Zorgparagraaf SGP
Zorg voor elkaar
De zorg in Nederland staat op een hoog niveau. Dat is een voorrecht, maar ook een verantwoordelijkheid. Een voorrecht, omdat het in de zorg gaat om mensenlevens waarmee we niet zorgvuldig genoeg om kunnen gaan. Een verantwoordelijkheid, omdat medische onzorgvuldigheden grote gevolgen kunnen hebben. De overheid heeft een belangrijke taak om te zorgen dat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de continuïteit van de zorg goed geborgd worden. Maar het zorgen voor onze naaste is evengoed een Bijbelse opdracht en daarom een verantwoordelijkheid van ons allemaal. In het bijzonder geldt die zorg voor de meest kwetsbaren: het ongeboren leven, mensen in de eindfase van hun leven, mensen met beperkingen en langdurig zieken. Goede, kwalitatieve zorg strijdt vóór het leven of voor een natuurlijk, waardig levenseinde. De kwaliteit van een samenleving is af te meten aan de bereidheid van mensen om voor elkaar te zorgen.
De sterk toegenomen regeldruk wordt in de hele zorgsector en door cliënten als een groot probleem ervaren. Goede, verantwoorde zorg moet weer op de eerste plaats komen en niet allerlei regeltjes die daar weinig aan bijdragen. De SGP neemt de noodkreten van zorginstellingen, medewerkers, patiënten, cliënten en hun ondersteuners serieus. Daarom vindt de SGP dat de regeldruk in de zorgsector sterk verminderd moet worden. Hoe? Onder andere door de coördinatie en afstemming tussen de overheidsinstanties te verbeteren. Door de verschillende financieringsstromen in de zorg beter op elkaar af te stemmen. Door sterk in te zetten op vereenvoudigde en uniforme regels. En tot slot door meer ruimte te geven voor eigen verantwoordelijkheid van cliënten en zorgaanbieders om, binnen de geldende sectorale kwaliteitskaders en -normen, invulling en uitwerking te geven aan kwaliteit en veiligheid in de eigen instelling. Zodat de tijd die door al deze maatregelen samen vrij komt, weer ingezet kan worden voor het leveren van goede, verantwoorde zorg.
Medische ethiek
Het menselijk leven is een kostbaar geschenk van God. We mogen daar niet achteloos aan voorbij gaan, alsof een nieuw mensenleven enkel een ‘klompje cellen’ is. Ook blijft het leven waardevol wanneer een mens aan het einde van het leven met veel pijn en moeite geconfronteerd wordt. Hoe moeilijk de omstandigheden ook kunnen zijn: het besef dat het leven van de mens een geschenk is, maakt duidelijk dat we op een verantwoorde manier om moeten gaan met het broze en vergankelijke leven. Een geschenk kapot maken voor de ogen van de Gever, is een slag in Zijn gezicht. Een overheid die toestaat dat pril kinderleven, leven met een handicap of leven in de laatste fase wordt gedood, gaat eraan voorbij dat God Zelf de Gever van ieder mensenleven is.
Het begin van het leven
Elk mensenleven is daarom beschermwaardig, ook het leven dat nog niet geboren is en in een pril stadium verkeert. De Wet afbreking zwangerschap spreekt met mooie woorden over de ‘bescherming van het ongeboren leven’, maar intussen werken de zorgvuldigheidseisen niet zoals het zou moeten. In de praktijk gaat het vermeende recht van de vrouw op abortus 33.000 keer per jaar ten koste van het leven van het kind. Deze Abortuswet is in strijd met de menselijke waardigheid en moet vervallen. Zolang deze wet nog bestaat, moeten er duidelijke waarborgen komen die werkelijk gericht zijn op de bescherming van ongeboren leven. Daarbij is een sterke verlaging van de abortusgrens een belangrijke stap in de goede richting, maar niet voldoende. Het taboe op het beperken van de mogelijkheden voor abortus moet verdwijnen. Elk initiatief daartoe kan op onze steun rekenen.
Concreet:
- De bescherming van het leven moet ook voor ongeborenen in de Grondwet worden vastgelegd.
