Zorgparagraaf GroenLinks

  • Klik hier voor de zorgparagrafen van de andere partijen.
  • Klik hier voor het dossier met het laatste nieuws over de verkiezingen.

 

 

[De] gezondheidszorg moet gericht zijn op het vergroten van ieders kansen en mogelijkheden om mee te doen, ongeacht beperkingen. We leven allemaal langer en er komen steeds meer ouderen bij. De uitdaging is een zorgstelsel te ontwikkelen dat toegankelijk is, waarin mensen centraal staan en dat financieel duurzaam is. Een zorgstelsel dat bovendien de groeiende gezondheidskloof tussen lager en hoger opgeleiden verkleint.

Een van de speerpunten daarbij is het voorkomen van ziekten. Gezond leven moet makkelijker en goedkoper worden. Zodat sporten geen luxe, maar vanzelfsprekendheid is en je voor groenten en fruit minder betaalt dan voor chips en cola. Zorg- en welzijnsorganisaties, zoals de geestelijke gezondheidszorg en het maatschappelijk werk, spelen een belangrijke rol in het voorkomen van (ernstigere) gezondheidsproblemen. Zij signaleren problemen al vroeg en kunnen snelle en eenvoudige ondersteuning bieden, waar mogelijk met de inzet van het eigen sociale netwerk. Bezuinigen op het welzijnswerk is onverstandig. Voorkomen is beter dan genezen.

GroenLinks bezuinigt wel op de salarissen van specialisten en op de geneesmiddelenindustrie en kiest ervoor de zorg meer inkomensafhankelijk te financieren. De kosten kunnen verder omlaag door de eerstelijnszorg te versterken en zorg dichter bij mensen te organiseren, in hun eigen buurt, met thuiszorg, huisarts en wijkverpleegkundige. Zo voorkomen we dat mensen zich moeten voegen naar het strakke stramien van grote zorginstellingen. Wij willen dat je zelf kunt bepalen of en wanneer je eet, doucht of op pad gaat. Ook persoonsgebonden budgetten geven mensen meer vrijheid om hun zorg op eigen wijze te organiseren. Daarom hebben we in het Lenteakkoord de voorgenomen bezuinigingen hierop teruggedraaid.

 

Programmapunten zorg

F. Zorg in moeilijke tijden
1. In de wet wordt vastgelegd dat instellingen die werken met publieke (zorg)gelden altijd een vergunning hebben en geen winstoogmerk. Dat geldt voor zorgverzekeraars en zorgverleners, zoals thuiszorgbureaus en ziekenhuisinstellingen. In de vergunning worden onder andere eisen gesteld aan de toegang tot en de kwaliteit van de zorg, de regierol van de patiënt, de scholing van het personeel en de salariëring.

2. De ziektekosten worden solidair opgebracht. Dat betekent dat:
a) de nominale premie wordt verlaagd en de financiering van de zorg meer inkomensafhankelijk wordt;
b) de zorgtoeslag overbodig wordt;
c) het eigen risico inkomensafhankelijk wordt.

G. Zorg dichtbij
1. Ouderen, chronisch zieken en mensen met een handicap krijgen maximale zeggenschap over het eigen leven:
a) Eigen regie wordt gestimuleerd door de inzet van persoonsgebonden budgetten voor de mensen die dat willen. Het persoonsgebonden budget wordt administratief vereenvoudigd, zodat mensen meer zelf kunnen regelen.
b) Er komt één onafhankelijke indicatiestelling voor zorg, onderwijs, werk en inkomen. Verder wordt de indicatiestelling waar mogelijk vervangen door steekproefsgewijze controle achteraf.
c) Mensen krijgen de zorg zoveel mogelijk thuis.
d) Mantelzorgers worden beter ondersteund door gemeenten, bijvoorbeeld door af en toe afgelost te kunnen worden door professionele en vrijwillige zorgverleners. De bezuinigingen op de mantelzorgvergoeding worden teruggedraaid.
e) Bij de aanbestedingen in de thuiszorg dienen kwaliteit en continuïteit voorop te staan.

2. De wijzigingen in het stelsel van de jeugdzorg worden met urgentie in gang gezet. Ontschotting in de jeugdzorg dient te worden bevorderd. De gemeenten krijgen de regie over de jeugdzorg, zoals opvoedingsondersteuning aan huis. Gemeenten worden verantwoordelijk voor een sluitend aanbod van gespecialiseerde jeugdkrachten die directe ondersteuning bieden, in samenwerking met de eigen omgeving. Jeugdkrachten worden verantwoordelijk voor de doorverwijzing naar gespecialiseerde jeugdzorg en de financieringsstromen voor de jeugdzorg worden gebundeld.

3. Kwetsbare kinderen en jongeren worden zo veel mogelijk ondersteund om in een veilige situatie thuis op te groeien. Pleegzorg wordt gestimuleerd wanneer thuis wonen niet meer mogelijk is. Opgroeien in een instelling dient zo veel mogelijk als uiterste oplossing te worden gezien.

