Zonder contract geen zorg?

Het recht op vrije artsenkeuze staat opnieuw ter discussie. In 2014 bleef het artikel in de wet dat vrije zorgkeuze borgt, tegen de wens van voormalig minister van VWS, Edith Schippers, overeind, nadat VvAA een breed verzet mobiliseerde tegen aanpassing van de wet. Het wetsvoorstel kwam er niet door en strandde in de Eerste Kamer. Maar ook onder de nieuwe ministers blijkt de vrije artsenkeuze geen vanzelfsprekendheid.

Destijds bepleitte Schippers dat het alleen vergoeden van zorg van gecontracteerde zorgaanbieders zou leiden tot een hogere kwaliteit, lagere zorgpremies en daarmee kostenbesparing in de zorg. Een onderbouwing daarvoor werd in de ogen van VvAA en alle partijen die zich aansloten bij het verzet tegen de wijziging, niet geleverd. De opluchting dat de voorgenomen wetswijziging in de Eerste Kamer nipt strandde, was dan ook groot. Maar op VWS lijkt de nieuwe minister, Hugo de Jonge, opnieuw aan de stoelpoten van dit recht te willen zagen. Mogelijk ingegeven door signalen dat zorgverleners minder geneigd zijn om te kiezen voor een contract.

Minister Hugo de Jonge lijkt opnieuw aan de stoelpoten van het recht op vrije artsenkeuze te willen zagen

De Jonge wil dat de contracteergraad toeneemt. Het aandeel niet-gecontracteerde zorg zou de laatste jaren steeds meer toenemen, wat een belemmering zou zijn voor goede, betaalbare zorg die in samenhang wordt verleend. Dat stelt de minister in zijn brief aan de Tweede Kamer van 9 november jongstleden. VvAA stelt daar tegenover dat het niet vreemd is dat zorgverleners, die al jaren met een toenemende regeldruk worden geconfronteerd, vaker besluiten voortaan zorg zonder contract te verlenen. Te meer omdat een groot deel van die regeldruk, in de ogen van zorgverleners, wordt veroorzaakt door de zorgverzekeraars. De beweging (Ont)Regel de Zorg, een initiatief van VvAA en Het Roer Moet Om (HRMO), waaraan alle bij de zorg betrokken partijen (onder andere de beroepsorganisaties, het ministerie en de zorgverzekeraars) zich gecommitteerd hebben, maakt op dit moment stappen in het terugdringen van de regeldruk, maar dat is een langlopend en taai proces.

Artikel 13 Zorgverzekeringswet en het hinderpaal criterium

De vergoeding van een zorgverzekeraar voor geleverde zorg aan een niet-gecontracteerde zorgaanbieder wordt ingevuld door het zogenoemde hinderpaalcriterium. Dit criterium garandeert in principe de keuzevrijheid van verzekerden, omdat de vergoeding van een zorgverzekeraar niet dusdanig laag mag zijn, dat daardoor een hinderpaal voor verzekerden ontstaat om een arts te kiezen die niet is gecontracteerd door de zorgverzekeraar. Dat het criterium niet alleen verzekerden, maar ook de niet-gecontracteerde zorgaanbieders en zodoende ook zorgverleners in het buitenland beschermt staat door jurisprudentie vast.*

Uit artikel 13 Zorgverzekeringswet volgt dat een verzekerde, wanneer hij kiest voor het betrekken van zorg van een niet gecontracteerde zorgaanbieder, recht op een vergoeding heeft. Concreet heeft de Hoge Raad bepaald dat geen sprake van een feitelijke hinderpaal is, als de vergoeding van de zorgverzekeraar voor niet gecontracteerde zorg 75-80 procent van het marktconforme tarief is**. Hierbij moet worden uitgegaan van de modale patiënt en van de omstandigheden in het specifieke geval.***

Rechtszaak

De vrije artsenkeuze is nog steeds onderwerp van juridische geschillen tussen zorgverzekeraars en niet gecontracteerde zorgaanbieders. In een recente rechtszaak die de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze tegen alle grote zorgverzekeraars heeft aangespannen, staat de vrije artsenkeuze en het hinderpaalcriterium opnieuw centraal. Doel van de procedure is het verkrijgen van een principiële uitspraak over de vraag hoe de vergoeding bij niet gecontracteerde zorgaanbieders dient te worden berekend. Zo wil de Stichting een oordeel van de rechter over wat bij niet gecontracteerde zorg het uitgangstarief is, op grond van welke criteria een korting in rekening mag worden gebracht en hoe hoog die korting dan vervolgens mag zijn.

