Wederopbouw

Marian Kaljouw van de Nederlandse Zorgautoriteit zei het recent al: het antwoord op de vraag wat passende zorg is, ligt besloten in de vraag welke zorg in een regio nodig is. Het belang van de publicatie van de 42 regiorapportages nu kan daarom niet worden overschat.

De analyses geven een beeld van hoe een regio eruitziet en de knelpunten daarin. Het is een erkenning van het feit dat een landelijke blauwdruk voor hoe de toekomst van de zorg eruit moet zien niet bestaat. Terecht, want de problematiek zal er in de Randstad anders uitzien dan in Zeeland. En in Zeeland weer anders dan in Groningen of Limburg.

‘Landelijke blauwdruk voor hoe de toekomst van de zorg eruit moet zien bestaat niet’

De NZa stelt dat hiermee de beweging naar passende zorg kan worden gemaakt, zoals onlangs is afgesproken in het Integraal Zorgakkoord. Dat is in theorie inderdaad waar, de regiorapportages bieden daarvoor de juiste basis. Maar in de praktijk komt het nu aan op de invulling. Daarbij is nodig dat de betrokken partijen (zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten) bereid zijn om in samenwerking het algemene doel boven hun eigen organisatiedoel te stellen. Er hoort ook bij dat ze de burgers in hun regio bij het proces betrekken. Dat begint met de simpele vraag: ‘Wat hebben jullie nodig?’

Maar ook dan zijn we er nog niet. Het gaat er ook om zorgvragen voor te blijven of snel aan te pakken voordat ze tot grote (en dus dure) problemen leiden. En om mensen te faciliteren problemen die in het sociaal domein horen daar op te lossen, en dus te voorkomen dat de zorg ermee wordt belast. Het sociaal werk is de laatste jaren behoorlijk afgebroken. Snelle wederopbouw daarvan is een voorwaarde om al die andere noodzakelijke stappen op weg naar passende zorg te laten slagen.

Delen