Basisbeurs waarschijnlijk weg
Als de Eerste Kamer deze maand instemt met het wetsvoorstel studievoorschot, wordt een nieuw stelsel van studiefinanciering van kracht. Belangrijkste verandering is de afschaffing van de basisbeurs. Voor studenten én ouders heeft dat consequenties.
Tekst: Richard Hassink
Na vele pogingen om het stelsel van studiefinanciering te veranderen, lijkt deze minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, te slagen in haar missie. De afschaffing van de basisbeurs levert jaarlijks ongeveer 620 miljoen op. Dat geld wil het ministerie gebruiken om de kwaliteit van hoger onderwijs te verbeteren. Enige mogelijke struikelblok is de Eerste Kamer waar het wetsvoorstel deze maand wordt behandeld. Dat wordt nog wel even spannend voor minister Bussemaker, omdat de verhoudingen in de Eerste Kamer anders liggen dan in de Tweede Kamer.
De nieuwe wet geldt voor studenten in het hoger onderwijs (hbo en wo) die met ingang van studiejaar 2015-2016 beginnen aan een bachelor- of een masterstudie. Zij krijgen geen basisbeurs, maar wel de mogelijkheid om meer te lenen. Behalve lenen of naast lenen kunnen studenten ervoor kiezen om meer te gaan werken naast hun studie. Voor een aantal studenten – zeker van relatief zware studies als geneeskunde – is het de vraag of ze in hun masterfase tijd hebben voor een bijbaan.
Een andere optie is dat ouders meer gaan bijdragen aan de studie van hun kinderen. “Je gaat je kind niet opzadelen met een studieschuld van 60.000 euro, dus veel ouders zullen in de buidel tasten”, zegt onderwijsjurist Katinka Slump. Volgens Slump, zelf moeder van vijf studerende kinderen, heeft het studievoorschot vele haken en ogen voor ouders en hun studerende kinderen. “En het idiote is dat ouders dom worden gehouden door de minister.” Op haar website adviesonderwijsrecht.nl schetst ze de gevolgen van de wet voor ouders en studenten.
Een deel van de studenten zal straks toch (meer) gaan lenen. Ze mogen 35 jaar doen over het terugbetalen van de studielening (nu 15 jaar). Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting vindt dat geen voordeel. “Er loopt toch al die jaren een lening waarover je rente betaalt”, zegt voorlichter Annemarie Koop. Ze erkent dat die rente nu heel schappelijk is en ook nog eens historisch laag (< 1 procent). “Maar de kans is groot dat die gaat stijgen. Of straks toch wat minder coulant wordt.”