Wanhoopsbrief vanuit het gesticht

Van mijn co-assistentschap psychiatrie herinner ik mij nog levendig een jongen van ongeveer mijn leeftijd die het grootste deel van de dag doorbracht in een rokerig vertrek met medepatiënten die net als hij door alle medicatie apathisch voor zich uit staarden. Zo kan dit verdomde leven toch niet zijn bedoeld, schoot vaak door mij heen. Ik nam de knul weleens mee om te gaan wandelen over het terrein van de inrichting, waar ik hem zo dolgraag uit wilde hebben. Telkens wanneer ik het chanson Villejuif (1973) van Serge Reggiani (1922-2004) beluister, gaan mijn gedachten naar deze jongen. Zijn naam ben ik vergeten. Met twee pakjes sigaretten per dag en een volledig passief leven is het nog maar de vraag of hij überhaupt nog leeft.

De wereld van de waanzin – het thema van de boekenweek – grenst aan mijn duistere kant en vermoedelijk ook aan die van u. We proberen allen in deze waanzinnige wereld schone handen en een glimlach op onze lippen te houden, maar wie bereid is om zich kwetsbaar op te stellen, voelt dat wij met onze psychiatrische medemensen dezelfde wankele basis delen. Villejuif begint met een alarmerende inzet van het orkest die even indringend is als een sirene. In een brief uit het psychiatrische ziekenhuis van Villejuif schreeuwt een man die hier al bijna tien jaar verblijft zijn wanhoop uit. “Wat doe ik hier in mijn pyjama”, vraagt hij zich af: “Niemand hoort mij, ik leef zonder mee te tellen, men geeft mij injecties, snoert mij vast aan bed, ik hoor steeds deuren sluiten maar weet niet meer waar de uitgang is.”


Voor de tekst van Villejuif, klik hier.

In 2014 verscheen van de hand van Daniel Pantchenko een biografie over Serge Reggiani met als ondertitel L’acteur de la chanson. Reggiani had al naam gemaakt als (film)acteur toen hij op 41-jarige leeftijd ook chansons ging vertolken; hierin overtrof hij zichzelf als acteur. Villejuif is geschreven door Sylvain Lebel en de chansonnière Alice Dona; dit duo tekende vier jaar later ook voor Ma dernière volonté, dat in Nederland bekendheid kreeg dankzij de vertolking van Ramses Shaffy (Laat mij). Shaffy (1933-2009) maakte ook een cover van een ander chanson van Serge Reggiani: La chanson de Paul; dit werd in het Nederlands Ik drink.


Voor de tekst van Ma dernière volonté, klik hier.

De genoemde chansons lijken zowel op de huid van Serge Reggiani als die van Ramses Shaffy geschreven. Ook Serge Reggiani kampte behalve met depressies met een drankprobleem, dat toenam na de zelfmoord van zijn zoon Stephan (1945-1980), die eveneens chansonnier werd maar in de schaduw van zijn vader bleef staan. In 1992 maakt een andere zoon – Simon – een aangrijpende film (De force avec d’autres) over zijn vader, waaruit blijkt dat Serge Reggiani soms ’s avonds optrad om de nacht in de afkickkliniek door te brengen.

“Ik moet toch ook ooit kind zijn geweest, ooit achter honden en vliegers hebben gerend”, zingt Reggiani in het laatste couplet van Villejuif: “Kon ik maar naar de tuin van mijn jeugd terugkeren maar ik weet niet waar de steentjes zijn gebleven waarlangs ik de weg moet terugvinden.” Misschien is dat het besef, waardoor wij  ons met elkaar verbonden kunnen voelen: ooit waren wij allen kind en renden we achter honden en vliegers.

http://www.youtube.com/watch?v=-T69I2aj-4I

Voor de tekst van La Chanson de Paul, klik hier.

Ramses Shaffy

Delen