4. Er komt meer aandacht voor jongeren die in de justitiële jeugdzorg terechtkomen, omdat zij in veel gevallen beter geholpen zouden zijn met geestelijke gezondheidszorg. Kinderen zonder strafrechtelijke veroordeling worden niet meer ondergebracht in justitiële inrichtingen.

5. Het inspraakrecht in de jeugdzorg voor jongeren en (pleeg) ouders wordt versterkt.

6. De inhoudelijke deskundigheid van de professionals in de zorg voor jeugd wordt verbeterd, onder andere ten aanzien van huiselijk, seksueel, eergerelateerd en antihomogeweld en ten aanzien van culturele en religieuze verschillen.

7. Ieder kind is uniek. GroenLinks ijvert voor een maatschappelijk debat over medicalisering en de toenemende etikettering van kinderen.

8. Wonen en zorg worden gescheiden. De wooncomponent wordt uit de AWBZ gehaald. Mensen die in een instelling wonen krijgen zo meer regie over hun woonlasten en de manier waarop ze wonen. Mensen met een lager inkomen worden hiervoor gecompenseerd via de huurtoeslag en gaan er niet in inkomen op achteruit.

9. Er wordt meer geïnvesteerd in personeel, opleidingen en loopbaanmogelijkheden in de zorg. Instellingen voor verpleging en verzorging en voor gehandicapten- en geestelijke gezondheidszorg verbinden zich aan concrete plannen om kleinschaligheid te stimuleren en de kostenefficiëntie te verbeteren.

10. De bewonersbijdragen die instellingen vragen voor langdurige zorg worden gemaximeerd zodat bewoners de financiële ruimte hebben om maatschappelijk te participeren. Verzorgingstehuizen bieden oudere stellen met een verschillende zorgindicatie de ruimte om samen te blijven leven en slapen.

11. Het beleid van Nederlandse gemeenten ten aanzien van mensen met een Europese invalidenparkeerkaart wordt geharmoniseerd zodat zij overal makkelijker kunnen parkeren.

H. Zorg beter organiseren
1. Zorg in wijk en buurt komt centraal te staan. De eerstelijnszorg en de preventieve zorg worden versterkt. Het opzetten van kleinschalige gezondheidscentra wordt gestimuleerd, waarbij een apotheek, huisartsen, wijkverpleegkundigen en andere zorgverleners betrokken zijn.

2. Kwalitatief gelijkwaardige zorg die ook in de eerste lijn kan worden geleverd, vindt niet meer plaats in het ziekenhuis. De financiering van de zorg wordt meer dan nu gericht op gezondheidswinst in plaats van op het aantal verrichte behandelingen.

3. De centralisatie van ziekenhuiszorg en zorginstellingen mag niet ten koste gaan van bereikbaarheid van acute zorg, zoals spoedeisende hulp en kraamzorg. Aanrijtijden voor ambulances blijven in heel Nederland binnen de geldende normen, ook in dunbevolkte gebieden.

4. Werk in de zorg wordt interessanter en efficiënter door een taakherschikking van medisch specialisten, artsen, verpleegkundigen en paramedici.

5. Het medisch beroepsgeheim wordt gerespecteerd. De privacy van de patiënt en de autonomie van de arts worden niet aangetast.

6. Medisch specialisten komen in loondienst en worden onder de beloningscode voor de zorgsector gebracht.

7. Artsen en apothekers worden – zo mogelijk door middel van wet- en regelgeving – gestimuleerd om te kiezen voor de goedkope variant van een geneesmiddel. Als er medische redenen zijn om te kiezen voor een duurdere variant dan wordt die, in lijn met onafhankelijke kwaliteitsrichtlijnen, voorgeschreven.

8. Innovatie en medische technologie worden meer gericht op preventie, kostenbeheersing, kwaliteit van leven en versterking van de regierol van de patiënt. Met name ontwikkelingen op het gebied van E-Health bieden kansen op een efficiëntere zorg en dienen verder te worden ontwikkeld.

9. Zorgverzekeraars zonder winstoogmerk krijgen een centrale rol in de uitvoering van de publieke basisverzekering. In het bestuur van deze instellingen krijgen de cliënten een zwaarwegende stem.

10. Langdurige zorg (AWBZ) wordt zoveel mogelijk overgeheveld naar de publieke basisverzekering of naar gemeenten. Zorgverzekeraars worden verplicht samen te werken met gemeenten om zorgvoorzieningen te realiseren die het mogelijk maken om langer thuis te wonen.

11. Om het aantal orgaandonoren te vergroten, wordt het actief donorregistratiesysteem ingevoerd: mensen zijn donor, tenzij zij aangeven dat niet te willen.

