Winterslaap voor dikke dokters

Hoe komt het, waarde lezer, dat ik soms met hongerige maag ga slapen maar ’s ochtends toch zonder honger opsta? Vullen dromen soms mijn maag? En het mooiste is dat ik ’s morgens ook nog eens wat minder weeg dan ’s avonds, maar dat was u al bekend. Zijn er creatieve geesten die dit wonder kunnen verklaren? Of bent u van het simpele type dat schermt met spreuken als ‘elk pondje gaat door het mondje’. Want laat dat duidelijk zijn: overgewicht is een zeer complexe zaak; ik weet er alles van, want ik ken mijzelf niet anders dan te dik.

Als dikke dokter ben je natuurlijk mild voor dikke patiënten. Wanneer het gaat om genezen kun je immers nog altijd beter kanker dan een flink overgewicht hebben. “La médecine c’est guérir parfois, soulager souvent, consoler toujours” luidt de – vermoedelijk ten onrechte – aan de Franse chirurg Ambroise Paré (1510 – 1590) toegeschreven spreuk, oftewel: “Geneeskunde is soms genezen, dikwijls verlichten, altijd troosten.” Een betere troost dan de aanblik van een ‘volslank’ lichaam kan de dikke dokter zijn patiënten niet aanreiken. Eén van mijn beste opleiders was broodmager maar rookte fors en dronk stevig: bij hem vonden nog veel meer mensen troost!

Wanneer ik alle frustraties van mij afgooi, lukt het om af te vallen. Maar artsen dienen zich zelfs onder de lastigste omstandigheden te beheersen en mijn misschien wel aangeboren beeld van de ‘ideale dokter’ doet nog steeds niet onder voor dat van mensen die medici heel hoog op een sokkel plaatsen. Wanneer ik mij opvreet en mijn eetlust niet stil, gaat de irritatie aan mijn lijf vreten en wacht mij een infarct of wat dan ook. Dus race je tussen de visites door snel even langs een fritestent om een kroket uit de muur te trekken. Thuis is dat niet anders: daar wil je graag de rol van ideale echtgenoot en pa spelen; en met glaswerk gaan smijten wordt hier bepaald niet erg gewaardeerd.

U begrijpt, beste lezer en misschien wel lotgenoot, dat nu de moeilijkste weken van het jaar zijn aangebroken. Voor Kerstmis ervaar je een beetje als voor Pasen: zelfs normaal eten voelt als vasten. Ik heb niets met egels en verafschuw vleermuizen, maar nu benijd ik hartstochtelijk deze dieren: waarom wordt de mens geen winterslaap gegund? Zelfs een tukkie van slechts een maand was voor mij al goed geweest. Wat zou dat heerlijk zijn: desnoods met knallende honger gaan slapen in mijn winterbed en tegen de tijd dat de sneeuwklokjes hun sierlijke kopjes opsteken fris ontwaken: zonder honger en zowaar ook nog een paar kilo lichter!

Delen