, maar niet in de economische wetenschap.
Zowel goederen als diensten worden vaak aangeduid als producten.
Een goed is stoffelijk, bijvoorbeeld een stofzuiger of een appel, terwijl een dienst niet stoffelijk is. Een dienst is vluchtig en moet afgenomen worden op het moment van productie. Als je niet op tijd in de bioscoop bent met je kaartje, dan is het kaartje verlopen. De dienstverlening heeft dan al plaatsgevonden.
Diensten zijn uiteenlopend van aard, enkele voorbeelden zijn:
De behandeling van een patiënt (arts);
Het afgeven van een “legal opinion” (advocaat);
Het opstellen van de jaarrekening (accountant);
Het opstellen van een testament (notaris);
Het repareren van een auto (garage);
Het repareren van een waterleiding (loodgieter);
Het opleiden van leerlingen/studenten (docent);
Bij veel van deze diensten worden ook goederen geleverd: de arts levert medicijnen en verbandmateriaal, de automonteur levert onderdelen.
De afhankelijkheid van de personen die de dienst uitvoeren is groot, en de standaardisatie van diensten is lager dan die van goederen. Diensten onderscheiden zich daarom (met een aantal belangrijke uitzonderingen) van goederen door een hogere risicoperceptie bij klanten en een extra accent op marketing, personeel en sociale vaardigheden.
Betaling voor een dienst kan gebaseerd worden op het aantal bestede uren (populair ook bekend als het uurtje-factuurtje-principe). Andere wijzen waarop de beloning bepaald kan worden zijn vaste tarieven voor bepaalde diensten, no cure no pay (slechts betaling indien het probleem is opgelost) of een percentage van de transactie, omzet of winst die door de dienst gerealiseerd wordt.
–Een auto is een goed. Het repareren van een auto een dienst.
Beiden zijn producten, maar de een is niet gelijk aan de ander en kan daarom ook niet worden gewaardeerd op dezelfde grondslag.
Een arts levert dan ook geen product met een garantie, onder voorwaarden, van 7 jaar zoals een automobielfabrikant kan doen.
De vergelijking tussen de autohandel en de zorg gaat dan ook geheel mank.
En over de vermeende samenwerking tussen automobielfabrikanten zal FvW zich toch wat meer moeten verdiepen. Daar spelen andere belangen dan FvW denkt.
Vrij toegankelijk zijn de fabrikanten in ieder geval niet. Geen concurrent mag kijken in de ontwerpafdelingen of een blik werpen in de toekomstplannen. Het samen gebruiken van een motorenfabriek is 1 ding, het ontwikkelen van een automaat met 7, 8, 9 of 10 trappen is een ander. En samen hybride modellen ontwikkelen is er toch echt niet bij; de belangen zijn daarvoor veel te groot. Je hebt samenwerken en je hebt samenwerken, maar de ene samenwerking is niet gelijk aan de andere.
Automobielfabrikanten hebben in ieder geen last van een BKZ, een MBI, een MBH, een leverplicht of een contracteerplicht; laat staan van een gratis doorleverplicht.
Nostalgie als borreltafelpraat? Naar welke borreltafel? Naar de borreltafel waar dit hybride systeemmodel in elkaar werd gezet? Jammer dat Milton Friedman daarbij verkeerd werd begrepen, logisch, er werd nogal wat ingenomen. Milton Friedman was anders toch ook voorstander van een single payer model en hij werd daarvoor toch gewaardeerd met een Nobel Prijs!
Nostalgie naar wanneer? Naar welke tijd? Naar de tijd van een volwaardige ziekenfondsmodel? De enige tijd wanneer dat in Nederland gebeurde? Ja wel, maar dan wel met Denen, Noren, Finnen of Zweden over de vloer.
FvW slaat de plank wel vaker mis, maar zelden zo hard en zo ver ernaast als nu: de politiek in het algemeen en de politiek in de Tweede en Eerste Kamer doen er helemaal niets toe als het om de keuze voor systeemmodel gaat; het zijn de financiële instellingen/machten/krachten die de beslissingen nemen en doordrukken. Lees KP Companje’s meesterwerk, Tussen volksverzekering en vrije markt: verzekering van zorg op het snijvlak van sociale verzekering en gezondheidszorg 1880-2006,
en drink er dan maar een borrel op.
Na het verschijnen van KP Companje’s meesterwerk is het Historisch Centrum door de verzekeraars de nek omgedraaid; van die transparantie waren zij niet gediend.
