Ziek in Griekenland

De apotheek in Tolo, waar ik mij meld, is niet veel groter dan een huiskamer en zo met van alles volgestouwd, dat er slechts een smalle doorgang naar de toonbank resteert. Half hierachter verscholen zit een schriel mannetje met zwarte bril. Hij draagt een verschoten witte jas, waaruit ik de conclusie trek dat het om de apotheker gaat. Ik leg hem uit dat mijn vrouw migraine heeft en vraag naar Imigran Neusspray. Verdwaasd kijkt hij mij aan. Vanachter een kast verschijnt er een wat oudere, magere dame met een getekend gelaat die in een imposant boekwerk begint te bladeren. Nee, Imigran Neusspray is niet in Griekenland verkrijgbaar maar wel Imigran injectievloeistof met een auto-injector. Alsof mijn komst is verwacht ligt er plots een doosje met twee doseringen op de toonbank. Een recept is niet nodig. Prijs: € 22,00 euro.

‘Tolo geldt nog steeds als de badplaats van Nafplio, maar is inmiddels een kermisachtig vermaakcentrum geworden dat ook in Spanje had kunnen liggen’, schrijft Henk Buma in zijn reisgids over de Peloponnesos. Alle goede intenties ten spijt hebben wij ons nauwelijks over onze vakantiebestemming kunnen inlezen. Wie schetst mijn verbazing wanneer we de eerste avond op zoek naar een restaurant direct op een paar grijpautomaten met knuffeldieren en horloges stuiten. De hoofdstraat is een rommelige aaneenrijging van eettentjes en winkeltjes. Een paar honderd meter verderop vieren tientallen mensen met luide muziek en hapjes de opening van een tweede apotheek, die later op de avond met vuurwerk wordt afgesloten.

Het gaat met de gezondheid van vrouwlief niet de goede richting op. Integendeel. Is het wel migraine? Twee dagen voor onze terugkeer naar Nederland dwingt onophoudelijk braken van slijm en gal ons op de hotelkamer te blijven. Er blijft geen druppel water binnen. Van alles spookt door mijn hoofd. Ik moet aan zetpillen tegen braken zien te komen. Vroeger waren in dit soort situaties Motilium-zetpillen het redmiddel maar in 2014 zijn deze uit de handel teruggetrokken. Onze ervaring is echter dat Griekenland soms een vrijplaats voor geneesmiddelen is die elders niet meer beschikbaar zijn.

Ik meld mij dus opnieuw bij de apotheek. Geen teken van herkenning bij het horen van de naam. Het dikke boek wordt er niet eens op nageslagen. Wanneer ik aangeef dat de situatie best wel ernstig is, krijg ik het advies om na een uur terug te komen. Dán wordt de échte apotheker verwacht; misschien maak ik dan alsnog een kans om de gevraagde zetpillen te krijgen.

We moeten medische hulp inroepen maar waar vinden we een goede arts? De eigenaar van ons hotel haalt zijn schouders op. Zelfs in de apotheek krijg ik geen naam. Schuin tegenover de zaak duiden uithangborden op een dokterspraktijk. Maar bij een souvenirshop tien meter verderop krijg ik het advies om naar Nafplio te gaan, want ‘daar zitten wél goede dokters’. Dat is echter met 36 graden een onmogelijke opgave. Er dreigt uitdroging. Ik neem contact op met de alarmcentrale. De medewerker meldt dat in Nafplio en Argos twee ‘staatsziekenhuizen’ zijn, ‘maar nergens in Europa en Azië is de zorg zo slecht als daar’. Hij appt mij het adres van een particulier ziekenhuis in Athene. Indien nodig kunnen we naar die kliniek. Hoe? Met een ambulance!

De medewerker meldt dat in Nafplio en Argos twee ‘staatsziekenhuizen’ zijn, ‘maar nergens in Europa en Azië is de zorg zo slecht als daar’.

In de kersverse tweede apotheek annex drogist en wat al niet meer staat uitnodigend een fauteuil met bloeddrukmeter klaar. Hier geen stoffige types maar een betrokken vrouwelijke apotheker. Nee, Motilium-zetpillen zijn ook in Griekenland écht niet verkrijgbaar want het gaat om een Europese maatregel. Maar zij heeft wel een alternatief: voor nog geen twee euro krijg ik een doosje met vijf zetpillen. Het product – een wondermiddel – is in Nederland niet te koop maar in veel andere landen wel. Na ruim meer dan een etmaal stopt het braken. Nog anderhalve dag te gaan voordat ons vliegtuig vertrekt.

Het wordt een race tegen de klok. Letterlijk mondjesmaat accepteert de maag van vrouwlief water en de Griekse variant van ORS. In noodgevallen kunnen we de huurwagen laten ophalen en met de taxi naar het vliegveld gaan. De alarmcentrale vraagt echter tot tweemaal toe of vliegen wel verantwoord (‘fit to fly’) is. Alle mooie plannen voor de laatste dagen – met altijd de hoop op bijzondere ontmoetingen met Grieken – hebben we laten varen maar dat geeft niets wanneer wij maar veilig in Nederland terugkomen. Transavia stelt ons geduld met anderhalf uur vertraging op de proef.

Het laatste stukje van onze vakantie is een transfer van het autoverhuurbedrijf naar het vliegveld. De chauffeur is een in zwart gestoken, norse dertiger van weinig woorden.  Zijn werk bestaat uit niets anders dan het dagelijks op een neer rijden van hetzelfde stukje. Met zijn rijkunst test hij nog even onze magen. Wanneer ik hem als fooi twee euro geef, breekt er een aandoenlijke glimlach door en krijg ik een bemoedigend klopje op de rug. De man is oprecht dankbaar. Op de valreep toch nog een ontroerend moment om nooit te vergeten.

Delen