- Het begrip ‘noodsituatie’ bij abortussen moet scherp worden afgebakend.
- De beraadtermijn in de Abortuswet die vrouwen verplicht om zich vijf dagen te bezinnen op de vraag of zij een andere oplossing zien, moet ook echt een beraadtermijn en geen wachttijd zijn. Voor iedere vrouw die hulp zoekt, moet deze termijn concrete invulling krijgen. Iedere vrouw moet keuzegesprekken en psychosociale begeleiding aangeboden krijgen. Alternatieven als adoptie, pleegzorg, financiële ondersteuning en opvang voor tienermoeders moeten met overtuiging aangeboden worden aan iedere vrouw die hulp zoekt. Deze alternatieven dienen nadrukkelijk deel uit te maken van de gedragsrichtlijnen bij abortus. De Inspectie behoort op de naleving hiervan streng toe te zien.
- De overtijdbehandeling die tot een zwangerschap van zeven weken kan worden toegepast, is precies hetzelfde als een abortus. Een zogenaamde ‘flexibele beraadtermijn’ is niets waard. Er is geen reden om deze behandeling anders tegemoet te treden dan een abortus: de beraadtermijn moet gelijk zijn. Ten minste vijf dagen dus.
- Met name tienermoeders lopen tegen allerlei praktische en financiële problemen aan als zij ongewenst zwanger zijn. Voor hen dient verspreid over het land voldoende hulp en opvang beschikbaar te zijn. Op dit moment is de capaciteit veel te klein en de financiering onzeker. De SGP stelt voor deze belangrijke vorm van hulp aan mensen met meestal complexe problemen extra geld beschikbaar. Ook dient er voor hen één loket beschikbaar te zijn waar zij met hun (praktische) vragen terecht kunnen.
- Hulpverlening bij ongewenste zwangerschappen en keuzegesprekken dienen buiten de abortusklinieken door onafhankelijke hulpverleners plaats te vinden.
- Beëindiging van een zwangerschap vanwege een gevreesde handicap is selectie van ongeboren kinderen en daarom ontoelaatbare discriminatie van gehandicapt leven. Omdat de twintig wekenecho en prenataal onderzoek vaak blijken te leiden tot een abortus als er kans is op een gehandicapt leven, moet met dit onderzoek zeer terughoudend omgegaan worden. Het leven is niet maakbaar en de onderzoeken leveren geen volledig beeld op. Zolang abortus is toegestaan, mag het onderzoek pas na afloop van de abortustermijn plaatsvinden. Zulke onderzoeken zijn alleen te verantwoorden wanneer er werkelijk behandelmogelijkheden voor het ongeboren kind zijn. Er moet daarom duidelijk voorlichtingsmateriaal meegegeven worden waarin objectieve en volledige informatie gegeven wordt over de waarde van gehandicapt leven.
- In abortusklinieken vindt geen medisch noodzakelijke zorg plaats. Zolang zij nog niet gesloten zijn, worden zij niet langer uit publieke middelen gefinancierd.
- Abortus is geen ‘exportproduct’. Abortusboten of mobiele klinieken krijgen of houden geen vergunning.
- Elke vorm van selectie van embryo’s is een slechte zaak. Een embryo is immers menselijk leven in een pril stadium. Embryo’s verbruiken als onderzoeksmateriaal of embryo’s vooraf testen op geslacht of kenmerken van ziekten en aandoeningen moet worden tegengaan. De overheid financiert dergelijk onderzoek niet langer. Ook niet op Europees niveau. De mogelijkheden voor embryoselectie worden ingetrokken.
- Er mag geen genetisch onderzoek worden toegestaan dat niet voldoet aan ethische criteria, waarbij de eerbied voor het leven het belangrijkste ijkpunt is. Ook mag genetisch materiaal slechts worden gebruikt voor scherp afgebakende doelen.
- Voor stamcelonderzoek mogen alleen volwassen stamcellen gebruikt worden. Dit onderzoek moet door de overheid worden gestimuleerd.
- Het verbod op therapeutisch kloneren blijft gehandhaafd en wordt permanent.
