Waar is Sebastian

In twee jaar tijd heeft de pandemie gezorgd voor een tweedeling in onze samenleving tussen degenen die noodgedwongen op de rem en noodgedwongen op het gaspedaal moesten trappen. Dit laatste geldt letterlijk voor de paar duizend bezorgers die dagelijks in ons land pakjes moeten rondbrengen. De pandemie is nu op haar retour. Welke sporen zal de tweedeling achterlaten?

Als huisarts sprak ik elke dag tientallen mensen en was ik blij wanneer er ’s avonds wat tijd voor mijzelf was. Sinds maart 2020 overheerst in mijn leven meer dan ooit stilte. Behalve vrouw en – af en toe – onze kinderen zie ik weinig mensen. Ik ben geen mensenmens, mensenmassa’s mijd ik en ook feestjes zijn niet aan mij besteed. Maar zonder menselijk contact kan vrijwel niemand.

Het klinkt gek, maar op een gegeven moment was ik blij wanneer er werd aangebeld door een pakjesbezorger. Ik heb mij nooit gerealiseerd dat ook een uitwisseling van een paar woorden of louter een vriendelijk knikje een mens heel goed kan doen. Voorheen telden louter diepgaander gesprekken. Wat praten over koetjes en kalfjes was niet aan mij besteed.

Zo leerde ik in de loop van de tijd alle bezorgers – de een wat beter dan de ander – kennen. Rond de jaarwisseling zorg ik altijd bijtijds voor een enveloppe met een dankkaart en fooi. Stijgt het kwik boven de 30 graden, dan liggen er in onze koelkast flesjes water voor hen klaar. Met velen knoopte ik een praatje aan.

‘Ik heb mij nooit gerealiseerd dat ook een uitwisseling van een paar woorden of louter een vriendelijk knikje een mens heel goed kan doen’

Maar de pandemie zorgde voor steeds meer drukte. Dat zag je aan het gedrag van bezorgers. Er was steeds minder tijd voor een praatje. De meest ongeduldige – of moet ik zeggen: meest gehaaste – bezorgers belden voor een tweede maal aan, wanneer niet snel genoeg werd opengedaan. Een enkeling deed aan ‘simultaan-bezorging’ en drukten zowel bij ons als bij de buren op de bel.

Sebastian is een uitzondering. Hij wacht altijd rustig – misschien zelfs gelaten – tot ik de deur open en presenteert het pakje alsof het om een cadeautje gaat. De 20-jarige jongen loopt ook nooit onmiddellijk weg. Hij wacht altijd nog een paar seconden. Een enkele keer stel ik hem dan een vraag en anders kijken we elkaar even aan zonder iets te zeggen.

Sebastian is anders dan de andere bezorgers. Hij is de tegenpool van een bezorger die zo snel is, dat wij hem nauwelijks krijgen te zien. Die jongen rent de oprit op, belt aan, dropt het pakje voor de voordeur en vliegt dan weer terug naar zijn witte bestelbusje waarvan de schuifdeur aan de zijkant open blijft staan. Soms kijkt hij nog even om. Wordt er wel opengedaan?

Toen ik deze bezorger achternarende om een fooi te geven, bleek dat hij nauwelijks Nederlands sprak. Uit welk land kwam hij? Syrië, Iran, Afghanistan? Ik weet het niet, maar kan mij nauwelijks voorstellen dat deze man zo wil werken. Wordt hij gedwongen om op deze wijze pakjes af te leveren? De taalbarrière maakte een gesprek onmogelijk.

Wie is Sebastian? Hij woont in een naburig dorpje. De pandemie lijkt aan hem voorbij te zijn gegaan. Hij is niet ziek geweest. Toch heeft de zachtaardige jongen zich laten vaccineren. Zijn grote droom is om automonteur te worden. Maar waar is hij? Een paar keer belden andere medewerkers van zijn pakketdienst aan. Kreeg de jongen een ander rayon? Of zou Sebastian te traag zijn bevonden?

Om redenen van privacy is de naam veranderd.

Delen