Contractvrij werkende praktijkhouders: onzeker maar standvastig
Zorgverzekeraars hebben hun vergoedingen voor ongecontracteerde zorg verlaagd van gemiddeld 75 naar 65 procent van het gecontracteerde tarief. Daarnaast zijn vijf van de elf restitutiepolissen opgeheven per 1 januari 2023. Welke consequenties heeft dit voor praktijkhouders die contractvrij werken? Een rondvraag.
Tekst: Martijn Reinink
Logopedist Martine Meilink uit Beverwijk houdt haar hart vast. “Ik vind het belangrijk dat ik iedereen kan helpen, ongeacht de inhoud van hun portemonnee. In de afgelopen jaren bleken ook minder welgestelde mensen best bereid een gedeelte zelf te betalen, maar nu alles zo veel duurder wordt en de lonen nog niet echt meestijgen, hou ik mijn hart vast. Al verkeren logopedisten die wel contracten afsluiten net zo goed in onzekerheid.
Ik zie collega’s die zichzelf over de kop werken om met de gecontracteerde tarieven van de zorgverzekeraars nog een beetje rond te kunnen komen. Ze zien heel veel cliënten op een dag, geven soms kortere behandelingen en geven liever niet te veel uit aan cursussen of behandelmateriaal. Zo wil ik niet werken.
Het liefst zou ik contracten hebben met alle verzekeraars, zodat alle cliënten de behandeling volledig vergoed krijgen. Maar dan moet daar wel een reëel tarief tegenover staan en dat is nog steeds bij lange na niet het geval.”
Fysiotherapeut Anne Middendorp uit Delft peinst er nog steeds niet over om contracten af te sluiten. “Dat is een groter risico dan voorgaande jaren. De hogere eigen bijdrage zal invloed hebben op de instroom van nieuwe patiënten, maar ik dreig ook bestaande patiënten kwijt te raken, omdat het voor hen te duur wordt.”
Nu kan ik klagen, protesteren en uiteindelijk meebuigen, maar daar is dit vak me te dierbaar voor. Ik heb mijzelf de vraag gesteld: welke waarde lever ik? Op individueel, maatschappelijk en collectief niveau? En durf ik hiernaar te handelen? Een goede ondernemer vraagt een tarief dat weerspiegelt wat hij/zij waard is, wat in ieder geval kostendekkend is. Weinigen kijken op van het feit dat een personal trainer of een stukadoor een hoger uurtarief heeft dan een fysiotherapeut. Ik vind het absurd dat fysiotherapeuten al jaren ver onder de kostprijs verdienen. Daarom heb ik besloten mijn tarief in 2023 te verhogen.
Gevolg is dat een groep patiënten een behandeling in mijn praktijk niet kan betalen. Het schuurt dat ik op deze manier bijdraag aan de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk. Dat voelt immoreel en druist in tegen mijn gevoel dat zorg voor iedereen in Nederland toegankelijk moet zijn. Ik ben een bezielde zorgverlener, maar tegelijkertijd voel ik mij genoodzaakt om mij te profileren als ondernemer in een steeds kouder wordende markt.”
GZ-psycholoog Anja de Bok uit Tilburg ziet haar praktijkprofiel tegen haar zin veranderen. “Sinds wij contractvrij werken, hebben we gemerkt dat er genoeg mensen zijn die graag een eigen bijdrage over hebben om bij ons in behandeling te komen. Nu het vergoedingspercentage nog lager wordt, wordt de groep die dat kan betalen kleiner. Dit zal leiden tot nog langere wachtlijsten in de gecontracteerde zorg én er ontstaat druk op onze samenwerkingsrelaties.
Hoewel ze ons begrijpen, frustreert het huisartsen en andere verwijzers dat ze hun financieel minder draagkrachtige ggz-patiënten niet meer bij ons kwijt kunnen. Ons praktijkprofiel verandert, we worden een soort ‘elitepraktijk’, terwijl we dat helemaal niet willen zijn.
Toch zijn we het erover eens: we blijven op deze manier werken. Het is geen optie om ons te conformeren aan de wurgcontracten en onze kwaliteit en beroepsethiek te compromitteren. Daar kunnen we niet mee leven, laat staan slapen. Als dit betekent dat wij failliet gaan, is dat voor ons een ramp. Maar als straks alleen nog gecontracteerde praktijken overeind blijven, dan betekent dat voor de samenleving een existentieel verlies aan basisprincipes van de gezondheidszorg, zoals vrije zorgkeuze.”