- De internationale handel met erfelijk materiaal van mensen via internet moet met kracht worden bestreden. Ook commercieel draagmoederschap wordt tegengegaan.
Het einde van het leven
Rond het levenseinde van mensen is er vaak veel nood: existentiële noden, ondraaglijke pijn, onpeilbaar leed en onbeschrijflijke eenzaamheid. Voor een deel kan het leed weggenomen worden door kwalitatief hoogwaardige palliatieve zorg. Door goede pijnbestrijding, psychosociale, pastorale en liefdevolle zorg aan het (sterf)bed. Zorg, niet alleen voor de patiënt zelf, maar ook voor diens naasten. De SGP stelt daarom extra geld beschikbaar voor de palliatieve zorg.
Concreet:
- Er komen meer voorzieningen voor palliatieve zorg voor kinderen.
- Palliatieve zorg wordt opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering.
- Mensen die als gevolg van ouderdom, in combinatie met hartfalen, COPD, neurologische aandoeningen of het dementeringsproces een zeer beperkte levensverwachting hebben, moeten ook in aanmerking kunnen komen voor palliatieve zorg.
- In de opleiding van artsen, verpleegkundigen en verzorgenden moet meer en blijvende aandacht komen voor hoogwaardige palliatieve zorg.
- Palliatieve zorg wordt vaak veel te laat ingezet. Ketenzorg in de palliatieve fase is daarom van groot belang. Het inzetten van multidisciplinaire begeleidingsteams die vanaf het ‘slecht nieuws’-gesprek tot na het overlijden betrokken zijn, wordt gestimuleerd.
- Mantelzorgers en vrijwilligers zijn onmisbaar als het gaat om palliatieve zorg. Mantelzorgers worden zo goed mogelijk betrokken en begeleid bij het zorgproces.
- Het instellen van een leerstoel voor palliatieve zorg wordt ondersteund.
Mensen in nood moeten de hulp krijgen die zij op dat moment nodig hebben. Steeds vaker wordt ook in allerlei situaties de dood als hulp gezien. De SGP is er van overtuigd dat deze keuze niet goed is. Heftige pijn, de ontluistering bij dementie en een jong kind met een ernstige handicap betekenen veel leed voor de betrokkene en zijn omgeving. Euthanasie, levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding zijn dan echter geen goede oplossing. Het bekorten van het leven, noch het onnodig verlengen van het stervensproces zijn in overeenstemming met respect voor de waarde van het menselijk leven. Palliatieve zorg is hier op zijn plaats. Er wordt gelukkig naar gestreefd om zelfdoding zoveel mogelijk te voorkomen. In de lijn hiervan dient ook werk gemaakt te worden van het streng aanpakken van informatie over zelfdoding via boeken, websites en consulenten, omdat deze in strijd is met de noodzakelijke eerbied voor het leven.
Concreet:
- Elke vorm van zelfdoding wordt zoveel mogelijk bestreden. De overheid neemt meer preventieve maatregelen om mensen tegen zichzelf te beschermen.
- Euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging van gehandicapte pasgeborenen worden niet langer toegestaan. Verlichting van het lijden is een betere weg.
- Het Openbaar Ministerie moet weer voluit betrokken zijn bij de toetsing van euthanasie. Het vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie moet zo aangepast worden dat er bij onzorgvuldigheid consequent wordt opgetreden. Ten minste dient er toetsing vooraf plaats te vinden.
- Euthanasie uit vrije keuze is in strijd met de eerbied voor het leven. Er mag geen verruiming van de gronden voor euthanasie plaatsvinden – zoals ‘klaar met het leven zijn’ of de vrees voor toekomstig lijden. Elke vorm van euthanasie bij mensen die hun wil niet kunnen uiten, is een nog veel ernstiger misgreep. Uitbreiding van de mogelijkheden voor euthanasie bij dementie of welke andere grond ook of levensbeëindiging van kinderen en jongeren, mag niet worden toegestaan.
- De strafrechtelijke bepalingen over hulp bij zelfdoding worden ten minste uitgebreid met een verbod op het op welke wijze ook bieden van algemene informatie over methoden waarop men zijn leven kan beëindigen.