12. Kwalitatief hoogwaardige alternatieve zorg, die voldoet aan eisen op het terrein van effectiviteit, opleiding, kwaliteitsbeleid en klachtenregeling, moet vrijgesteld blijven van btw-heffing.

13. Er komt binnen de hulpverlening meer aandacht voor mensen die kampen met een opeenstapeling van problemen, voor zorgmijders en voor geriatrische en palliatieve zorg.

14. Transgenderzorg wordt uitgebreid en er komt een einde aan de wachtlijsten voor transgenderzorg. Noodzakelijke, medische behandelingen bij geslachtsverandering worden vergoed door de basisverzekering.

15. GroenLinks wil een systeem van uitwisseling van medische gegevens waarin de privacy en de instemming van de patiënt gewaarborgd is en de patiënt de regie houdt over de eigen gegevens. De huidige voorstellen ten aanzien van het landelijk schakelpunt voldoen daar niet aan.

16. Abortus en euthanasie zijn geen gewone medische behandelingen. Daarom is het goed om in een aparte wet extra eisen te stellen aan artsen die hiermee te maken krijgen. Maar in de huidige situatie zijn artsen die een abortus of euthanasie uitvoeren in principe strafbaar, tenzij ze zich aan de medische regels houden. GroenLinks wil dat omdraaien. Artsen zijn pas strafbaar nadat is gebleken dat ze zich niet aan de regels hebben gehouden, zoals bijvoorbeeld de 24-wekentermijn bij abortus en de consultatie van een onafhankelijke en gespecialiseerde arts bij euthanasie. Abortus en euthanasie moeten daarom uit het Wetboek van Strafrecht.

17. GroenLinks bepleit de mogelijkheid van stervensbegeleiding voor ouderen en ernstig zieken bij een zelfgekozen dood.

I. Voorkomen is beter dan genezen
1. Natuurlijk groen in de directe leefomgeving draagt bij aan de volksgezondheid en wordt gestimuleerd.

2. Nederland maakt zich in EU-verband sterk voor het toepassen van een nul procent btw-tarief voor gezond eten, zoals verse biologische groenten en fruit.

3. Met gemeenten en het bedrijfsleven worden afspraken gemaakt over gratis advisering aan mensen met een laag inkomen over verbetering van levensomstandigheden en betere benutting van voorzieningen die gemeenten daarvoor hebben.

4. Scholen krijgen de verplichting om gezonde schoolkantines en voldoende sportmogelijkheden voor hun leerlingen te organiseren.

5. Er komen bindende afspraken met de voedingsindustrie over een reclameverbod op snoep voor kinderen onder de twaalf jaar en over het terugdringen van foute vetten en zout in het eten. Zo nodig komt er wetgeving.

6. Met wet- en regelgeving en prijsmaatregelen wordt gezondheidsschade door roken en overmatig alcoholgebruik zoveel mogelijk voorkomen.

7. De leeftijd voor de verkoop van alcoholische dranken wordt verhoogd naar 18 jaar. Het in het bezit hebben van alcoholische dranken door jongeren onder de 18 jaar wordt strafbaar gesteld. Ouders en kinderen krijgen indringende voorlichting over de gevolgen van alcohol op de korte en lange termijn.

8. De seksuele en reproductieve gezondheid wordt bevorderd door voldoende aandacht voor seksuele vorming in het onderwijs. De overtijdbehandeling wordt uit de abortuswet gehaald. De verplichte bedenktijd bij abortus wordt afgeschaft. In die delen van de Caraïben die Nederlands grondgebied zijn, zal op verantwoorde wijze gestalte worden gegeven aan de abortuspraktijk.

9. Seksuele gezondheidszorg en abortus zijn toegankelijk voor iedereen, ongeacht verblijfsvergunning.

10. (Semi)publieke instellingen dienen een effectief beleid tegen pesten te voeren en worden hierin gefaciliteerd.

11. De bedrijfsarts is voor iedere werkende toegankelijk. Mensen hebben direct toegang tot de bedrijfsarts, ook voor een preventief consult.

12. Goede geestelijke gezondheidszorg is belangrijk. Daarom mag de toegang tot geestelijke zorg of maatschappelijke opvang niet worden belemmerd door bijvoorbeeld eigen bijdragen of een eis tot regiobinding.

13. De overheid faciliteert de mogelijkheid familieleden en naasten intensiever te betrekken bij de geestelijke gezondheidszorg. Er komt een landelijk netwerk van familievertrouwenspersonen.

14. Nederland hoort voorloper te zijn op het gebied van gelijke rechten, ook als het gaat om mensen met een beperking. Het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking wordt zo snel mogelijk geratificeerd.

15. De kwaliteit van leven van het individu staat voorop in de gezondheidszorg. GroenLinks pleit voor een maatschappelijke discussie over de vraag of alles wat medisch mogelijk is, ook wenselijk is.

Delen