Dokter aan boord – Champagne
Na een oproep eerder dit jaar om over uw ervaringen als ‘Dokter aan boord’ te vertellen, stroomde de redactiemailbox van Arts en Auto vol. Van een extra tussenlanding tot een paracetamolletje, u maakt het allemaal mee. Dit is de bijdrage van Herman Folmer. Klik hier voor andere vliegverhalen.
Ik heb in mijn werkende leven als arts, aanvankelijk in noord Noorwegen en later in veel tropische landen, vrij veel gevlogen. Daarbij zijn mij drie medische ervaringen bij gebleven.
In 1965 was ik districtsarts in Tysfjord, een groot, dunbevolkt fjordengebied boven de poolcirkel, gelegen tussen de steden Bodö en Narvik. Op zekere dag werd ik geroepen bij een oude baas die een duidelijk ernstig hart infarct had. Hij woonde in een minuscuul dorp aan een van de fjorden. Ik had niet de beschikking over een ECG apparaat maar de klinische symptomen logen er niet om en ik moest proberen hem zo snel mogelijk in Narvik te krijgen waar in elk geval een goed geoutilleerd ziekenhuis was.
Over land of per boot zou een volle dagreis betekenen, maar gelukkig had ik voor urgente gevallen de mogelijkheid uit Narvik een klein éénmotorig watervliegtuigje te laten komen. Dat lukte, maar ik durfde de patiënt toch niet bloot te stellen aan de lagere druk en lager zuurstof gehalte op hoogte. Daarom heb ik de piloot gevraagd zo laag mogelijk te blijven vliegen. Ik had wel een zuurstoffles bij me en ben toen meegevlogen, de patiënt zuurstof gevend, terwijl de piloot op een hoogte van amper 20 meter boven het water naar Narvik vloog. We kwamen er goed aan, de patiënt overleefde het avontuur en was na een maand weer thuis. Van de internist in Narvik kreeg ik later nog een aardige bedankbrief.
In 1987 was ik op weg naar een congres in Amerika in een jumbojet van de KLM. We zaten boven Ierland toen opeens de oproep om een dokter via de intercom klonk. Ik meldde me en het bleek te gaan om een terminale patiënt die elke zes uur een injectie moest hebben. Zijn vrouw die hem vergezelde wist dat natuurlijk best, maar had dit verzwegen uit angst dat de KLM hen dan niet aan boord zou toelaten. De purser vroeg me of ik die injectie dan maar wilde toedienen. Nadat ik me uit de bijsluiter ervan had overtuigd dat het om een totaal onschuldig (maar natuurlijk helaas ook onwerkzaam) vitaminepreparaat ging, heb ik gezegd dat ik dat wel wilde doen. De purser stelde daarop voor de man naar de dichtstbijzijnde pantry te brengen zodat ik dat daar kon doen, hetgeen me een nogal ingewikkelde operatie leek omdat de man zeer corpulent was en als een worst ingeklemd zat tussen twee andere passagiers, in de economy class. Ik heb daarop voorgesteld hem rustig te laten zitten waar hij zat, de passagier aan het gangpad te vragen even op te staan, en vervolgens zijn broek wat naar beneden te trekken terwijl hij zover mogelijk opzij leunde. Aldus geschiedde. De patiënt, zijn vrouw en de purser waren zichtbaar opgelucht en een paar uur later kreeg ik een grote fles champagne ‘met hartelijke dank, namens de KLM’. Ik vond dat een royaal gebaar. Toen ik in Amerika deze fles meenam naar een dinertje bij mijn gastheer thuis en er dit verhaal bij vertelde, trok hij een schampere grimas en zei: “Jawel, een royaal cadeau van die KLM. Maar daar zijn ze mooi van af gekomen! Want als jij geweigerd had die injectie te geven en er was niemand anders geweest, hadden ze de kans gelopen terug te moeten keren naar Amsterdam of Londen en dan waren ze aanzienlijk meer kwijt geweest dan die ene fles champagne.” Mogelijk was dit een nogal Amerikaanse reactie gekleurd door de daar heersende obsessie over aansprakelijkheid en zo. We hebben ons die fles in ieder geval goed laten smaken.
De derde keer, in 1991, was ik zelf patiënt. Ik was een paar weken in Sri Lanka geweest en was daarbij met de auto van het project waarin ik werkte, frontaal tegen een bus gebotst. Het resultaat was een bovenkaakfractuur. Omdat daar in Sri Lanka niets aan gedaan kon worden, ben ik snel naar Nederland gevlogen om in het AMC behandeld te worden. Het slikken ging heel moeilijk en bij de eerste tussenlanding die het toestel in Dubai maakte kreeg ik door het drukverschil heel veel last bij de daling. Toen we eenmaal aan de grond stonden en de pijn verminderde, ben ik naar de boordwerktuigkundige gegaan, heb hem mijn probleem uitgelegd en hem gevraagd te proberen bij de volgende tussenlanding (in Parijs) dat drukverschil geleidelijker te laten verlopen. Hij heeft dat gedaan met een enorme toewijding; hij begon er al boven Salzburg mee en liet de druk zo langzaam oplopen dat ik er niets meer van voelde. Op het vliegveld in Parijs kwam hij trots mijn complimenten in ontvangst nemen.