- Terminale sedatie mag op geen enkele wijze gebruikt worden als route om de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie te ontlopen.
- Orgaandonatie dient een persoonlijke keuze van mensen te zijn. Elke claim van de overheid op organen via het stelsel van orgaandonatie, mag niet worden goedgekeurd. Ook het vóór het overlijden reeds ontnemen van organen mag niet de praktijk worden. Er komt meer aandacht voor goede voorlichting en zorgvuldige procedures in ziekenhuizen.
Maatschappelijke ondersteuning
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is tot stand gekomen vanuit de gedachte dat we weer terug moeten naar een zorgzame samenleving. Tegelijkertijd heeft de praktijk in de afgelopen jaren uitgewezen dat een wet de maatschappij niet verandert. De SGP staat voor een sterkere Wmo. De SGP pleit voor een ruimhartig beleid dat voorwaarden schept voor de burger om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en solidair te zijn ten opzichte van mensen met een (psychiatrische) beperking of langdurige zorgbehoefte. Identiteitsgebonden organisaties zijn daarin onmisbaar. Zij hebben het vertrouwen van mensen en weten hen te bereiken. Ook de plaats van de kerken moet duidelijk in beeld zijn bij de lokale overheid.
Concreet:
- De SGP wil gemeenten verantwoordelijk maken voor de begeleiding die mensen nodig kunnen hebben om goed in de samenleving te kunnen functioneren. Dit gebeurt vanaf 2014, zodat gemeenten en aanbieders voldoende tijd krijgen om zich op de nieuwe situatie voor te bereiden.
- De SGP wil de keuzevrijheid in de Wmo zo goed mogelijk waarborgen. Daarom blijft het persoonsgebonden budget in de Wmo behouden. Identiteitsgebonden organisaties mogen in gemeentelijke verordeningen niet worden uitgesloten.
- De SGP investeert extra geld om de wijkverpleegkundige landelijk te kunnen inzetten. De wijkverpleegkundige nieuwe stijl biedt niet alleen verzorging en verpleging, maar regelt daarnaast alles wat daarbij komt kijken. Daarmee treedt de wijkverpleegkundige op als persoonlijk begeleider van de cliënt, maar zo nodig ook van diens familie of mantelzorgers.
Mantelzorg en vrijwilligerswerk
Het is prachtig als mensen zich vrijwillig en belangeloos willen inzetten voor andere mensen. Daarom vindt de SGP dat we niet zuinig genoeg kunnen zijn op onze mantelzorgers en vrijwilligers. De SGP vindt dat het de afgelopen jaren wél heeft geschort aan de waardering voor al deze mensen. Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen toe, waardoor ook de hulpvraag toeneemt. Op mantelzorgers wordt dus steeds meer een beroep gedaan, terwijl er tegelijkertijd een steeds groter wordende druk vanuit de overheid op hen uitgeoefend wordt om de arbeidsmarkt op te gaan. Het moet mogelijk worden om meer zorgtaken en maatschappelijke taken op zich te nemen, zonder dat mensen dat teveel in hun portemonnee gaan voelen. Dit draagt bij aan een verbetering van de onderlinge betrokkenheid binnen familie, kerk en maatschappelijke verbanden.
Concreet:
- De ondersteuning aan vrijwilligers wordt verder verbeterd. Daarbij hoort ook de erkenning van het beroep van vrijwilligerscoördinator in de zorg. Vrijwilligers die de handen uit de mouwen willen steken, worden zo weinig mogelijk lastiggevallen met papieren rompslomp en bureaucratische regeltjes.
- Gemeenten worden gestimuleerd zo veel mogelijk gebruik te maken van de ervaring die patiënten- en cliëntenverenigingen, mantelzorgsteunpunten en koepelorganisaties hebben opgebouwd.
- Er wordt in de inkomstenbelasting een mantelzorgkorting geïntroduceerd voor mensen die mantelzorg verrichten bij mensen die een indicatie hebben voor de AWBZ of de Wmo.
