Wiebelkies

Wie herinnert zich niet het gevoel van een loszittend melktandje, het voorzichtig met de punt van de tong naar buiten duwen en dan weer terug laten veren, kijken hoever dat lukt? Knap werk van ons brein, dat erin slaagt om deze spannende sensatie levenslang te bewaren. Digitaal kan van alles worden opgeslagen maar nog niet dat karakteristieke gevoel van een wiebeltand.

Wat minder spannend is een wiebelkies op volwassen leeftijd. Dat hoort niet! Daarmee ga je naar de tandarts. Het overkwam mij in de periode waarin mijn gebit altijd opspeelt: kort voor een vakantie. Zoals tandartsen geen échte dokters zijn en dus in de zorg een eigen enclave vormen, horen tanden en kiezen voor artsen weliswaar tot het menselijk lichaam maar vallen ze bij lichamelijk onderzoek doorgaans buiten beschouwing.

Meer dan drie decennia heb ik dezelfde tandarts en daarin heb ik alle vertrouwen. Ik leg hem het probleem van mijn wiebelkies voor. De tandarts richt zijn blik op de boosdoener en begint er met een haakje wat aan te trekken en te duwen. Geen beweging! Ik leg hem uit dat de betreffende kies een lichte kantelbeweging maakt wanneer ik mijn onderkaak naar links schuif en er vervolgens op bijt. Ook zeg ik dat er een hoogteverschil bestaat met de kies ernaast.

Op de terugweg naar huis wiebelt de kies nog steeds. Althans: ik denk dat de kies wiebelt. Maar mijn tandarts heeft gezegd dat er niets mis is. Dus moet het gevoel tussen mijn oren zitten. Wie moet ik meer vertrouwen: mijn tandarts of mijn lichaam? En natuurlijk heeft mijn tandarts gelijk: met je onderkaak naar links schuiven en dan gaan bijten is geen natuurlijke beweging. Hoe dan ook, ik kan zonder zorgen op vakantie! In het verleden was dat wel anders.

Hoe zeg je wiebelkies in een vreemde taal?

Vakantiepret en kiespijn gaan niet goed samen. De wiebelkies speelt letterlijk op en zet zijn buurman onder druk. Ik kies met extra zorg mijn maaltijden en mijd hard voedsel. Wanneer een tandarts mij verzekert dat ik mij geen zorgen moet maken, moet ik mij niet gaan aanstellen. Maar op internet zoek ik toch voor de zekerheid naar een tandarts ter plekke. Duitsers, Schotten, Grieken, Japanners en Chinezen hebben allemaal een gebit, dus waarom zou een buitenlandse tandarts niet goed zijn. Maar hoe zeg je wiebelkies in een vreemde taal?

De wiebelkies wil het mij gelukkig niet nog lastiger maken. In het holst van de derde nacht na thuiskomst valt er plots een hard klompje op mijn tong. Ik schrik wakker: een groot deel van de wiebelkies met kroon! Ik bel de tandartspraktijk en kan nog dezelfde dag terecht. Op de meest recente röntgenfoto blijkt niets te zien maar ja: cariës kan achter een cordon van goud ongemerkt zijn slag slaan. Dit overkomt zelfs de beste tandarts!

Van veel historische plekken die wij tijdens vakanties hebben bezocht is meer overeind gebleven dan van mijn gebit. Ik vind het nog altijd verbazingwekkend hoe uitgerekend de harde stukjes ivoor in een mond zo ongenadig aangetast kunnen worden. Zeker wanneer je beseft dat deze na de dood samen met het skelet vaak het langst overleven.

Delen