Zorgwekkend
De enquête die Tijdschrift voor Verzorgenden hield onder de doelgroep laat een verontrustend resultaat zien. Bijna veertig procent zegt het werk nog nauwelijks vol te houden. Meer dan een kwart wil stoppen met het werk. En van degenen die dit overwegen denkt maar liefst 71 procent erover de zorg te verlaten en iets heel anders te gaan doen.
De gegeven reacties – onder druk gezet worden om vaker te werken, geen rust krijgen om te herstellen na een operatie, nergens bij betrokken worden – schetsen een ontluisterend beeld van slecht werkgeverschap. Als leidinggevenden niet heel snel en serieus in gesprek gaan met de verzorgenden in hun teams, creëren ze een onbeheersbaar probleem voor zichzelf, hun cliënten en hun organisaties.
Informele zorg, dat zijn we allemaal
Tegelijkertijd heeft hoogleraar zorg en samenleving Jan Kremer ook een punt als hij de vraag stelt of we een personeelstekort hebben of een belofteoverschot. Hij stelt in het kader van de passende-zorgdiscussie dat we veel meer toe moeten naar informele zorg.
En informele zorg, dat zijn wij allemaal. Geen geschoolde verzorgenden, maar gewoon mensen die iets doen voor een zieke ander. Even het bed opmaken, de patiënt wassen, de patiënt aankleden. Hoezeer ook we nu nog hiervoor kunnen terugschrikken, de kans dat het realiteit wordt voor veel meer mensen dan de groep die nu al mantelzorg biedt, is zeer groot. En als die verzorgenden de daad bij het woord voegen is het al heel snel onontkoombaar.
1 reactie
Vanochten heb ik mezelf op een inloopspreekuur van “werken in de zorg” uitgenodigd. Terecht veel aandacht voor uitval en arbeidsomstandigheden.
De werknemer stond centraal. Zó centraal dat mijn vraag naar wat de werkgever kan bijdragen aan redelijke arbeisomstandigheden kennelijk verraste.
Jan Kremer heeft een punt, natuurlijk en het belangrijkste bovendien. Maar dat de zorgaanbieder nog steeds buiten schot kan blijven in dit maatschappelijk vraagstuk is bijzonder.
Pieter Wijnheijmer
14 augustus 2024 / 16:29