- Mensen kunnen de eigen bijdrage voor langdurige zorg gedeeltelijk terugverdienen als hun netwerk meer mantelzorg verricht en daarmee taken van de professionele zorg overneemt.
- Instellingen worden gestimuleerd mantelzorgers en vrijwilligers te betrekken bij de professionele zorg.
- Mantelzorgers die zorgtaken op zich nemen die eigenlijk onder de AWBZ vallen, worden in ruil daarvoor ontlast door een aanbod van de gemeente dat (een deel van) de huishoudelijke verzorging wordt overgenomen door professionele thuiszorg.
- De regels die het werklozen onmogelijk maken vrijwilligerswerk te doen worden afgeschaft, ook als het vrijwilligerswerk niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt is gericht. Als mensen vanuit een vrijwilligerswerksituatie naar werk zoeken, komen zij door hun nieuwe verworven vaardigheden en hun bredere netwerk mogelijk makkelijker aan een nieuwe baan.
Langdurige zorg
Veel mensen hebben voor een langere periode zorg nodig. Dat geldt voor veel ouderen, die kunnen en mogen genieten van hun ‘oude dag’, maar tegelijkertijd aan den lijve ondervinden dat de ouderdom met gebreken komt. Dat geldt voor mensen met beperkingen, die letterlijk en figuurlijk stuiten op allerlei drempels. De SGP wil zich voor al deze mensen inzetten.
Concreet:
- Mensen die langdurig zorg nodig hebben, moet de mogelijkheid worden geboden zo lang mogelijk (zelfstandig) thuis te blijven wonen. Dat kan als er in de directe woonomgeving goede voorzieningen zijn en ter plaatse hoogwaardige zorg geleverd kan worden. De mogelijkheid van VPT (volledig pakket thuis) moet daarom meer benut en bevorderd worden.
- De SGP vindt het belangrijk dat mensen die een beperking hebben, zelf de hulp moeten kunnen inkopen die ze nodig hebben. Het persoonsgebonden budget geeft mensen die vrijheid en ruimte en blijft daarom behouden. Tegelijkertijd moet ook voorkomen worden dat mensen uit verlegenheid kiezen voor het persoonsgebonden budget, bijvoorbeeld doordat instellingen geen zorg kunnen bieden die bij de zorgvraag past. Om ervoor te zorgen dat mensen bewust voor het pgb kiezen, vindt de SGP het belangrijk dat zij een budgetplan schrijven waarin zij aangeven hoe zij het budget willen besteden.
- Openbare gebouwen en het openbaar vervoer moeten goed toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Het vervoer van deur tot deur wordt voor mensen met een handicap verbeterd.
- Voor mensen die permanent zorg met verblijf nodig hebben, wordt wonen en zorg gescheiden. In plaats daarvan kan een beroep worden gedaan op de huurtoeslag. Bovendien wordt door deze maatregel de eigen bijdrage in de AWBZ beperkt. Cliënten krijgen op termijn meer flexibiliteit in het kiezen van eigen woonruimte.
Geestelijke gezondheidszorg
De SGP is van mening dat ook mensen met ernstige psychische beperkingen recht hebben op een zo volwaardig mogelijk leven en een zo volwaardig mogelijke participatie in de samenleving. Voor veel cliënten van de geestelijke gezondheidszorg (GGz) geldt dat er sprake is van een veelal langdurige en soms zelfs levenslange zorgbehoefte op alle levensgebieden (school, werk, thuis, vrije tijd) die gedurende het leven kan variëren qua intensiteit en benodigde inzet van zorg of dienstverlening (behandeling, ondersteuning). De SGP pleit dan ook voor een integrale benadering van de benodigde zorg en niet een versnippering ervan over uiteenlopende domeinen, sectoren en stelsels.
Concreet:
- De maatschappelijke, sociale en levensbeschouwelijke context van de cliënt moet zoveel mogelijk als uitgangspunt worden genomen bij het plannen en aanbieden van de benodigde zorg en ondersteuning.
