Wat zou u doen?
Wanneer je aan de ‘professionele’ kant van de tafel zit, word je weleens gevraagd wat jezelf zou doen in een bepaalde situatie. Zeker aan artsen wordt denk ik vaak gevraagd: ‘Wat zou u doen dokter?’ Tot voor kort vond ik dat een hele waardevolle vraag. Nu denk ik echter dat het belangrijk is er iets aan toe te voegen.
‘Wat zou u doen dokter, als u in mijn schoenen stond?’
Ik merk namelijk steeds vaker dat het omgaan met ziekte en verlies, maar ook met herstel en voorspoed, heel anders wordt beleefd. Natuurlijk verwacht je van een zorgverlener dat er duidelijk geschetst wordt wat je kansen zijn bij een bepaalde ingreep of behandelwijze. Wie weet sta je als arts dan helemaal achter een bepaalde behandeling en verwacht je van die oplossing het meeste heil.
Ken je de situatie echter van degene die voor je zit? Is het draagbaar wat je voorstelt en past het binnen zijn denk- en levenspatroon? En tegenwoordig moet je ook overwegen of het financieel haalbaar is.
Luisteren naar de hulpvraag is een kunst op zich
Als logopedist wordt aan ons ook advies gevraagd over eventueel overgaan tot sondevoeding of niet. Dan is het van belang het oogpunt van de patiënt goed in acht te nemen. En tijdens de behandeling van patiënten met neurologische problemen of stem- of spraakproblemen kan het zijn dat je een intensieve frequentie van behandelen adviseert. Dat wordt vanuit de richtlijn aanbevolen en zou je zelf in die situatie ook aangaan. Wanneer je echter goed doorvraagt blijkt dat op dat moment helemaal niet in te passen te zijn bij die persoon.
Mensen hebben verschillende gedachtes over gezondheid en herstel en verschillende mogelijkheden om daaraan te werken. Het is belangrijk om te achterhalen waar de patiënt die aan jou toevertrouwd is, mee geholpen is. Luisteren naar de hulpvraag is een kunst op zich.
In de verpleging wordt ook geopperd dat je omgaat met de mensen zoals jezelf behandeld wilt worden. Ik begrijp die intentie heel goed, maar ook daarbij kan het belangrijk zijn goed in te schatten wat de wens vanuit de ander hierover is. Wat is de patiënt gewend vanuit thuis of hoe wil hij aangesproken worden?
Zelf heb ik ook weleens aan een arts gevraagd wat hij zou doen wanneer het zijn vader betrof. Ook kan ik me voorstellen dat een ouder iemand aan een tandarts vraagt: ‘Zou u nog implantaten laten zetten? Het is belangrijk dat bij het antwoord heel duidelijk de patiënt voorop staat. Want zoals je het zelf zou doen, kan weleens behoorlijk verschillen.
1 reactie
Het belangrijkste is, dat wij als hulpverlener de werkelijke ‘vraag onder de vraag’ boven water kunnen krijgen. Het gebeurt vaak, dat ze aan de oppervlakte een vraag stellen: ‘Ik wil van mijn stotteren af’, ‘mijn kind praat niet goed’. Maar als je goed luistert, zit onder de oppervlakte vaak een heel andere vraag: ‘als mijn kind niet goed kan praten, ben ik bang dat hij het straks in deze maatschappij niet gaat redden’. “Als ik blijf stotteren, kan ik straks niet naar het HBO’.. Het is de kunst voor elke hulpverlener om te luisteren naar de oppervlakte-vraag… maar nog meer naar die er onder. Want die bepaalt welke interventie effectief is. Een effectieve hulpverlener is degene die meer doet dan te luisteren naar de eerste vraag!
Karin Derks
16 september 2016 / 15:46