Dat zegt wel wie er in dit land de macht heeft. Proost.
ANH Jansen
28 mei 2015 / 20:35Markt of niet, er zijn altijd belangen geweest naast de belangen van de cliënt.
Het voorstel van de lhv komt ook voort uit de belangen van huisartsen die geen ondernemer willen / kunnen zijn en wel hun praktijk draaiend willen houden.
Ook in een ‘markt’ mogen nog steeds nieuwe richtlijnen opgesteld worden per aandoening en kunnen huisartsen samenwerken om nieuwe behandelvormen te ontwikkelen.
Daarnaast ook als er geen markt is, zijn er belangen van bijvoorbeeld onderzoekscentra die subsidie willen ontvangen voor onderzoek wat betekent dat de andere centra dit niet ontvangen. Ook dan is er concurrentie.
De hele discussie of er een markt is, is wat mij betreft onzin. Er is altijd concurrentie en zelfs als we volledig teruggaan naar de oude budgetten zal er nog steeds concurrentie zijn en zullen er ondernemers zijn die nieuwe methoden of bedrijfsvormen ontwikkelen.
Tijd dat alle zorgondernemers / zorgverleners beseffen dat de tijden zijn verandert en dat we leven in een tijd waarin van iedereen verwacht wordt dat ze de waarde die ze toevoegen blijven vergroten of ingehaald worden door collega’s / concurrenten die dit wel begrijpen.
Bas van Pelt
28 mei 2015 / 21:35Nuchter Bas, en terecht wat je stelt: concurrentie is er altijd. Dat kun je maar beter doorhebben.
Frank van Wijck
28 mei 2015 / 22:14Nuchtere onzin.. huisartsen kunnen helemaal geen ondernemers zijn binnen dit zorgstelsel van opgelegde prijzen door de NZA, BKZ van de minister e.d.
Concurrentie discussie verbloemt dit aspect volledig.
G K Mitrasing
28 mei 2015 / 23:18Precies, het feit dat er wel of geen concurrentie is, is niet de essentie van het betitelen tot markt. Bij het versieren van dat mooie meisje op school was er ook concurrentie, maar geen markt.
Als het écht een markt was zag het zorglandschap er totaal anders uit, dat kan ik u wel vertellen. Dat moeten we niet willen.
Maar wat nu ‘markt’ moet heten is een geleide planeconomie waar men geforceerd wat marktdenken wil inproppen. Daarom werkt het niet.
Alberts
29 mei 2015 / 10:17https://www.linkedin.com/in/basvanpelt
Ook zijn schoorsteen moet roken. Mag allemaal. Niets mis mee.
De man leeft van de zorg, maar of het de burgers wat oplevert? De kosten voor Bas gaan ieder geval niet voor de baat voor de verzekerden uit! Want, concurrentie en marktwerking verhogen de kosten; autonoom proces dat ingebakken zit in het systeem van marktwerking.
Daar was Milton Friedman ook achter gekomen en hij pleitte dan ook voor een single payer model!
De kampioen van de vrije markt die pleit voor single payer model!
Slechts door het toepassen van maatregelen uit het Handboek voor Socialistische en Communistische bestuurders, het MBI en het MBH en ‘akkoorden en convenanten” met de ‘spelers’ op het betreffende speelveld, onder dreiging van alles af te pakken, lukt het de Overheid om binnen het BKZ te blijven.
BKZ, MBH, MBI en marktwerking? En toch eisen dat concurrerende zorgaanbieders gaan samenwerken?
Dat krijg je met een Openbaar Bestuur met een bestuurders beperking.
Bij zorgverleners en aanbieders wordt gesproken van intrinsieke goedheid. Een uniek menselijk gedrag. Onbaatzuchtig gedrag. Moet worden gekoesterd en niet al te veel worden uitgebuit, zeggen de beleidsmakers en beslissers.
De grootste stijging in de zorguitgaven vindt men dan ook bij de beleidsmedewerkers, kosten beheer en advies. Anno 2015 ruim 8 miljard euro aan premie gelden worden daar verdampt. In deze categorie spreekt men dan ook niet van ‘intrinsieke goedheid’.
Volgen de beleidsmakers in Nederland nu Hayek of Keynes? Beiden zouden zich in hun graf omdraaien.
ANH Jansen
29 mei 2015 / 15:11