- Mantelzorgers en pastoraat worden zo goed mogelijk betrokken bij de hulp aan cliënten. Door meer gebruik te maken van de ervaringskennis van cliënten zelf en van de directe sociale omgeving van de cliënt, kan de hulp van professionele hulp-en dienstverlening gerichter plaats vinden.
- In de geestelijke gezondheidszorg moet het grote tekort aan psychiaters, artsen, en Gzpsychologen worden verminderd door meer opleidingsplaatsen toe te staan.
Medische zorg
De beheersbaarheid van de kosten in de medische zorg is de komende jaren een toenemend aandachtspunt. De uitgavenstijging is hoger dan de verwachte groei van onze economie. De gevolgen daarvan zijn, als er geen maatregelen worden genomen, groot. Daarom zijn heldere keuzes nodig om de zorg ook in de toekomst betaalbaar te houden. Uitgangspunt voor de SGP is dat de kwaliteit van de zorg gegarandeerd blijft en de lasten per gezin of persoon eerlijk worden verdeeld. Daarnaast moet zorg zoveel mogelijk in de buurt van de patiënt worden georganiseerd.
Concreet:
- De huisarts gaat nog meer een centrale rol vervullen in het zorgstelsel. Om de toegang tot zorg laagdrempelig te houden, wordt voor een bezoek aan de huisarts geen eigen bijdrage gevraagd.
- Er komt een inkomensafhankelijk maximum aan eigen bijdragen om de zorg voor iedereen toegankelijk te houden.
- De SGP voert een periodieke preventieve medicijnscan in voor mensen met een hoog medicijngebruik. Dat zorgt tegelijkertijd voor gezondheidswinst en kostenbesparing.
- De SGP wil verspilling in de zorg tegengaan.
- De SGP wil slimme combinaties van zorg en technologie stimuleren, zoals e-health.
- De SGP stimuleert een clustering van voorzieningen (bijvoorbeeld de huisarts, eerstelijns psycholoog, fysiotherapeut en een apotheek). Dit biedt mogelijkheden om ook in landelijke gebieden de meest basale zorg in stand te houden.
- Kleinschalige ziekenhuizen hebben alle recht van bestaan. Waar een kleinschalig ziekenhuis niet haalbaar is, wordt ingezet op kwalitatief hoogwaardige buitenpoliklinieken.
- De tijdsduur van 45 minuten die een ambulance maximaal af moet leggen om een ziekenhuis te bereiken, wordt beter gehandhaafd.
- De veiligheid en kwaliteit in privéklinieken en particuliere behandelcentra worden streng gecontroleerd. De toetreding van dit soort aanbieders moet strakker worden gereguleerd. Er moet getoetst worden op de aanwezigheid van randvoorwaarden om verantwoorde medische zorg te kunnen leveren. De zorg is geen vrijplaats voor avonturiers.
- Het basispakket van de zorgverzekering wordt meer dan nu het geval is getoetst op noodzakelijkheid, werkzaamheid en doelmatigheid.
- Wijzigingen in het zorgstelsel worden getoetst op de effecten voor mensen die gemoedsbezwaren hebben tegen verzekeringen. Zo mogelijk worden nadelige effecten gecompenseerd. Gemoedsbezwaren blijven erkend.
Werken in de zorg
In de zorg zijn dagelijks honderdduizenden mensen actief om zich in te zetten voor anderen. Zij behoren daarvoor voldoende waardering te ontvangen. Helaas ontbreekt het daar echter nogal eens aan. Dat moet en dat kan anders.
Concreet:
- De tijd die zorgmedewerkers kwijt zijn voor administratieve handelingen, moet drastisch worden verminderd. Het gaat in de zorg niet alleen om aantoonbare kwaliteit, maar ook om de door de cliënt ervaren kwaliteit. Laat zorgmedewerkers daarom weer zórgmedewerkers zijn.
- De verhouding van het management ten opzichte van de handen aan het bed is onevenwichtig. Die scheefgroei moet weer worden rechtgetrokken, zodat de ‘eerste hulp’ aan de hulpbehoevenden weer voorop komt te staan. De hoge vergoedingen voor het (semi-) management in de zorg moeten omlaag.