Zorgverzekeraars stellen dat het hinderpaalcriterium beter volledig kan worden afgeschaft

De zorgverzekeraars bestrijden het standpunt van de Stichting en stellen dat het hinderpaal criterium beter volledig kan worden afgeschaft.

Niet in de zienswijze van de tegenstanders wordt meegenomen dat het hinderpaalcriterium behalve verzekerden, ook de niet-gecontracteerde zorgaanbieders zou moeten beschermen. Daarnaast wordt voorbijgegaan aan de rol die zorgverzekeraars zichzelf toedichten.

Is deze rol nog in lijn met de regisseursrol die zorgverzekeraars hebben? Of wordt de zorgverzekeraars door alleen gecontracteerden een vergoeding toe te kennen veel te veel macht toegekend?

Een veelgehoorde klacht is dat zorgverzekeraars niet altijd even transparant over de tariefstelling voor (wel en niet-gecontracteerde zorgaanbieders) zijn. Hoe tot een uiteindelijke vergoeding door de zorgverzekeraars wordt gekomen is voor verzekerden en voor zorgaanbieders vaak niet duidelijk. Ook is een veelgehoord geluid dat zorgverzekeraars geen maatwerk bieden en bij contractering enkel oog voor de kosten hebben. De optimale zorgverlening zou niet op de eerste plaats worden gezet. Een andere opvallende ontwikkeling lijkt, dat (kleine) zorgaanbieders en nieuwe partijen uit het contracteerproces worden gehouden, terwijl dit op grond van de selectieve zorginkoop niet mag.

Signaal zorgaanbieders

Hoewel de minister in zijn beleid inzet op meer gecontracteerde zorg, haken steeds meer zorgaanbieders af. Uit berichtgeving van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) van begin november blijkt dat veel huisartsen zich bij de contractonderhandelingen met Zilveren Kruis als gesprekspartner niet serieus genomen voelen. Veel huisartsen overwegen daarom sterk om geen contract meer met de zorgverzekeraars aan te gaan. Dit nadat eerder veel verloskundigen en ook fysiotherapeuten tot hetzelfde standpunt kwamen. Ook in de GGZ en de wijkverpleging is het hebben van een contract steeds vaker niet dan wel aan de orde.

Wordt de zorgverzekeraars door alleen gecontracteerden een vergoeding toe te kennen niet veel te veel macht toegekend?

Hoewel de minister dus pleit voor méér contractering, wordt die richting en/of de invulling daarvan in het veld niet breed gedragen. De opstelling van de zorgverzekeraars is daar debet aan. Het lijkt daarom voor de minister raadzaam meer oor te hebben voor de stem van alle zorgaanbieders. Zij dragen immers óók het patiëntenbelang én de kostenbeheersing uit. Voor het bereiken van hogere kwaliteit, lagere zorgpremies en daarmee kostenbesparing in de zorg is bereidheid tot samenwerking en draagvlak onder de zorgaanbieders nodig, dat lijkt wel eens te worden vergeten.

mr. Timo van Oosterhout en mr. Katrijn van Berkum werkzaam bij Stichting VvAA rechtsbijstand

* CBb 1-12-2015, ECLI:NL:CBB:2015:370,AB 2016/106 m.nt. W.I. Koelewijn en B. Wallage en HR 6-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3241, GJ 2016/33, m.nt. J.G. Sijmons
** Hof Arnhem-Leeuwarden 26 augustus 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6682 CZ/Momentum
*** Hof Arnhem-Leeuwarden 23-01-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:710 Conductore/Zilveren Kruis en Rechtbank Noord-Nederland 30-01-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:245 Forte GGZ/ De Friesland

 

 

 

 

Delen