Corona, Prinsjesdag & de zorg

Koen Harms, Head of Healthcare & Business Development België & Nederland bij Roche Diabetes Care.


We praten al vele jaren over digitale zorgverlening, maar adoptie gaat nog traag. In de Miljoenennota constateert het kabinet dat de coronacrisis de inzet van verschillende innovaties, zoals zorg op afstand, heeft versneld. Op onderdelen is dat zeker zo, maar de zorg is vooral toe aan structurele digitalisering. De technologie is er, de wil ook. Toch kijken betrokken partijen vooral naar elkaar voor ze in beweging komen. Wie zet de eerste stap? De coronacrisis toont in mijn ogen vooral aan dat de tijd van wachten voorbij is: we moeten doen.

Elke dag ben ik bezig met de implementatie van digitale zorgverlening. Ik geloof dat de adoptie van digitale zorg kan leiden tot grote verbeteringen in kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Vorige maand werd duidelijk wat er gebeurt als mensen met een chronische aandoening niet naar hun specialist kunnen of durven. Die raken uit beeld bij de zorgverlener en dat kan ernstige gevolgen hebben. Medisch en persoonlijk leed dat naar mijn idee voorkomen had kunnen worden.

Nu is de coronacrisis (hopelijk) uitzonderlijk. Dan nog blijft het verbazingwekkend dat mensen met chronische aandoeningen als diabetes en hart- en vaatziekten zo afhankelijk zijn van een fysiek bezoek aan een specialist. We facetimen, chatten en whatsappen de hele dag met elkaar, maar het bespreken van bloedglucosewaarden kan veelal alleen ter plekke in het ziekenhuis of de huisartsenpraktijk.

‘Corona maakt noodzaak digitalisering zorg nog eens duidelijk’

In de Miljoenennota zegt het ministerie van VWS dat ‘koudwatervrees voor beeldbellen of andere technologische hulpmiddelen grotendeels weggenomen’ zijn. Waarom hebben we nog niet geregeld dat een specialist op afstand waarden monitort en dat patiënten via chat vragen kunnen stellen wanneer het hen uitkomt? Aan de technologie ligt het niet. Persoonlijke hulpmiddelen als insulinepompen of glucosemeters voor mensen met diabetes genereren bijvoorbeeld continu data, waaruit een diabetesverpleegkundige, praktijkondersteuner of internist op afstand een gedetailleerd beeld krijgt van het verloop van de aandoening. Dit maakt de minder waardevolle periodieke afspraken in het ziekenhuis overbodig en er kan actief contact opgenomen worden met de patiënt wanneer dat nodig wordt geacht. De digitalisering maakt het daarom zelfs mogelijk om meer te doen dan het organiseren van enkel videogesprekken.

Financiering van de zorg wordt hiervoor vaak gezien als bottleneck. Dit is niet onterecht, maar we moeten ons er niet van afhankelijk maken. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseerde eind juli het ministerie van VWS om bekostiging van zorg anders in te richten. Kort samengevat: bekostig niet op basis van productie, maar bekostig zorg liever op basis van de winst voor gezondheid en welzijn. Ook moet er gekeken worden naar ziektespecifieke vergoedingssystemen in plaats van financiering van het gehele ziekenhuis. Een mooie stap in de goede richting.

‘Wacht niet op institutionele financiering, maar maak plannen en ga het doen’

Zorgverleners kunnen de volgende stap zetten. Wacht niet op institutionele financiering, maar maak plannen en ga het doen. Pak zelf de regie en lever het bewijs dat het werkt. Voor zorgverzekeraars en de NZa kan het bovendien goed zijn om naar initiatieven in het zorgveld te kijken en die te ondersteunen.

Ten slotte, maak het niet te complex. Start klein en probeer continu te ontwikkelen. Zo hoeft deze verbetering voor de zorg geen totale revolutie te zijn, maar een gecontroleerd groeiproces met vooral aandacht voor patiënt en zorgverlener.

De Miljoenennota is expliciet: ‘Uit onderzoek blijkt dat een groot gedeelte van de zorg net zo goed of zelfs beter thuis of dichter bij huis kan worden geleverd (bijvoorbeeld door toepassing van e-health). Dit kan de toegankelijkheid van zorg voor patiënten verbeteren en betaalbaarder maken.’ Dat is een conclusie die hoop geeft op verandering, maar die we ook al flink wat jaren geleden met elkaar hebben getrokken. Telkens blijken er nog wel wat drempels te zitten tussen constatering en actie.

Het zorgstelsel is complex, zeker, maar ik zie te vaak dat partijen naar elkaar blijven kijken en zeggen wat de ander moet doen. Op elkaar wachten zorgt niet voor de broodnodige verbinding en daadkracht. Alleen door te dóen, kunnen we samen de best passende adoptie van technologie realiseren.

Delen