- Mensen die ‘met de handen aan het bed’ staan, moeten marktconform beloond worden, zodat de verzorgende beroepen weer aantrekkelijker worden.
- Zorgwerkers die gewetensbezwaren hebben tegen bepaalde handelingen zoals abortus of euthanasie, mogen niet worden achtergesteld bij de toelating tot de opleiding of bij sollicitaties en mogen zeker niet worden ontslagen. Ook mag niemand worden verplicht mee te werken aan (voorbereidende) handelingen gericht op euthanasie.
Volksgezondheid
Welvaart brengt risico’s met zich mee voor de volksgezondheid. Veel mensen leven niet gezond. Te weinig beweging, ongezonde voeding, roken en overmatig alcoholgebruik vormen bedreigingen voor de gezondheid. Daarnaast vragen zaken als depressiviteit, eenzaamheid en diabetes de aandacht, aangezien die het welbevinden beïnvloeden. De SGP vindt gezond leven in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de burger zelf, maar wil wel actief bijdragen aan bezinning en maatregelen om de volksgezondheid te bevorderen.
Concreet:
- Preventie draagt bij aan de verbetering van de volksgezondheid en het maatschappelijk welbevinden. Er komt daarom een gezamenlijk door gemeenten en verzekeraars beheerd preventiefonds.
- In de chronische zorg, waaronder diabeteszorg, wordt een betere samenwerking in de zorgketen gestimuleerd.
- Het rookverbod in de horeca blijft gelden.
- Elke ouder krijgt, wanneer hun kind de leeftijd bereikt van 12 jaar, een duidelijke folder met de feiten over de gezondheidsschade door gebruik van alcohol, tabak en drugs.
- In overheidscampagnes over de gevaren van verslavende middelen worden bij voorkeur ‘ervaringsdeskundigen’ ingeschakeld.
- Topsport wordt in Nederland al jarenlang gesponsord door de Nederlandse overheid. De SGP vindt dat geen taak van de overheid en wil deze steun beëindigen.
Alcoholbeleid
Drank maakt meer kapot dan je lief is. Deze campagneslogan wijst op de gevaren van overmatig alcoholgebruik. Helaas is zo’n campagne hard nodig. Veel mensen verstaan hun verantwoordelijkheid niet. Alcoholmisbruik leidt in de praktijk niet alleen tot levensgevaarlijke verkeersituaties, maar ook tot ongelukken met dodelijke afloop. Ook geweld, agressie en vandalisme zijn veelal gerelateerd aan overmatig drankgebruik. De SGP staat een krachtig ontmoedigingsbeleid van alcoholgebruik door jongeren voor en een stevige aanpak van alcoholmisbruik door middel van wetgeving.
Concreet:
- De landelijke leeftijdsgrens voor zowel zwak-alcoholhoudende als sterke drank wordt 18 jaar. Onder de 18 jaar dient bezit en gebruik van alcohol in de openbare ruimte strafbaar te zijn.
- Er komt een verbod op de wijdverbreide praktijk van prijsacties met alcoholhoudende dranken, zoals ‘happy hours’, stuntprijzen in supermarkten en de verkoop onder de kostprijs.
- Om het alcoholgebruik onder jongeren echt effectief terug te dringen, wordt een verbod op alcoholreclame ingevoerd. Totdat een verbod op alcoholreclame is ingevoerd, worden er in de wet criteria voor alcoholreclames opgenomen.
- Er komen hogere accijnzen op alcoholische producten om alcoholmisbruik te bestrijden.
- Er komen meer wettelijke mogelijkheden om drankgebruik op straat te beperken.
- Het oprichten van alcoholpoli’s wordt gestimuleerd en met de benodigde financiën ondersteund. Jongeren die daar terechtkomen, wordt een uitgebreid vervolgtraject van nazorg en voorlichting aangeboden.
- Illegale drankketen moeten zo snel mogelijk verdwijnen.
- Het Vroeg Op Stap-beleid, waarbij jongeren gestimuleerd worden om vroeger te gaan stappen, wordt geïntensiveerd.
- Schoolfeesten moeten alcoholvrij zijn.