Wie is aan zet?

Twee berichten op LinkedIn over hulpmiddelen in de zorg: bij de een stond dat zorgprofessionals aan zet waren, bij de ander zorgverzekeraars. De toon was zeer verschillend, het onderwerp gelijk.

De NZa deelde op LinkedIn een artikel met de kop ‘Zorgprofessionals aan zet in het passend organiseren van hulpmiddelenzorg in spoedsituaties’. Jennifer Bergkamp, verpleegkundige met specialisatie palliatieve zorg en zorgtechnologie, had meegewerkt aan rondetafelgesprekken die de NZa organiseerde en schreef: ‘Het is nu aan de verzekeraars om contact op te nemen met zorgaanbieders om het hulpmiddelensysteem weer praktisch te krijgen’. 

Vanuit kostenbesparing en kwaliteitsverhoging zag de NZa het eerder als belangrijke stap om landelijke leveranciers verantwoordelijk te maken voor het leveren van hulpmiddelen in de thuissituatie. Nergens las ik iets over eventuele nadelige gevolgen van dit plan. Doordat de apotheker uit de eerstelijns driehoek huisarts-wijkverpleegkundige-apotheker is gehaald, zijn hulpmiddelen niet langer regionaal beschikbaar. Dit brengt problemen met zich mee, zeker in geval van spoed.

De Zorgautoriteit concludeerde na rondetafelbijeenkomsten met zorgprofessionals en verzekeraars dat bij de levering van hulpmiddelen maatwerk was afgenomen. En dat met name huisartsen en wijkverpleegkundigen veel tijd kwijt zijn aan het bestellen van hulpmiddelen voor de patiënt. Hierop stelde zij enkele verbeterpunten op.

‘Wat zou het geweldig zijn wanneer de NZa eerder had kunnen bijsturen en met VWS in discussie was gegaan’

Bij de kop die startte met ‘Zorgprofessionals aan zet’ gingen mijn zorgprofessional-haren meteen overeind staan. Dit komt waarschijnlijk doordat ik de Zorgautoriteit vaak positie zie kiezen voor zorgverzekeraars. Of doordat de Zorgautoriteit in elk geval de situatie waarin we ons als zorgprofessional (met name in de eerste lijn) en als zorgvrager bevinden niet helemaal goed onder ogen ziet. Dit merken we iedere dag. Gelukkig zijn de signalen over de hulpmiddelen nu wel opgepakt.

Dat gebeurde helaas niet bij een melding over de jarenlange onduidelijkheid over directe toegang voor logopedie. Hoewel wettelijk door de minister van VWS was bepaald dat er geen verwijsbrief meer nodig was, eisten enkele zorgverzekeraars die toch. Onduidelijkheid alom die voorkomen had kunnen worden als de NZa opgetreden had. We kregen echter steevast als antwoord: ‘We zijn ons ervan bewust dat er regels zijn die mogelijk een ongewenst effect hebben. Het heeft onze aandacht, maar aan de hand van de huidige regelgeving kan de NZa momenteel niet handhaven. Zorgverzekeraars mogen eigen nadere eisen stellen.’

Bij het voorbeeld over hulpmiddelen is na veel gepraat en inzet van velen een weg gevonden die ongewenst beleid weer recht zet. Wat zou het geweldig zijn wanneer de NZa eerder had kunnen bijsturen en met VWS in discussie was gegaan, of nog gaat, over de zaken die niet goed lopen in dit stelsel. Misschien gebeurt dit achter de schermen? Voor mij is het niet zichtbaar. Ook vanuit Zorgverzekeraars Nederland zouden zaken die voor patiënten verkeerd uitpakken prominenter aangegeven kunnen worden.

Dat de NZa gebonden is aan regels begrijp ik. En als de opdracht vanuit VWS vooral is om zuinig aan te doen en zorgverzekeraars eigen beleid te laten voeren, is daar tegen ageren lastig. De toon die in het artikel werd gezet vatte ik echter vooral op als een vingerwijzing naar de zorgprofessionals. Verschillende collega’s lieten weten het te zien als het ‘over de schutting gooien’ van het probleem.

Bij de NZa is nu een nieuwe bestuurder aan zet. Hoop dat zij voor meer verbinding kan zorgen en meer proactief beleid gaat voeren. De tekst waarmee verpleegkundige Jennifer Bergkamp háár berichtgeving afsloot is in ieder geval een goed voorbeeld en hoopgevend voor de toekomst:

‘Het is tijd om samen weer te gaan staan voor kwaliteit en houdbaarheid van de zorg.’

Delen