Voor/tegen

Sanne Gooskens werpt de vraag op of de markt de zorg beter maakt. Haar conclusie is: ja. In Nederland werkt de zorgmarkt nu, stelt ze. Complicerende factor is wel dat in de zorg drie klanten moeten worden bediend die ieder een ander doel hebben: de patiënt, de verwijzer en de financier. Een ware marketinguitdaging, en het zou daarom goed zijn als de patiënt gestimuleerd werd om een eigen keuze te maken, en geoutilleerd wordt om dit te kunnen doen door kwaliteitsindicatoren en beoordelingen toegankelijk te maken. Een proces in wording zoals we weten, al gaat het traag.

Zouden huisartsen geholpen zijn als patiënten hun kleine kwalen meer zelf oplossen, in plaats van hiervoor naar de huisarts te gaan, wilde Neprofarm weten. De conclusie van adviesbureau Ecorys is: ja. Het scheelt miljoenen aan zorgkosten en betekent dat huisartsen meer tijd overhouden voor complexe zorgtaken en substitutie van zorg. Het nieuwe kabinet moet dus werk maken van het stimuleren van zelfzorg, stelt Ecorys.

Wat hebben deze twee berichten met elkaar te maken? Inhoudelijk dat ze richtinggevend zijn voor hoe de zorg zich in positieve zin kan ontwikkelen. Toch lezen we onder het nieuwsbericht over Ecorys en Neprofarm louter cynische reacties: open-deur-onderzoek in opdracht van een belanghebbende partij die zelfzorggeneesmiddelen wil verkopen. Ik vrees voor Sanne Gooskens dat zij soortgelijke reacties kan verwachten. Zij is strategisch zorgmarketeer en partner bij Spring Marketing, gespecialiseerd in partijen ondersteunen bij het invullen van hun marketingdoelstellingen. En tot die partijen behoren steeds meer zorgaanbieders, schrijft zij.

Beide berichten zijn dus voer voor ‘zorg geen markt’-adepten: ‘Ze verdienen eraan, natuurlijk zijn ze er positief over’. Terwijl je ook kunt zeggen: ‘Ze weten waar ze het over hebben, laten we kijken hoe ze kunnen helpen het stelsel efficiënter te maken’.

Delen