Weg uit het ziekenhuis

Tijdens het Nefemed-symposium Agreement for a healthy future afgelopen woensdag sprak David Ikkersheim van KPMG over innovatie in de zorg en de gevolgen die dit heeft voor het huidige zorgaanbod. Niet verrassend haalde hij ziekenhuis Bernhoven aan als voorbeeld van een ziekenhuis dat hierin proactief optreedt. Toen hem de vraag werd gesteld of hij dezelfde bereidheid bij meer ziekenhuizen zag, was hij eerlijk genoeg om te erkennen dat het niet allemaal Bernhovens zullen zijn.

Het interview dat het FD diezelfde ochtend publiceerde met bestuursvoorzitter Wim van Harten van ziekenhuis Rijnstate  onderstreept hoe waar dat is. Van Harten is verklaard tegenstander van het hoofdlijnenakkoord voor de medisch-specialistische zorg en laat er geen misverstand over bestaan dat wat hem betreft de budgetten voor de ziekenhuizen de komende jaren helemaal niet aan banden kunnen worden gelegd. Dat dit in de contractonderhandelingen met zorgverzekeraar VGZ tot pittige discussie leidt, mag duidelijk zijn. Van Harten zegt het belang van patiënten niet terug te zien in uitlatingen als “we gaan patiënten wegbemiddelen” en “anders rijden we een mobiele privékliniek de parkeerplaats op.”

Het patiëntbelang is helemaal niet gediend bij meer ziekenhuiszorg, maar bij de juiste zorg op de juiste plek

Curieus, want het patiëntbelang is helemaal niet gediend bij meer ziekenhuiszorg, maar bij de juiste zorg op de juiste plek. En als een ziekenhuisbestuurder daar niet in mee wenst te gaan, is het terecht dat de zorgverzekeraar een harde lijn kiest. Zelfs scheidend NVZ-voorzitter Yvonne van Rooy ziet dit inmiddels in, blijkt uit wat ze zei tijdens haar afscheidscongres, namelijk dat met zorg op afstand de helft van de ziekenhuispatiënten naar huis zou kunnen. Die boodschap gaat ook Van Harten aan.

Delen