Zorgsuites

“Is of komt er binnenkort bij u een plek vrij voor mijn 93-jarige oom Hans die sinds ruim een maand bedlegerig is geworden en intensieve zorg nodig heeft?” Zorgbemiddelaar Lisette de Meijer van Zorgkoepel Oasis neemt zelf de telefoon af en weet van wanten. In een kwartiertje is alles wat zij van mijn oom moet weten bij haar bekend. Wanneer ik vertel dat de aanvraag voor het zorgzwaartepakket (zzp) nog niet is beoordeeld door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), blijkt dat geen probleem. Een mail met een scan van de aanvraag volstaat.

Woonzorgresidentie Keyseroord, waar ook intensieve verpleging mogelijk zou zijn, figureert wel op de site www.zorgkaartnederland.nl maar er zijn nog geen waarderingen. Dat klopt, want het gaat om een nieuwe loot in de zorgbranche. De eerste bewoners kregen een cruise aangeboden omdat de residentie niet op de toegezegde datum betrokken kon worden. Maar desalniettemin snelt het “met tomeloze passie” uitgewerkte concept het succes al vooruit: elders in Nederland komt er een kloon en tot diep in Azië schijnt deze formule met als motto ‘zorgeloos wonen’ belangstelling te trekken. De op de site gemaakte vergelijking met een vijfsterrenhotel zal mijn verwende oom Hans beslist aanspreken.

Wonderlijk snel – ik denk nog geen drie dagen na het eerste telefoontje – belt Lisette de Meijer mij op. Er is een kamer vrij voor oom Hans op afdeling De Eik van het verpleegtehuis Paulushoeve. Dezelfde middag lopen we door een lange, sombere gang naar een nieuwe vleugel waar felgeel van de muur spettert. Even twijfel ik aan mijzelf: zal Lisette begrepen hebben dat oom Hans geen psychogeriatrische patiënt is? Een tengere man van de rond de dertig is geconcentreerd bezig met de medicatie wanneer wij hem storen. Ik heb direct een goed gevoel bij hem: hier staat iemand bij wie het zonder kapsones om de zorg draait.

Hopelijk is tegen de tijd dat mij het lot van oom Hans treft de laatstewilpil gemeengoed

Met precies dezelfde vraag als bij de Zorgkoepel Oasis meld ik mij telefonisch bij Keyseroord. Joris van Poppel staat mij keurig te woord maar wanneer ik over het zorgzwaartepakket van oom Hans begin, haast hij zich te zeggen dat ik een ander nummer moet bellen. Hij werkt zelf namelijk bij het commerciële team. Ik heb pech: ook Elise, die ik vervolgens aan de lijn krijg, blijkt commercieel medewerkster maar zij kan mij wel doorverbinden met Daniëlle die mij informatie zou kunnen verstrekken over de zorg voor een hoogbejaarde zzp6-er. Helaas, Daniëlle kan evenmin mijn vraag beantwoorden, want daarvoor moet ik bij het zorgteam zijn. Het zorgteam komt echter pas in beeld wanneer wij een presentatie over de zorgsuites hebben bijgewoond. Een zekere Francine zal ons hierover terugbellen voor een afspraak.

Het appartement waar oom Hans meer dan dertig jaar heeft geresideerd heeft een oppervlakte van bijna honderd vierkante meter. Moet deze man zijn allerlaatste levensfase doorbrengen op afdeling De Eik van de Paulushoeve in een kamer van zestien vierkante meter met een gedeelde toilet- en doucheruimte? Ik zie hem niet aanschuiven bij de andere bewoners in een van de gemeenschappelijke ruimtes. Oom Hans zal hier – vrees ik – wegkwijnen. Ik vraag aan de verzorger of ik een foto van de kale kamer mag maken want de patiënt dient uiteindelijk zelf de beslissing nemen. Om onduidelijke redenen is dat niet geoorloofd. Dan probeer ik zo netjes mogelijk de aangeboden kamer af te wijzen. De verzorger begrijpt het. Ik bespaar hem de vraag of hij hier zijn vader of moeder, c.q. opa of oma zou willen hebben. Hopelijk is tegen de tijd dat mij het lot van oom Hans treft de laatstewilpil gemeengoed.

Bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006 is niet alleen een eind gekomen aan de tweedeling in de zorg tussen ziekenfonds- en particulierverzekerden maar mogen ziekenhuizen ook geen klassentoeslag meer in rekening brengen voor patiënten die alleen op een kamer willen liggen. Maar wanneer het om verzorging en verpleging gaat, lijkt de kloof tussen de reguliere verpleegtehuizen en particuliere woonzorgcentra groter dan ooit. Ik schrijf met opzet ‘lijkt’. Dat Woonzorgresidentie Keyseroord inderdaad oogt als een vijfsterrenhotel lijdt geen twijfel: bekijk de site en het rijke vleesgeworden seniorengeluk spat ervan af. In vergelijking hiermee oogt het verpleegtehuis Paulushoeve als een oud schoolgebouw. Maar hoe zit het in Keyseroord met de zorg? Na enig aandringen begrijp ik dat deze onder leiding staat van vier verpleegkundigen die ‘zorgcoach’ worden genoemd. Mijn andere vragen worden echter pas beantwoord na de presentatie over de zorgsuites.

De namen in deze blog zijn gefingeerd, want stel je voor dat oom Hans toch kiest voor Woonzorgresidentie Keyseroord….

Naschrift:
Kort nadat deze blog was geschreven bezorgde de postbode een fraaie informatiemap over Keyseroord compleet met foto’s, plattegronden, prijzen en een rekenvoorbeeld. Omdat echter nadere informatie over de zorg ontbrak – en daar gaat het juist om – heb ik opnieuw telefonisch contact opgenomen. In tegenstelling tot reguliere verpleeghuizen heeft Keyseroord geen eigen specialist ouderengeneeskunde of andere arts in dienst. Bewoners, c.q. patiënten zijn aangewezen op een huisarts uit de omgeving, die wel zonodig een specialist ouderengeneeskunde zou kunnen inschakelen.

Delen